
Er zijn woorden die verdelen en verwonden, er zijn woorden die genezen. Hoe actueel is dit vandaag in een maatschappij waarin met een beroep op de vrije meningsuiting mensen denken dat ze zo maar alles kunnen zeggen.
We hoorden een verhaal van Jezus waarin Hij mensen roept om het bevrijdende woord van de Blijde Boodschap rond te brengen. Een boodschap die richting wijst. Een woord dat mensen verlicht. Kan een woord verlichten? Ja en wel op twee manieren: een bemoedigend woord kan ineens een ander licht op de zaak werpen. En ook: een woord kan de last die op iemands schouder rust lichter maken. Dit is geen abstract betoog. Voor mensen zoals u en ik is dit woord bedoeld. Jezus en na Hem de velen die hem gevolgd zijn, hebben geen speciaal genre mensen op het oog. Het gaat om allen die je – gewoon – het eerste tegenkomt in je bestaan. Het gaat over de mens in de straat.
Wat is er echter allemaal voor nodig om die Blijde Boodschap rond te brengen? Er zijn mensen die zich er op beroepen dat ze weten wat anderen moeten geloven. In onze kerk kom je ze vandaag wat meer tegen. Ze doen stevige uitspraken die niet altijd genezen, ze verwonden eerder. Dat is jammer. Men doet elkaar verdriet aan. Zo is dat Woord van die Blijde Boodschap niet bedoeld. Hierdoor worden ook gemeenschappen tegen elkaar uitgespeeld. Dat zou niet moeten. Jezus heeft op de avond vóór zijn dood gebeden ‘opdat allen één zijn’. Hij had toen nog niet de verdeeldheid tussen de vele kerken op het oog. Die waren er nog niet. Hij doelde in eerste instantie op de groep die toen om Hem heen stond. Het is moeilijk om mensen bijeen te houden. Hoeveel vaders en moeders hebben niet het zelfde verlangen in hun laatste levensfase? ‘Als jullie maar elkaar blijven respecteren, als jullie maar bijeen blijven’, is de hartenkreet van velen.
Wat is er dan allemaal nodig om die Blijde Boodschap rond te brengen? De wil om te verbinden en te genezen. En perspectief. Dat laatste ontbreekt wel eens. Veel mensen willen graag horen dat wat hen nu, onmiddellijk, aangenaam is. Ze zijn dan geneigd om te luisteren naar de grootste schreeuwer die er wel voor zorgt dat het hen goed zal gaan. Dan maar wat minder ontwikkelingshulp… We hebben echter perspectief nodig. Perspectief waarin aandacht is voor wat over onze grenzen gebeurt. Jezus, in navolging van de profeet Jesaja uit de eerste lezing, kijkt ook over zijn eigen landsgrenzen heen. Wie niet verbindt, zal op den duur verdelen.
In onze samenleving, in onze eigen rooms-katholieke kerk, in de verschillende christelijke kerken, is de eenheid niet altijd even duidelijk. Wat kunnen wij doen? Op de eerste plaats spreken met het oog op eenheid. Er zijn woorden die verwonden, er zijn woorden die genezen. Obama had het in zijn toespraak over het gif in de taal die mensen gebruiken. Dat gif zit op de eerste plaats in de mens zelf. Het komt soms naar buiten en richt dan schade aan. We kunnen bidden om een zuivere geest want dan pakken we de verdeeldheid in de kiem aan. We kunnen luisteren naar anderen om te ontdekken wat die ander nu eigenlijk wil zeggen, hoe moeilijk ook onder woorden gebracht. We kunnen samen dingen oppakken om te werken aan verbondenheid. Dat vraagt om ontmoetingen, zoals nu in deze kerk. Dit alles en nog zo veel meer, ligt onder handbereik.
Er zijn woorden die kwetsen, er zijn woorden die genezen. Om goed te communiceren moeten we ons laten voeden. Want het heeft allemaal met ons innerlijk te maken. Dat voedsel – hoe bescheiden ook – gaan we ontvangen. Hier aan deze tafel. Opdat het ons zuivert en geneest van binnen, om zelf weer woorden te spreken die genezen.
Joost Jansen o.praem.