Waarom moeilijk doen? Waarom gaat die Abram weg uit zijn land, zijn vertrouwde omgeving? Wanneer ik op vakantie ga, denk ik soms wel eens: waarom al die heisa, over twee, drie weken ben ik weer terug, hier op deze zelfde plek! Waarom toch wegtrekken? Er wordt van Abram verteld dat hij het niet meer uithield in een schijnwereld. Men zegt dat zijn vader een winkeltje had in godenbeeldjes.
Mensen kochten die voorwerpen om zich veilig te voelen. Die beeldjes waren voor hen als een soort verzekering. Een puber zei me onlangs: ‘Als ik die haaientand draag om mijn nek, dan ben ik beschermd en voel ik mij krachtig.’
Er komt een dag dat Abram op de winkel van zijn vader moet passen en die beeldjes wat moet afstoffen. Er vallen er een paar op de grond en ze breken. Abram schrikt ontzettend. Wat zal er nu gebeuren? Wat zullen die goden doen? Er gebeurt niets… Geen ingreep van Boven, geen ramp. Niets gebeurt er. Dat brengt Abram in verwarring. Wat betekenen die godenbeeldjes dan nog? En Abram gaat op zoek. Hij moet loskomen van zijn dichtgeslibde situatie waarin alles geregeld is, maar die geen uiteindelijke oplossing geeft.
De vastentijd is de jaarlijkse tijd van inkeer van de kerk. Via de uitbundigheid van Carnaval komen we los van de vastgeroeste patronen. Bezig zijn met wat werkelijk voor mij, voor ons, een antwoord kan zijn op hele wezenlijke vragen. Waarom kunnen in Libië mensen niet gewoon in saamhorigheid met elkaar omgaan? Waarom al die ellende in Japan? Waarom moet een kleinkind zo ziek zijn? Waarom het lijden? Wij zoeken naar antwoorden. Sommige mensen zeggen dat het in de sterren geschreven staat en pluizen horoscopen na. Anderen zeggen heel snel: ‘Het is de wil van God.’ Bij beiden groepen voel ik mij ongemakkelijk omdat het antwoord te snel komt, omdat het dan lijkt alsof ik zelf buitenspel wordt gezet.
Een echt antwoord krijg je pas als je zelf er serieus mee omgaat. Dat lees ik ook in het evangelie. Jezus heeft zijn vragen. Hij voelt aan dat zijn boodschap, die Blijde Bodschap die Hij van God, zijn Vader, heeft ontvangen, echt niet spontaan de harten van mensen verovert. Bij velen roept het eerder weerstand op. Het zou Hem de kop kunnen kosten. Jezus neemt drie intieme vrienden met zich mee. Hij wil nadenken, bidden, loskomen van de dagelijkse beslommeringen. Ze gaan de berg op, net zoals eeuwen daarvoor Abraham ook de berg is opgegaan, en Mozes en zovele anderen. Bij grote veranderingen in mensenlevens wil men afstand nemen van de dagelijkse gang van zaken. Men schept ruimte om net die nieuwe gedachte, dat nieuwe inzicht te krijgen. Misschien ook een nieuwe ontmoeting.
Een stem klinkt uit de hemel: dit is mijn Zoon, de Welbeminde. Dit is mijn geliefd kind… Dat is heel bijzonder. Het is een liefdesverklaring. Wanneer iemand tegen mij zegt dat hij of zij van je houdt, dan word ik klein van binnen. Jullie ook. Zo werkt dat bij ons mensen. Je wordt ook kwetsbaar. Kwetsbaar in je contact met anderen. Kwetsbaar ook om de vragen aan te kunnen, de vragen van waarom het lijden? Waarom is de wereld zoals de wereld is? Krijgen we in al onze kwetsbaarheid een antwoord op die fundamentele vragen? Geen één op één antwoorden. Wel merken we dat we meer innerlijke kracht opdoen wanneer we door God bemoedigd worden, wanneer we voelen dat we ook kinderen zijn van die God, dat we dus veilig zijn.
Jezus en zijn vrienden zijn de berg weer afgekomen. De vraag om op die berg drie tenten te bouwen laat zien hoe onhandig Petrus met de situatie omgaat. Het echte werk ligt in de vlakte, de berg af, onder de mensen. Wij zullen aan de slag moeten met al die vragen die tussen ons leven. Fundamentele vragen als die over het lijden, over wie de macht heeft, over vriendschap. Vragen over ‘leven’. Het komt er dan op aan hoe kwetsbaar en liefdevol we anderen nabij kunnen zijn. Wie liefde heeft ontvangen, kan ook liefde geven. Wie eenmaal heel diep ervaren heeft: jij bent mijn liefste, die zal zeker ook kwetsbaar en met liefde naar anderen staan. Is dat het antwoord op al die vragen rond lijden en dood? Misschien niet.. Of toch wel? Want in vriendschap en liefde ga je dan toch een weg met elkaar?
Joost Jansen o.praem.