
Wat is daarvoor nodig? Want dit willen wij toch allemaal? Gewoon even los, even helemaal bevrijd van alles wat ons bezig houdt. Gewoon helemaal opgelucht ademhalen. Niet meer al die zorgen over dat kind dat net niet de goede vrienden heeft, of die partner die ernstig ziek is, of die situatie dat mensen vol kritiek alles en iedereen de schuld geven. Behalve zichzelf… Wat is daar nu voor nodig?
Jezus spreekt deze dankzegging uit nadat hij zijn vrienden voor het eerst had uitgestuurd om zijn boodschap over dat Rijk van God uit te dragen. En het lukt! Die leerlingen hebben succes. De mensen luisteren naar hen en er komt wat op gang. Nu kun je op twee manieren reageren als een ander wat goeds doet: je kunt jaloers zijn en dan zie je ergens nog wel wat onvolkomenheden bij die ander. ‘Als hij een beetje dit had gedaan dan had hij wel meer resultaat gehad.’ Je kunt ook van harte instemmen met die ander. Natuurlijk doet hij of zij het anders, en ook zo is het goed. ‘Ik prijs U, Vader…’
Maar er is meer nodig. Er is niet alleen nodig dat je heel open kijkt. Er is ook nodig dat je nederig bent, ‘nederig van hart’, staat er in het verhaal van Jezus. Nu klinkt dat wat weerbarstig want wij denken bij nederigheid vaak dat je een dut bent, of een sul, of een softi. In ieder geval niet iemand die er in onze huidige maatschappij toe doet. Maar het woord nederig heeft te maken met ‘aards-zijn’. Je mag lezen: kom tot mij jij die met beide voeten op de grond staat, jij die kunt relativeren. Kom maar bij me, want zulke mensen heb ik echt nodig. Mensen die nuchter en concreet hun blik richten op een groter geheel. Deze mensen bouwen mee aan dat stukje samenleving waaraan ze deel hebben. Wie kent niet de ouder die op de basisschool de hele groep, de hele klas, wil ombouwen om haar eigen kind maar ter wille te zijn. Iedereen moet buigen voor deze ouder, want haar kind… Wie nederig is, kijkt steeds naar wat een samenleven goed doet. Dat bouwt op tot het Rijk van God.
Wat is er verder voor nodig om zo onbevangen helemaal dankbaar te kunnen zijn? Dat je bij elkaar kunt uitrusten en beschutting vinden. Dat je je veilig voelt bij God die mij, jou, ieder van ons toezegt: ‘Komt allen tot Mij die uitgeput zijt en onder lasten gebukt, en Ik zal u rust en verlichting schenken. Neemt mijn juk op uw schouders en leert van Mij.’ Als je bij God komt, legt Hij je dan een juk op? Ik herinner me nog hoe een hoogzwangere boerin met een juk twee volle melkbussen aan de rand van de weg kwam brengen. Dat juk had zij nodig om die zware last te kunnen dragen. Zonder juk had ze het niet gekund. Het juk hielp haar. Zo bedoelt Jezus het ook. Hij wil ons geen zwaar juk opleggen. Godsdienst is geen last, geloof is geen moeilijke zaak. Godsdienst en geloof zijn juist bedoeld om de dagelijkse lasten die we allemaal hebben, de ene dag wat meer, de andere dag wat minder, om die dagelijkse lasten te kunnen dragen. Om uiteindelijk dankbaar te kunnen zijn.
Is het niet grandioos als je echt eens helemaal dankbaar kunt zijn? Gewoon even helemaal los? Dankbaar om elkaar, dankbaar om wat je van elkaar aan vriendschap en liefde ontvangt. Natuurlijk verliezen we de realiteit niet uit het oog. Maar tegelijkertijd gebeurt er iets fundamenteel anders in onszelf als we echt toelaten dat we dankbaar mogen zijn. We komen bij God thuis.
Joost Jansen o.praem.