
Daarom neemt Jezus deze beelden op in zijn grote toespraak aan het begin van zijn openbare leven. In de Bergrede – want zo wordt deze toespraak genoemd – zet Hij de lijnen uit. De weg wordt geschetst: de weg van geluk, de weg om zuiver door het leven te gaan. De weg om een goede samenleving op te bouwen: mensen met elkaar en voor elkaar. Mensen met hun alledaagse leven én met hun mysterie, met hun ziel.
Jezus spreekt deze toespraak tegen zijn leerlingen. ‘Jullie zijn het licht der wereld. Jullie zijn het zout der aarde.’ Hij zegt het ook tegen ons. Hij bedoelt geen andere mensen dan zij die dit woord horen. Als wij de hoorders zijn, dan is het dus tegen ons gesproken. Tegen mij en u. Niet alleen maar voor de buurman of iemand in ‘Verweggistan’. Wij zijn het licht der wereld en het zout der aarde, wij als deze gemeenschap, dat wil die Jezus ons zeggen.
Maar licht en vuur zijn aantrekkelijk én gevaarlijk… Het is heerlijk om aangesproken te worden met veel positiviteit. Prima, je voelt je prettig. In iedere mens zit ook wel een beetje ijdelheid. Maar als we in het volle licht komen te staan, dan hebben we de neiging om ons gedekt te houden. Jezus weet dat wel. Daarom heeft Hij het over de korenmaat waarmee mensen het licht willen afdekken. Vaak is men bang om echt voor zijn mening uit te komen. ‘Kijk maar niet naar mij, ik stel niet zo veel voor’, lijkt men te zeggen. Onthoud je dan de ander niet jouw eigen inbreng. Weiger je dan niet steentje aan het geheel bij te dragen? Nelson Mandela bij zijn openingstoespraak als nieuwe president van Zuid-Afrika heeft deze tekst – Jullie zijn het licht der wereld - gebruikt om fel van leer te trekken tegen zijn volksgenoten. Hij zei: ‘Zet je licht niet onder de korenmaat want dan doe je de ander te kort. Een ander heeft recht op jouw gaven, jouw inzet, jouw creativiteit. Zeg nooit dat je bescheiden wilt zijn want dan breng je de ontwikkeling van je land in gevaar. Laat je licht schijnen voor elkaar.’ De woorden van Mandela zijn ook een beetje tot ons gesproken. Wij zijn die mensen die aangevuurd moeten worden. Maar waarvoor?
Jezus trok erop uit met een boodschap van het Rijk van God, dat land van God waar mensen alles met elkaar delen, goederen en hart. Dat Rijk lijkt nog ver weg. En toch zien we hier en daar dat het gebeurt. Een man met een tas vol diploma’s helpt een jonge vrouw die niet haar huishoudportemonnee op orde kan krijgen. Elders zou die man 100,- Euro per uur verdienen, bij haar doet hij het gratis. Men zegt wel ‘pro Deo’, letterlijk wil dit zeggen: voor God. En toch… voelen sommige jonge ouders aan dat het dopen van hun kindje een meerwaarde meegeeft aan dat jonge leven. Ze zetten hun kind op die weg van het Rijk van God. Zo maar twee voorbeelden waaruit blijkt dat mensen heel bewust met hun eigen licht omgaan.
Maar licht en vuur zijn niet alleen aantrekkelijk, het is ook gevaarlijk om met vuur om te gaan. Ik heb het dan niet over de brandweerlieden die de brand bij café In ‘dn Ollie hebben moeten blussen. Het gaat er om dat je omzichtig moet omgaan met de gaven die je hebt gekregen. Niet alles wat je enthousiast doet, bouwt op. Het gaat er steeds om dat je bouwt aan…, dat je meewerkt aan… ja, aan die gemeenschap van Christus, ten dienste van het Rijk van God. Iedere keuze die je in je bestaan doet, mag je zetten in het licht van God. Iedere keuze, ook de kleine alledag beslissingen.
Wie zich eenmaal bewust is van dit licht dat hem gegeven is, die leeft anders. Je gaat je anders bewegen, je reageert anders van binnenuit. Lichaam en ziel: je bent hierin aangeraakt door Gods licht en Liefde. Dat maakt ons leven anders! Zijn we ons daarvan bewust?
Joost Jansen o.praem.