
Gelukkig dat de herders blijven waken. Herders in die tijd staan niet zo in aanzien. Er wordt op hen neergekeken. Ze zien er ook wat onverzorgd uit. Het zijn ook mensen die niet veel te verliezen hebben, buiten de schapen van hun kudde. Voor die schapen hebben ze alles over. Als er één schaap verloren loopt, gaan ze er achteraan. Dat is zeker. Die herders zijn heel anders dan de mensen van de stad. Die gooien snel overtollige dingen weg. Als de mensen van de stad uitgekeken zijn op bepaalde zaken dan ruilen ze die in voor andere. Tot in hun relaties toe… De herders kunnen dat niet, zo weinig hebben ze. Gelukkig maar.
Toch leeft er ook bij hen het verlangen naar verandering. Die herders voelen ook wel dat het anders moet met de samenleving. Net zoals in de tijd van de profeet Jesaja is er duisternis, gaan mensen gebukt onder het juk. Misschien wel het juk van altijd gelukkig te moeten zijn. Want als je toch niet gelukkig bent, dan ben je toch mislukt in je leven? De dwang om gelukkig te moeten zijn, is er vandaag ook…
Ineens… Het gebeurt plotseling. Ineens breekt er licht door. De hemel breekt open. De boodschappers van God nemen het woord: wees niet bang. God bemoeit zich met onze wereld. Er is een nieuwe redder, Jezus. Trouwens de naam Jezus is letterlijk vertaald: God redt. Wij denken dan onmiddellijk dat er een geweldenaar op het toneel verschijnt. Niets van dit alles: de herders komen in een stal, met een jonge moeder, een schuchtere vader en een pasgeboren kind. Niet meer dan dat. O ja, er zijn ook nog een os en een ezel. Het is in die stal maar een armzalig stelletje, maar er is wel veel liefde, en zorg, en verantwoordelijkheid. Dat is onze redding.
Onze redding is dat we ons weer kunnen laten raken door een pasgeboren Kind van Licht, dit Kind van God. Onze redding is dat we opnieuw verwonderd kunnen zijn dat nieuw leven aan ons wordt toevertrouwd. Onze redding is dat we verantwoordelijk gemaakt worden voor de toekomst van dit nieuwe leven. Voor de toekomst van een samenleving waarin mensen een weg van licht gaan. Dat is onze redding.
Te midden van een wereld die het niet zo nauw neemt met een heleboel fundamentele waarden vieren wij Kerstmis. Wij vieren dat God zich laat zien in een Kind, Jezus, geboren te Betlehem in een stal. Wij vieren meer. Wij vieren dat God ons verantwoordelijk maakt voor alles waar dit Kind, hoe klein het ook is, voor staat. Voor vrede, voor onderlinge steun, voor zuiverheid en trouw in je relaties. Dat vieren we met Kerstmis.
Er wordt wel eens gezegd dat het niet zo toe doet wat je gelooft. ‘Al die godsdiensten zijn toch hetzelfde’, zegt men wat onnadenkend. Maar dat is dus niet! Met Kerstmis is de start van het christendom en dan gaat het om een kwetsbaar kind. Dit Kind zegt ons: God begint bij de kwetsbaarheid. De zwakte van een hulpeloos kind is misschien wel heel sterk! Dat is christendom. Zo is ons geloof. Daarin is het christendom niet te vergelijken met andere godsdiensten. En die hulpeloosheid blijft, die zwakte ook, want Jezus sterft wel op een kruis.
De herders gaan weer naar huis. Ze waken van nu af anders. Wie geraakt is door dit Kind van Betlehem die waakt voortaan anders. Wie ervaren heeft dat God zich bemoeit met deze wereld en ons een boodschap in handen heeft gelegd van ‘eer aan God in den hoge en op aarde vrede onder de mensen in wie Hij welbehagen heeft’ die waakt anders. Terwijl misschien veel mensen slapen, waken de herders. Wie herder is met deze boodschap zal overal speuren naar wat mensen moed geeft en hoopt. Wie herder is voor zijn gezin, zijn vrienden, zijn buurt, op zijn werk, zal niet aflaten met zorg en liefde de ander nabij te zijn. Dan straalt Kerstmis een heel jaar door.
Joost Jansen o.praem.