Dit is het HaDeejer.nl archief  van: 2006  tot  september 2015

 

kerktoren-haanOverweging op 20 december 2009. ‘Zeg eens dankjewel’, zei mijn moeder toen ik een snoepje in een winkel gekregen had. Hoeveel moeders en vaders doen niet hetzelfde. ‘Dankjewel zeggen’ moet klaarblijkelijk aangeleerd worden. Het is niet vanzelfsprekend om zo te reageren. ‘Ik heb toch iets gekregen en dat is dan helemaal voor mij’, zo schijnen kinderen én volwassenen te denken. En ze hebben niet in de gaten wat dankbaarheid toevoegt aan kwaliteit van leven.
Elisabet en Maria zijn twee vrouwen die dankbaar zijn naar elkaar. Meer nog, ze zijn ook dankbaar naar God die hen op de weg naar elkaar heeft gezet. En dit is niet vanzelfsprekend. Elisabet is tientallen jaren onvruchtbaar geweest. Ze kon geen kinderen krijgen. Ze voelt het als een schande. Denk toch eens aan de blikken van al die andere vrouwen die wel moeder zijn geworden. Plotseling is ze toch zwanger! Bij Maria was het ook ongewoon… Maria was in eerste instantie helemaal niet voorbereid op haar zwangerschap. Ze was niet getrouwd, woonde niet samen. En na een ontmoeting met een engel is ook zij zwanger. Wat zou de omgeving wel niet zeggen…

Het mooie nu van deze twee vrouwen is dat ze niet met dat onverkwikkelijke blijven zitten, dat ze zich niet - wat onzeker - opsluiten in hun eigen huis. Neen, ze zoeken elkaar op. Misschien ook om steun bij elkaar te vinden, misschien bij Maria om met een vrouw te spreken die al wat langer zwanger is. Wie weet. In het evangelie horen we echter dat ze onmiddellijk elkaar verwelkomen, dat ze blij zijn met elkaar, dankbaar om wat er aan ieder van hen gebeurd is.

Het is heel bijzonder wanneer je echt kunt danken. Veel mensen zijn het danken vandaag een beetje verleerd. Ze hebben eerder recht op … en vult u maar in. Recht op een uitkering, recht op andere speciale voorzieningen, recht op liefde, recht op een kind, ja ook dat. De samenleving moet er maar voor zorgen dat ik alles krijg wat ik vind dat ik nodig heb. Veel mensen reageren op deze wijze.

Danken en loven is echter zo anders. Wie dankt, reageert wel vanuit zichzelf maar is gericht op die andere mens. Elisabet staat totaal gericht naar Maria. En als je even verder leest in het evangelieverhaal in je bijbel thuis, dan zie je hoe Maria zich richt tot God die zulke grote dingen heeft gedaan aan haar, zij die zichzelf de Dienstmaagd des Heren noemt. ‘Zie de Dienstmaagd deze Heren, mij geschiede naar uw Woord’, zegt Maria aan de engel die haar overvalt met de boodschap dat ze God-met-ons ter wereld zal brengen. En wij zeggen deze woorden van haar na als we het Angelus bidden. Maria en wij, we hoeven niet alles zelf te doen. We mogen er op vertrouwen dat we kunnen meedoen met het werk van God. God is niet Iemand die ergens er ook nog wel is. God is juist de Persoon die heel graag onder mensen is als vrede, als vergeving, als bron van vreugde.

Wie dankbaar in het leven staat, is vol verwachtingen. Er kan nog zoveel meer gebeuren! We mogen nog zoveel meer ontvangen. Dit is een goede houding naar het feest van Kerstmis toe. Over enkele dagen is het zo ver. We maken onze huizen klaar. We zetten de kerststal neer. We doen inkopen, we bereiden ons voor. We maken ons klaar voor elkaar én om dat geschenk van God te ontvangen. Want nieuw leven wordt ons geschonken. We hebben dat niet zelf gemaakt, we ontvangen de gave van Omhoog. Met Kerstmis gaat voor ons de hemel open en we mogen God in ons midden ontvangen.

Dat God in ons midden komt, mogen we best eens zeggen in een maatschappij waarin God een probleem wordt. Wij hoeven er niet moeilijk over te doen. Maria deed dat niet, Elisabet ook niet, en dat zijn vrouwen die nog steeds ons inspireren. Ze geven een duidelijke boodschap af: God doet grote dingen aan ons. Als wij nu eens die boodschap in dankbaarheid aanvaarden! Als we wij nu eens deze grote vrouwen en ook God dankbaar zijn! Dan moet je eens zien hoe ons leven verandert. Niet meer gericht op wat ik allemaal kan binnenhalen, maar dankbaar om wat God onder ons laat gebeuren. Heel speciaal met komend Kerstmis. Kunnen we daar dankbaar om zijn? Kijken we er naar uit?

Joost Jansen o.praem.