
Je ja moet ja zijn, je neen, neen. Wat er nog bijkomt is uit den boze. Dat laatste haal ik uit het lange evangelie van deze zondag. Daarin gaat het om zaken die in iedere tijd voorkomen. Het gaat om ervaringen van mensen. Het gaat bijvoorbeeld om niet te doden, maar Jezus wist ook wel dat er veel venijn tussen mensen kan zijn. Als je het kwaad niet in de kiem aankijkt, kan het van kwaad tot erger komen. Tot zelfs doden toe. Het zelfde geldt voor de verhouding tussen man en vrouw. Begeerte is er altijd geweest. De relatie tussen man en vrouw is niet vanzelfsprekend. Trouw is altijd op de proef gesteld. We voelen allemaal hoe kwetsbaar wij zijn in onze relaties. Een huwelijk wordt ook vandaag niet gesloten om eens te gaan scheiden. En toch zijn er scheidingen… Ergens is er een verwijdering in de relatie begonnen… Eén slippertje kan grote gevolgen hebben.
Deze verhalen uit onze traditie, uit onze geloofstraditie, sluiten dus wel degelijk aan bij wat er ook vandaag in onze samenleving gebeurt. Mensen die zeggen dat die verhalen van vroeger maar ‘verhaaltjes’ zijn, hebben niet bij de verhalen van de Bijbel stil gestaan. Wat nog verder meespreekt is dat tweeduizend jaar lang mensen deze verhalen op hun bestaan hebben toegepast. Steeds in andere omstandigheden, steeds opnieuw hebben ze er kracht en richting uit geput.
In onze maatschappij wordt geroepen – al jaren lang – om ‘meer blauw op straat’. Mensen zijn onveilig en barricaderen hun huizen. Ik weet hoeveel inbraakalarmen in de nacht van zondag op maandag zijn afgegaan toen de stroom enkele uren in onze dorpen uitviel. We weten echter ook dat meer repressie de veiligheid niet terugbrengt. ‘Als gij uw gave komt brengen naar het altaar en daar schiet u te binnen dat uw broeder iets tegen u heeft, laat dan uw gave voor het altaar achter, ga u eerst met uw broeder (of zuster) verzoenen en kom dan terug om uw gave aan te bieden’, zei Jezus. Hij geeft een duurzame weg aan want op den duur zal alles toch te maken hebben met dat kleine zaadje van vrede en verzoening dat in ons is gelegd. Dat zaadje moeten we helpen zich te ontwikkelen tot een mooie plant. Dan zal er echt wat veranderen in onze wereld.
Het is een lang verhaal dat ons op deze dag gegeven wordt. We kunnen onze oren er voor sluiten. Maar sluiten we ons dan ook niet voor iets heel wezenlijks in ons bestaan? We kunnen reageren met: ‘Dat is oude koek, niet meer van deze tijd.’ Maar dan kiezen we er voor om niet stil te staan bij wat onze samenleving kan veranderen. Wezenlijke veranderingen hebben altijd te maken met een beweging van binnenuit. Als men elkaar in een huwelijk niet kan vergeven, verkilt de relatie. Als men in een gemeenschap elkaar niet nabij kan zijn op het heel menselijk vlak, bloedt zo’n gemeenschap dood. De band tussen mensen kun je altijd aflezen aan hoe men met de zwakke schakels omgaat. Daarom heeft Jezus een voorkeur voor de armen en uitgestotenen. Niet dat de welgestelden en de grote middenmoot onbelangrijk voor hem zijn. Maar de omgang met de zwakken, de capaciteit om mensen met elkaar te verzoenen, laten zien hoe sterk een gemeenschap is. Ook een parochiegemeenschap, een kerk.
Een mens kan kiezen. Ieder van ons kan zijn eigen keuzes maken. Maar weet dan wel waarom je iets kiest. Geholpen worden we door verhalen, verhalen waarin ons een spiegel wordt voorgehouden. Het gaat vaak om gewone fijngevoeligheid. Een klein gebaar van steun, of een e-mail, een telefoontje waardoor een ander weet dat je er bent, of dat je er opnieuw bent. Denk eens aan hoe een file ontstaat: ergens staat iemand maar heel even op de rem. Enkele kilometers terug staat het dan stil. Zou het niet ook zo gaan als ons ja ja is en ons neen neen? Wat is de oogst van kleine gebaren van verbondenheid?
Joost Jansen o.praem.