De profeet en ook Jezus schotelen ons deze voorbeelden voor om de grootsheid van deze vrouwen in het licht te plaatsen. Dit zijn twee vrouwen met een innerlijke adel. Dit zijn vrouwen die met het weinige dat ze hebben, woekeren. Dit zijn twee vrouwen van formaat want ze blijven denken aan anderen. Niemand verplicht ze tot het geven van wat brood of die twee penningen, twee muntstukjes. Met het weinige dat ze hebben, weten ze ook nog te delen. En dat is groots.
Natuurlijk hadden ze kunnen gaan klagen. Ze hadden de politiek de schuld kunnen geven, of het broeikaseffect, of de baas van hun man die niet beter de ARBO-regels heeft gevolgd, of… Ze hadden ieder en alles de schuld kunnen geven en zich daardoor in een slachtofferrol te plaatsen. Lees de kranten maar na, voorbeelden te over. Misschien was er van al deze redenen wel iets waar, maar daar horen we niets over. Deze vrouwen hebben hun situatie geaccepteerd en gaan verder. Tegelijkertijd sluiten ze zich niet op in hun eigen kleine wereld. Ze blijven gericht op anderen. Ze geven beiden alles waar ze van leven moeten.
Daar is wel een groot vertrouwen voor nodig, een groot geloof. Gelukkig had die weduwe uit het evangelie het voorbeeld van de weduwe van Sarefat uit de tijd van Elia. Dat is het mooie van onze traditie, je kunt je steeds laten leiden door ervaringen van mensen van vroeger. Je hoeft niet het wiel opnieuw uit te vinden. We leven met die ruggensteun van allen die ons vertrouwen en geloof hebben voorgeleefd. Natuurlijk waren de omstandigheden vroeger anders, maar je verlaten op anderen, vertrouwen schenken, steun ontvangen uit een onverwachte hoek blijft van alle tijden. Het blijft steeds uitdagend.
Wij, hier, staan in deze traditie, in deze geloofstraditie. Vandaag, met de uitdagingen die nu op onze weg komen. Dit weekend is het Willibrordzondag, met speciale aandacht voor de Kerk in Nederland. In de Maaspoort
Wij kunnen dat ook, hier in Heeswijk en Dinther. Hoeveel jongeren hier verliezen zich niet in blowen en slikken? Hoeveel mensen zijn hier niet bang voor wat hen boven het hoofd hangt, in hun werk, in hun gezondheid? Kunnen wij naast hen staan met vertrouwen, gewoon dat kleine beetje geven dat we zelf hebben? Die twee weduwen zijn vereeuwigd in deze verhalen. Ons zal dat waarschijnlijk niet overkomen. Maar dat moet ons niet weerhouden om aanwezig te zijn bij allen die op ons een beroep doen. Met vertrouwen geven wij inhoud aan God in ons midden.
Joost Jansen o.praem.