Dit is het HaDeejer.nl archief  van: 2006  tot  september 2015

kerktoren-haan_thumbIs ongeloof verkeerd? Zijn sceptische mensen ongeschikt voor onze kerk? Wil de kerk alleen maar mensen die ‘ja en amen’ zeggen? ‘Ja-knikkers’? Dat zou wel gemakkelijk zijn. De kinderen die we voorbereiden op de eerste communie leren we dat ‘amen’ betekent: ik sta er achter, het is zo. Bij die kinderen is dit allemaal vanzelfsprekend. Dat is mooi, het hoort bij hun leeftijd. Maar zo mogen ze niet blijven. Zo zullen ze ook niet blijven.

Er komt een tijd waarop ze vragen beginnen te stellen of ‘het allemaal wel waar is’. Er zijn mensen die deze vraag stellen tot aan hun dood toe. Zijn die mensen nu verkeerd bezig? Ik ken een vrouw die nog steeds moeite heeft met het feit dat een bevriende geestelijke haar op het einde van zijn leven toevertrouwde dat hij zich vergist had. Hier voelen we de geloofsworsteling van zowel die priester, maar ook van die vrouw. Met alle vragen die in onze moderne tijd op ons afkomen, hebben we redenen te over om ons vragen te stellen over ons geloof. Is er nog wel een God? Is het geen sprookje dat een dode weer opgewekt wordt tot leven? En die kerk? Is die nog wel geloofwaardig met al die schandalen?

We zitten vandaag in goed gezelschap want een van de eerste leerlingen van Jezus had ook fundamentele vragen. Thomas geloofde het niet en hij vertrouwde het niet. Maar hij doet wel één belangrijk ding: hij blijft praten, hij blijft bij zijn vrienden komen, hij zondert zich niet af. Wie trouw blijft aan anderen, die houdt ook de mogelijkheid open om te veranderen. Je hoeft niet in je eigen gelijk te blijven vastzitten, je kunt groeien in je geloof. Je moet zelfs groeien in je geloof, vind ik.

Wat mij treft in dit verhaal is dat die Thomas het niet heeft over wat randverschijnselen. Hij heeft het over de kern van de zaak: over een dode Jezus, met de tekenen in zijn handen, voeten en zijde. De tekenen dus dat Hij wel degelijk op een afschuwelijke manier is omgebracht op een kruis. Thomas kijkt dus de realiteit aan, hij steekt zijn kop niet in het zand. Dat is groots, ook voor ons. Het is groots als een gemeenschap bij het ontvangen van een lintje van de koningin door een van hen, niet uit de weg gaat dat zij ook de dood in haar eigen familie heeft moeten aankijken. Zo groeit wel het geloof dat je niet bij de dood hoeft stil te staan. Niet bij de dood van Jezus, niet bij de dood van een geliefd iemand. Zo moeten we de vele vragen die rond geloven opkomen gewoon in alle directheid, en alle rauwheid ook, tot ons toelaten. Wie er mee in gesprek gaat, trouw blijft aan mensen, die zal ook verder kunnen gaan. Met deze mensen zal een antwoord op die vele bestaansvragen groeien.

Johannes Paulus II wordt vandaag zalig verklaard. Als er één paus is geweest die het gesprek met de moderne tijd niet uit de weg is gegaan dan is hij het wel. Het is al begonnen in zijn vaderland Polen waar hij het communistische denken niet uit de weg is gegaan. Hij is met een god-loze ideologie in discussie gegaan én heeft deze onderuitgehaald. Hij heeft op die vele, vele reizen de mensen opgezocht in al hun levensomstandigheden, met al hun vragen en noden. Hij heeft nagedacht, fundamenteel nagedacht. Hij heeft er over geschreven en gesproken. Het is dan ook te begrijpen dat velen hem zien als een voorbeeld tot navolging. Daarom wil men hem als heilige.

Maar God wil ook onze mening. God wil dat ook wij in gesprek gaan met de vele vragen die leven in onze samenleving. Bestaat God? Bestaat er Iemand waaruit wij kracht en liefde kunnen ontvangen? Is er een bron van belangeloosheid? Ik vertrouw hierop en dat geeft me de kracht om ieder keer weer aanwezig te zijn bij veel mensen. En ook bij God. En die gemeenschap van God, de kerk? Ik vertrouw op die gemeenschap van geloof waartoe Jezus de aanzet heeft gegeven. Ik ben blij met de rijkdom waarvan ik deel uitmaak. Ik ben niet blind voor de wonden, maar bij Thomas gaven de wonden van Jezus hem net dat zetje in de rug om zich toe te vertrouwen.

Er zijn veel vragen in ons bestaan. Als we ze delen met anderen, als we ze niet wegstoppen, dan kunnen ze ons verder brengen.

 

Joost Jansen o.praem.