Dit is het HaDeejer.nl archief  van: 2006  tot  september 2015

kerktoren-haanEen tiental jaren geleden is de laatste keizerin van Oostenrijk-Hongarije gestorven, keizerin Zita, 96 jaar oud. Het protocol bij de begrafenis in de monarchie van Oostenrijk-Hongarije schrijft voor dat wanneer de overleden keizer of keizerin bij de kathedraal van Wenen aankomt, de deuren hermetisch gesloten zijn.

Een hoogwaardigheidsbekleder klopt dan met de staf op de deur en zegt: ‘Doe open, hier is Hare doorluchtige Hoogheid keizerin Zita van Oostenrijk-Hongarije.’ De deur blijft gesloten. De man herhaalt zijn klop en dezelfde vraag. Nog steeds geen antwoord. Voor de derde keer klopt hij op de deur van de Stefansdom in Wenen. Maar nu zegt hij: ‘Doe open. Hier is Zita, een christenmens.’ En de deuren zwaaien open.

In het evangelie gebeurt ook zo iets. Mensen die de voornaamste plaatsen innemen, ellebogenwerk om naar voren te komen, streven naar het hoogste, niet in innerlijkheid maar eerder naar het uiterlijk. Showbizz, rondlopen om gezien te worden. Soms ten koste van anderen. Het is van alle tijden en daarom blijft het evangelie actueel.

Moet een predikant nu fel uithalen en een moraliserend verhaal ophangen? Het risico is dat dit meestel niet veel uithaalt. De predikant heeft zijn plicht gedaan en de luisteraars gaan meestal over tot de orde van de dag, wetend dat het altijd zo zal blijven. Dat is het dilemma. Hoe dan wel?

Ik zie maar één weg. De aloude vraag: wie ben ik, in de ogen van degene die van me houden, in de ogen van de goede God. Ik ben een mens die geschapen is naar Gods beeld en gelijkenis. Dat is een ereteken. Het is onze adel. Maar in ieder van ons zit ook een gemis. We hebben allemaal aanvulling nodig. Wanneer we die aanvulling weigeren, ons dus afkeren van een ander, dan gaat het fout. Zonde is in de kern: afwijzen van een ander, afwijzen van God, de hulp en de aanvulling weigeren. In de catechismus spreken van het afwijzen van de genade. Dan wil ik graag hebben wat van die ander is, dan wil ik wat meer macht naar me toe halen, dan wil ik – zonder dat het me toekomt – de beste plaats aan tafel hebben.

Hoe kan ik leren om het anders te doen? Ik zat eens aan tafel met een bankdirecteur in Parijs. We hadden het over al die clochards die langs de straten van Parijs zwerven. Hij vertelde me: ‘Ik zie ze ook. Ik heb natuurlijk geld genoeg. Toch kan ik de ellende van die mensen niet oplossen. Ik geef één keer in de week. Maar iedere keer dat ik een clochard zie, kijk ik hem wel aan. Hij blijft een mens zoals ik.’ Hij blijft een mens zoals ik… Fundamentele gelijkheid. Een goddelijke democratie. Weten dat je naakt ter wereld bent gekomen en zonder iets weer overgaat naar die wereld van God. Weten dat wat je ook verdiend en verzameld hebt, het altijd gegeven is om er verantwoordelijk mee om te gaan. Als rentmeester.

Hoe kunnen we leren om het anders te doen? Het helpt niet om te zeggen: dit mag wel, dat mag niet. Het echte werk moet van binnen gebeuren, in je hart, daar waar God ieder van ons wekt tot liefde voor de ander. Het helpt wel om elkaar verhalen te vertellen. Zo merk ik in deze overweging ook. Het helpt om elkaar te vertellen waar de voorbeelden zijn van mensen die elkaar door dik en dun steunen, voor elkaar in staan.

Zal ik nog een laatste verhaal vertellen?

Het gaat over die beroemde rabbijn van Tolna. Hij kreeg een rijke op bezoek en had met hem een lang gesprek. Later kwam een arme met hem praten, maar al na vijf minuten was die weer de deur uit. De arme voelde zich benadeeld en beklaagde zich erover dat de rabbijn voor een rijke veel tijd uittrok maar een arme kerel snel wegstuurde. Voor een rabbijn zouden alle mensen toch gelijk moeten zijn. ‘Zeker’, antwoordde de rabbijn, ‘maar het zit zo: jij en ik weten dat jij arm bent, en daar zijn wij het dus snel over eens. Maar die andere denkt dat hij met al zijn goud en zijn diamanten rijk is. Het kost me uren praten om hem te doen inzien dat hij, met al zijn pretentie, een armzalig en meelijwekkend mens is.’

Zou God in zijn agenda ook voor ons tijd voor een lang gesprek uitgetrokken hebben?

Joost Jansen o.praem.