Dit is het HaDeejer.nl archief  van: 2006  tot  september 2015

100110_Drie_Koningen‘Ik heb het geloof niet nodig, ik heb gestudeerd. Ik kan mijn leven zelf wel inrichten, daar heb ik geen hogere macht bij nodig', zei iemand. En het aantal van die iemanden groeit. Met andere woorden, wie de universiteit heeft doorlopen, is ontslagen van geloof... Geloof is goed voor die eenvoudige herders die bij het kribje komen en zich laten ontroeren door het kleine kind Jezus. Ze laten zich raken door Maria, de jonge moeder, door Jozef, de zorgzame vader.

Maar vandaag komen daar ook drie voorname mensen bij de stal van Betlehem. Drie koningen, drie wijzen uit het Oosten. Ze gaan natuurlijk eerst naar de koning in Jeruzalem. Soort zoekt soort, zouden wij zeggen. Dat zijn die drie wijzen ook gewend. Maar hun vraag is niet standaard. De drie wijzen vragen waar de koning der joden is geboren. Niet in het paleis te Jeruzalem, het moet in Betlehem zijn, zo wordt hen gezegd. Maar tegen hun verwachting in blijft de ster staan boven een stal. Hier worden de verhoudingen omgekeerd.

Iedere wijze, iedere geleerde weet dat wanneer je iets nieuws wilt ontdekken, of het nu in de natuurkunde is, of in de filosofie, of ik weet in welke tak van wetenschap ook, je anders moet gaan kijken. Einstein heeft dat gedaan, snelheid - zo ontdekte hij - is een relatief begrip. Galileo Galilei ook, de zon draait niet om de aarde maar de aarde om de zon. Mensen hadden moeite in hun tijd om deze baanbrekende wetenschappers te geloven. Echte wetenschappers weten dat ze dan moeten gaan geloven in hun nieuwe inzicht. Veel van deze grote wetenschappers ervaren hun gave ook als een geschenk van God. Ze moeten deze gave goed gebruiken, verantwoordelijk. Bij ieder nieuw inzicht heb je ook geloof nodig. Er is altijd in het begin een periode van twijfel is. Zou het wel waar zijn? Vergis ik me niet? Wie zo te werk gaan, dat zijn de echte wijzen. Echte wijzen kunnen niet zonder geloof. Rede en geloof zijn maatjes, als het goed is.

De drie wijzen, die drie wetenschappers want dat waren wijzen in de oudheid, moesten hun voorname plaats verlaten en knielen voor dit kleine kind. Ze offerden ootmoedelijk myrh, wierook ende goud, zoals we in een kerstlied zingen. Ook weer de omgekeerde wereld, eigenlijk cadeaus die veel te groot zijn voor zo'n eenvoudige kribbe. Maar doe je dat niet als je helemaal onderste boven gekeerd bent? Dan overdrijf je graag. Er is echt wat in die wijzen gebeurd. Er staat dat ze via een andere weg teruggaan... Dat is te begrijpen, ze hoeven het niet meer te zoeken bij de koning, of die nu Herodes heet, of een andere machthebber. Als je echt van binnen geraakt en bekeerd bent, is je weg daarna anders.

De drie wijzen hebben ons vandaag veel te zeggen. Wij zijn vaak te groot om ons nog te kunnen laten ontroeren. We weten het zo goed dat ons niets meer verteld kan worden. We lijken soms net kleine kinderen in de fase van ‘zelf doen'. Ook al vertillen die kleine kinderen zich aan waar ze me begonnen zijn, toch weigenen ze om aangeboden hulp te aanvaarden. Zelf doen, ik kan het zelf wel.

Wat is het een groot cadeau als je met al je inzet, met al je kennen, al ben je zelfs een professor, toch kunt blijven geloven dat alle kennis beperkt is tegenover dat grote Geheim van God. Een Einstein, een Galileo Galilei, een Darwin, het bleven - bij al hun wetenschap - diepgelovige mensen. Juist door hun grote kennis wisten ze dat er nog zoveel meer te ontdekken viel en dat maakte hen bescheiden.

Geloof heeft nodig dat er gestudeerd wordt. En wetenschap heeft het nodig dat er geloof is in een Schepper die ons die kennis schenkt. De drie wijzen geven het goede voorbeeld. In deemoed gingen zij verder op hun weg die niet meer het zelfde was als voorheen. Straks gaan ook wij weer van hier. Is onze instelling ook een beetje veranderd? Gaan wij anders weg dan dat we gekomen zijn?

Joost Jansen o.praem.