Macht is overal aanwezig. Wat begint in sommige landen als een bevrijdingsbeweging zien we omslaan in pure dictatuur. Maar ook in het klein, in werksituaties, in verenigingsleven, en soms ook in families zien we hoe mensen de macht naar zich toe trekken. Men maakt het zich onderling best wel moeilijk. Het speelt zich ook af in onze dorpen. Het is zo oud als de mensheid zelf want Kaïn was al kwaad op Abel en sloeg hem zijn kop in.
U begrijpt wel dat ook onze kerk er niet vrij van is. De rel rond de San Salvatorparochoe in Den Bosch draait eenvoudig om de vraag: ‘Wie is de baas?’ De mensen van de parochie, het gewone volk dus, of de opgedrongen pastoor in de vorm van een hulpbisschop. Een sterkere machtsgreep is in onze kerk niet denkbaar. Misschien vraagt u zich – met mij – af: ‘Is het allemaal wel deze deining waard? Waar moet het in ons geloof om gaan?’
Jezus vecht er ook mee. Ongetwijfeld heeft Hij gezag, dat is meer dan duidelijk. Zijn gezag zou Hij kunnen uitventen, Hij kan naar de macht grijpen. Dat is de verleiding. Als Hij zijn omgeving de wapens laat opnemen, is Hij binnen de kortst mogelijke keren een geduchte bendeleider. En Hij heeft zelfs een paar driftkikkers bij zijn twaalf leerlingen! Jezus neemt echter niet de wapens op. Waarom niet? Omdat Hij geen lef heeft? Dat denk ik niet, want elders laat Hij zien dat Hij meer dan genoeg lef heeft. Vraagt het geen moed om je niet aan je lot te onttrekken? Hij volgt steeds consequent zijn opdracht. Waarom?
Hij heeft het over God, zijn Vader… Hoe je het ook wendt of keert, bij Jezus kom je altijd uit bij het ‘Onze Vader’. En dan bedoel ik niet op de eerste plaats het gebed dat we allemaal kennen. ‘Onze Vader’ is op de eerste plaats een ingrijpende ervaring, een roeping, die het leven van Jezus ten diepste heeft bepaald. God is zijn Vader. Maar het ontslaat Hem niet van zijn eigen verantwoordelijkheid. Alleen het feit al dat je iemand hebt waar je altijd bij terecht kunt, die je steunt in je goede ontwikkelingen en je af en toe waarschuwt voor valkuilen, iemand op wie je onvoorwaardelijk kunt vertrouwen, geeft aan Jezus een ongelofelijke power. ‘Onze Vader’ is op de eerste plaats die diepe ervaring die je kracht geeft bij alles wat op je weg komt.
Dan ga je niet meer spreken in hoog en laag, in meester en knecht, in wie de macht heeft en wie maar moet volgen. Iedere mens die je tegenkomt heeft als het ware dezelfde Vader als jij. Dat geeft aan de onderlinge verhoudingen een hele bijzondere lading. Met zo’n houding kan het bij de San Salvator helemaal anders lopen want dan gaat men anders met elkaar in gesprek. Van beide kanten, voeg ik er aan toe.
Heeft in de kerk dan de een niet meer te vertellen dan de ander? Heeft de Paus het dan niet voor het zeggen? En na hem de bisschop, en - na een hele tijd niets - de pastoor? Met andere woorden: hoe staat het met de hiërarchie? Ook hier is het door de eeuwen heen een op en neer gaande beweging. Een vijftig jaar geleden rond het concilie Vaticanum II was de overtuiging sterk dat we allemaal even verantwoordelijk zijn voor die Blijde Boodschap van Jezus. Nu zitten we in een wat killere periode waarin paus en bisschoppen meer hun gezag opeisen. En het venijn zit ‘m in het woordje ‘opeisen’. We merken dat de kerk vandaag in de media niet het tij mee heeft. De boodschap van Jezus wordt doorgaans niet door onze gezagsdragers op een bevrijdende wijze uitgedragen. En dat merk je maar al te goed bij de gewone man in de straat. Door te grijpen naar macht verliest men gezag.
En als wij samen het nu eens goed gaan doen? Als wij nu eens gaan leven vanuit ‘Onze Vader’? Niet alleen dat gebed dat Jezus ons geleerd heeft, maar veeleer vanuit dat super eenvoudige vertrouwen dat God Vader is en dat Hij ons vraagt zijn goede boodschap te leven en uit dragen. Als wij ons ergeren aan mensen die naar de macht grijpen, moet dat voor ons dan geen aanleiding zijn om het zelf anders te doen? Dan zullen we samen een gemeenschap vormen van broeders en zusters, ieder met zijn eigen talenten. Dan zal die gemeenschap van de kerk echt een levens lichaam zijn waar ieder elkaar nodig heeft. Zo’n gemeenschap is aantrekkelijk!
Joost Jansen o.praem.