Dit is het HaDeejer.nl archief  van: 2006  tot  september 2015

kerktoren-haanSoms ben ik niet erg trots op mijn kerk. Als ik hoor hoe krampachtig men reageert op homo’s die de liturgie, de eucharistie, willen vieren. Of wanneer kinderen door priesters en religieuzen seksueel worden misbruikt. Natuurlijk komt dit laatste in alle beroepsgroepen voor, maar het hele mechanisme om deze afschuwelijke dingen met de mantel der liefde te bedekken is verkeerd. Het is nooit goed om dit te verdoezelen. Laten we als kerkgemeenschap liever eerlijk zijn, helder en transparant. Laten we zaken die het daglicht niet kunnen velen juist wel in het licht zetten. Maar in welk licht?

Op de tweede zondag van de veertigdagentijd, die tweede halteplaats op weg naar Pasen, krijgen we ieder jaar het verhaal van Jezus’ gedaanteverandering op de Berg. In gesprek met twee grote voorgangers - Mozes en Elia - straalt Jezus. Hij straalt van binnenuit. Hij laat zijn licht schijnen op de anderen. En tegelijkertijd is de ernst van zijn leven helemaal aanwezig, want z’n drieën spreken ze over Jezus’ heengaan in Jeruzalem. Letterlijk staat er: zijn uittocht, zijn exodus. Net zoals eens de joodse slaven uit Egypte zijn bevrijd onder leiding van Mozes en ze door de Rode Zee heen moesten. Het zal allemaal niet zo eenvoudig zijn geweest want er volgde veertig jaar woestijn. Daarover hadden Jezus en Mozes en Elia het samen. Niks geen doofpot of verbloemen van de situatie. Wanneer je met de juiste mensen bent dan kun je oprecht de moeilijkheden met elkaar bespreken. Ook de missers en de fouten. En Jezus straalt…

De drie vrienden Petrus, Johannes en Jakobus die Hij meegenomen heeft, zien het. Ze begrijpen niet alles. Dat hoeft ook niet. Als ze maar zien dat er een licht van binnenuit kan stralen. Dan hebben we het niet over elektrische verlichting of ledlampjes. Het gaat hier om een heel bijzonder licht, iets dat heel diep in een mens gegroeid is. Je moet het eerst gekregen hebben om het dan verder te ontwikkelen. Mensen zeggen wel eens van iemand: zij heeft ‘het licht gezien’. Daarmee wil men dan zeggen dat zij alles met een andere bril bekijkt, dat ze net even meer ziet dan mensen gewoonlijk doen. Dat ze straalt.

Dit licht mag niet onder de korenmaat gezet worden. En dat gebeurt maar al te vaak. Als je van binnengeraakt bent, dan zul je er wat mee moeten doen. Abraham – uit de eerste lezing - heeft dat gedaan want hij heeft zich ingezet voor het verbond van God met zijn mensen. Jezus heeft het gedaan en Hij voelt de steun van twee grote voorbeelden, Mozes en Elia. Ook wij mogen dat licht over ons leven laten schijnen. We hoeven niets te verbergen. Hoe erg het ook is wanneer kinderen misbruikt worden, je kunt het beter aan het licht brengen dan het kwaad verstoppen. En mensen die gedoopt zijn en respectvol de communie willen ontvangen? Laat het licht van een milde én uitdagende God er over schijnen. Ieder zal zich toch moeten verhouden tot dit licht dat eens op die Berg Jezus heeft laten stralen. Wij – zelf kwetsbare mensen - hoeven geen barrières op te werpen. Wie het licht niet onder de korenmaat zet en er verantwoordelijk voor is, zal zelf wel zijn conclusies kunnen trekken.

Maar het gaat niet alleen over heikele onderwerpen – hoewel het wel onze aandacht vraagt deze week. Dit licht dat Jezus overweldigt, mag niet in een tentje opgesloten worden. Petrus, hoe goed bedoeld ook, heeft er niets van begrepen… Dit licht moet je in je opnemen en ook op plekken laten stralen waar het er echt toe doet. Aan het ziekbed van een terminale zieke? Gewoon wanneer je met je kinderen of kleinkinderen aan tafel zit en het gesprek ineens wat serieuzer wordt? Dit licht zou moeten stralen in de aanloop naar de verkiezingen, want ook dan is niet alles even zuiver en worden soms ook mensen buitengesloten.

Dit is pas de tweede halteplaats op weg naar Pasen, maar wel een belangrijke. Want met dit licht van Christus hebben we meer zicht op die weg van geloof. Met dit licht – in ons hart en stralend door ons heen – verandert ons leven wel. Ook het leven van onze naaste?

 

            Joost Jansen o.praem.