Dit is het HaDeejer.nl archief  van: 2006  tot  september 2015

kerktoren-haanoverweging op 5 september 2010
Ik heb geen ambachtsschool gehad. Ik heb het metselen geleerd door mee te werken met twee broedermetselaars in de abdij waar ik als negentienjarige ingetreden ben. Langzamerhand leer je dan de kneepjes van het vak.

Je leert ook hoe je door kunt metselen als het vriest en welke trucjes je kunt uithalen om het beton wat sneller te laten harden. Ieder ambacht heeft zo zijn kneepjes die je alleen maar leert door ervaring en door het afkijken bij anderen.

Het leven is ook een ambacht. Niet een vak, noch een beroep, wel een ambacht. Het leven als een ambacht? Ja, want bij een ambacht komen kennis en bekwaamheid bij elkaar, oftewel hart, ziel en lichaam, de hele mens. Het is misschien een beetje vreemd om zo tegen je leven aan te kijken. Maar je bestaan als mens als een ambacht zien, zorgt er wel voor dat je geen robot of machine wordt. Wie een robot is geworden ziet andere mens niet meer of wel maar dan worden mensen gewoon een verlengstuk van je zelf, een stuk gereedschap. Zo’n beetje als het gekrioel van mensen in sommige landen die nog met korven zand een dam aanleggen. Wanneer je het leven ziet als een ambacht dan word je ook geen zwever, iemand niet met beide benen op de grond staat. Alleen maar het hoofd in de wolken. Wanneer een volgende idee langskomt dan rennen die mensen er achter aan totdat ze weer bedrogen uitkomen.

 

Om mensen wakker te schudden, de robots en de zwevers, geeft Jezus ze een forse verbale dreun: ‘Wil je mij volgen dan moet je je vader en moeder haten, je kruis opnemen. Denk daar maar eens over na.’ Bepaald geen aantrekkelijke boodschap, wie durft nog? Waarom zijn er dan mensen geweest die Jezus wel gevolgd zijn? Natuurlijk zijn er mensen die avontuurlijk zijn aangelegd en het ascetisch bestaan een uitdaging vonden. Je hebt monniken die de woestijn intrekken. Je hebt de missionarissen van vroeger die van hier vertrokken met het idee dat ze nooit meer zouden terugkeren en in den vreemde zouden sterven. Dat zijn de extremen. Maar van Jezus weten we dat Hij op een gewone manier met alle aardse mogelijkheden omging. Hij was geen Johannes de Doper die in een kameelharen mantel rondliep en alleen maar sprinkhanen en wilde honing at. Jezus kleedde zich gewoon, at gewoon en was gewoon benaderbaar. Een mens onder de mensen. Mensen merkten ook dat er in Hem veel nabijheid was maar ook afstand. Innerlijke afstand. Een innerlijke aandacht voor Iemand anders. Hij noemde die Iemand God, zijn Vader. Godsdienst was voor Hem geen stukwerk, godsdienst was voor Hem niet zoveel rozenkransen bidden, zoveel vieringen bijwonen. Godsdienst was voor een soort ambacht: met hart, ziel en lichaam God dienen. Om iets moois onder mensen op te bouwen. Daartoe wilde Hij de mensen wakker schudden met wat stevige uitspraken. Worden wij er door wakker geschud?

 

Dit weekend moet ik een antwoord geven op de vraag wat mij heilig is. Het is voor het kerstboekje dat naar de drukker moet. Wat is mij heilig? In 75 woorden. Het wordt ook aan andere mensen gevraagd. Daarover nadenkend kom ik toch weer uit bij waar het vandaag in het evangelie omgaat: met hart, ziel en lichaam instaan voor wat mensen van binnen opbouwt, liefde, vrede, verzoening. En nog een heleboel zaken meer. Maar steeds moet het komen van binnenuit, vanuit een innerlijke geraaktheid. Met aandacht leven begint toch eerst van binnen. Dan pas zal er ook veel gedaan moeten worden, voor zover je het kunt. Maar ieder van ons, klein en groot, jong en oud, kan met aandacht leven, voor anderen, omwille van je zelf ook.

 

Doet een goede metselaar dat ook niet? Met aandacht de stenen een voor een neerleggen op een speciebedje. Een ambachtsman werkt met aandacht. Zo mag je ook je bestaan als een ambacht zien, met aandacht leven, de juiste keuzes maken. Dat is echte wijsheid, ontzettend praktisch. Maar het verbind je ook met mensen én met God.

Joost Jansen o.praem.