Dit is het HaDeejer.nl archief  van: 2006  tot  september 2015

kerktoren-haanOverweging op 24 oktober 2010 
Het draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking wordt minder in Nederland, zo las ik in de krant. Ik vroeg me af of dit ook van invloed is op ons op deze Wereldmissiedag. Niet alleen de verhalen over corruptie in de landen-ver-weg waardoor geld ‘aan de strijkstok blijft hangen’ speelt een rol, ook de bezuinigingen in eigen land zijn de oorzaak. Men kiest toch eerder voor eigen portemonnee…
Het is een reactie die al zo oud is als de wereld zelf. Wanneer mensen zich bedreigd voelen, trekken ze zich terug op eigen erf, in hun eigen vertrouwde omgeving. Hun eigen ‘ik’ wordt met zorg omgeven.Dat doet trouwens de eerste bidder in het evangelie ook. Hoe vroom hij zich ook voordoet, hij staat - zoals ook ik – vóór in de tempel te bidden, hij heeft het over hoe goed hij eigenlijk is. Ik doe dit, ik doe dat…
Zijn ‘ik’ staat centraal. Gaat hij echt in gesprek met God? Is voor een goede communicatie niet nodig dat je ook ziet wie die ander is, er naar luistert, je er voor openstelt? Bij die tollenaar achterin in de tempel is het zo anders. Hij heeft het over ‘mij’. ‘God, wees mij zondaar genadig.’ Wanneer je zo spreekt dat doe je een beroep op die ander. God is voor hem belangrijker dan zijn eigen persoontje. ‘God, wees mij zondaar genadig.’ Een gebed van afhankelijkheid, een uiting van nederigheid. Wie op die manier een ander benadert, maakt meer kans op een goed contact dan iemand die etaleert hoe goed hij wel is. ‘God, wees mij zondaar genadig.’Welke houding laat ik in mij groeien? Hoe stel ik mij op? En waartoe? Want het gaat toch altijd om de keuzes die ik maak, die wij maken? Zo is het in onze dagelijkse contacten: ga ik er op uit of blijf ik thuis, veilig in mijn eigen wereld? Zo gaat het met ons land: reserveren we wel of geen geld voor ontwikkelingslanden? En hoeveel?
Zo gaat het ook met onze kerkgemeenschap: voelen we ons verbonden met de kerken ver weg, ook nu het aantal missionarissen vanuit Nederland drastisch is afgenomen? Sterker nog: nu Indiërs en anderen ons komen helpen in onze parochies? Laat ik een houding in mij groeien van openheid en solidariteit?Daar waar de communicatie stokt daar gaat een gemeenschap ten gronde. Wie aan zichzelf voldoende is en geen contacten meer legt met anderen, verpietert. De tollenaar in het evangelie met zijn simpele gebed ‘God, wees mij zondaar genadig’ gaat gerechtvaardigd naar huis, staat er geschreven.
Dat betekent: deze mens van achterin in de kerk zit goed, is verbonden met God en met anderen. Want zijn houding van eerbied voor Gods aanwezigheid zal ongetwijfeld ook doorspelen in zijn dagelijkse dag. Zulke mensen zijn een zegen voor onze samenleving.Maar zo’n houding hebben we ook broodnodig in onze kerkgemeenschap. Met alles wat er zich afspeelt, past ons de houding van de tollenaar: ‘God, wees mij zonder genadig.’ Met al die kerkmensen die de fout in zijn gegaan, past het ons te bidden: ‘God, wees ons zondaars genadig.’ Met groeperingen die zich sluiten voor wat er over de grenzen in onze wereld aan nood is, mogen we ook bidden: ‘God, wees ons zondaars genadig.’Een gemeenschap die niet over eigen grenzen heen kijkt, is gedoemd te sterven.
Op deze Wereldmissiedag is het zo belangrijk om het missionaire gezicht van onze kerk te promoten. Zij hebben ons nodig en wij hen. Het elan van al die jonge kerken elders kan ons weer frisse, nieuwe moed geven. Ik sprak de weervrouw van RTL4 die voor de Vastenactie in Malawi was geweest. Een eucharistieviering in Malawi van twee tot drie uur waarin alles en ieder meedeed was voor haar een feest. Ze proefde het jeugdige elan van christenen, zoals het christendom bedoeld is. Het contact over en weer is broodnodig, voor ons én voor hen. Solidariteit betekent dat je de ander nodig hebt, dat we als kerk van het Westen andere gemeenschappen ver weg nodig hebben.Elkaar nodig hebben… wereldwijd… God, wees ons genadig…  Joost Jansen o.praem.