Dit is het HaDeejer.nl archief  van: 2006  tot  september 2015

kerktoren-haanIn het licht brengen,
overweging op Oudjaar
Als een kindje twee à drie jaar oud is, heeft het de neiging om achter zijn vader of moeder te kruipen in gezelschap. Ouders proberen dan – met min of meer goed resultaat – het kind naar voren te halen om het die ander een handje, het goede handje, te laten geven. Het is niet vanzelfsprekend om je te laten kennen. Staan in het licht is niet aangeboren, zo blijkt. Staan in het licht wil niet zeggen dat je constant in de schijnwerpers staat. Staan in het licht betekent dat alles wat je doet het daglicht kan velen. En dat is niet eenvoudig.

Kan alles wat onder is gebeurd is het daglicht velen? Misschien wel in ons eigen leven, en dan is het ook niet altijd eenvoudig. Maar als parochie, als dorpen, als kerk? Het is een hele opgave, lijkt me.

Het vieren van Oudjaar is een oefening om in dankbaarheid te leren terugkijken. Ook wat niet zo in het licht kwam te staan, mag in het licht gezet worden. Waar denk ik dan aan? Ik heb geen zin op Oudjaar om de wapenfeiten van een parochie voor het voetlicht te halen. Zoveel dopen, eerstecommunicanten, vormelingen, huwelijken, zoveel uitvaarten, zoveel eucharistievieringen en woord- en gebedsdiensten. Wie teveel aan het tellen slaat, denkt wellicht dat hij of zij zich daarop kan beroepen én beroemen. Als we in het licht zetten wat niet zo openbaar is dan denk ik allereerst aan de inzet van onze vrijwilligers. Overal zijn ze aanwezig. En als er dan ergens een werkelijk tekort ontstaat zoals in het voorjaar in Heeswijk met de kosters en acolieten voor een uitvaart, dan staan er mensen op die het recht breien. Als we in het licht zetten wat gewoonlijk niet zichtbaar is, dan denk ik aan de stille aandacht en gebed dat in de huizen hier in Heeswijk, Dinther en Loosbroek gebeurt. Er worden wat kaarsjes aangestoken voor een kleinkind dat examen moet doen, of voor iemand die zwaar ziek is.

Als we in het licht zetten wat in het duister is geschied, dan moeten we ook denken aan die zwarte pagina’s in de geschiedenis van onze kerk en die met het rapport Deetman aan het licht is gebracht. Ook de laatste dagen zijn weer twee pastoors geschorst om wat tientallen jaren geleden gebeurd is. Ik bid dat we het verleden kunnen vergeven en ons keren naar de toekomst. Het staat zo mooi in de eerste lezing: God overstelpt de mens met barmhartigheid. En zouden wij dan niet wat barmhartiger met het verleden om kunnen gaan? Is de toekomst niet veel waardevoller?

Wanneer we in het nieuwe jaar in het licht willen gaan, wat is daarvoor nodig? Laat ik twee dingen naar voren halen: transparantie en gebed. Laat ik eerst een transparantie nemen. Transparantie betekent dat je alles wat je doet, zo doet dat een ander mee kan kijken. Niet alles is natuurlijk voor iedereen bestemd, maar wanneer mensen die van je houden en waarvan jij houdt niet mee kunnen kijken, dan is er iets mis. En zouden we God daar ook niet in kunnen betrekken? Wie wandelt met God, met Hem spreekt als tochtgenoot, is nooit alleen en heeft altijd een kritische vriend naast zich.

Ik denk dat wandelen met God bidden is. Het gaat dan niet meer om vastgelegde gebedjes, hoe goed die ook zijn, het gaat om contact en meekijken. De heilige pastoor van Ars antwoordde op de vraag wat voor hem bidden was: Hij kijkt naar mij en ik kijk naar Hem. Zo eenvoudig is het, of zo uitdagend!

Wij maken samen de overgang naar het nieuwe jaar. Morgen is het 2012 via een nacht vol licht en ook lawaai. En wanneer morgenochtend de rust is weergekeerd ligt er een heel nieuw jaar voor ons open. Dat het een gezegend jaar moge zijn, voor ons allemaal en allen die aan ons zijn toevertrouwd!

Joost Jansen o.praem.

Een nieuw jaar, nieuw kansen

overweging op Nieuwjaar

 Als het lawaai is verstomd, als we weer zijn opgestaan en we echt in het nieuwe jaar staan, wat gebeurt er dan? Natuurlijk de vele wensen die we elkaar geven: ‘de beste wensen’, of liever: ‘Zalig Nieuwjaar.’ Als we vooruitblikken en het nieuwe jaar ingaan, wat zien we dan? Zien we ‘beren op de weg’? Waarschijnlijk is deze constatering heel reëel. Volgend jaar zal het ons economisch niet voor de wind gaan. Er wordt zelfs gesproken over het korten op de pensioenen. Bedrijven sluiten en in verschillende golven zullen er meer werklozen komen. Maar – en dan spreekt ook het geloof een woordje mee – je kunt de moeilijkheden die we gaan ondervinden ook zien als nieuwe kansen, als nieuwe mogelijkheden. Dat kijk je anders, dan zet je dezelfde feiten in een ander licht. Dan doe je net als de herders in het evangelie die op kraamvisite zijn geweest, niet gebruikelijk reageren met de constatering dat er weer een wereldburger er bij is maar God verheerlijken en zegenen om nieuw leven in hun midden en ook nieuw leven in hun hart. Dan doe je ook als Maria die al die gebeurtenissen overweegt en bewaart in haar hart.

Heb ik nog verlangens voor het komende jaar? Na wat er allemaal over onze kerkgemeenschap, dus ook over onze parochie, is afgekomen, heb ik heel veel verlangens. Steeds wil ik mij de vraag stellen: waar gaat het nu eigenlijk om als we geloven? Iemand vertelde mij dat ze wat te laat was bij het sporten omdat er een mis was voor haar ouders. Een medesporter merkte spottend op naar anderen: zij gaat nog naar de kerk. Als alles wegvalt, als mensen geloof en kerk belachelijk maken, waar gaat het dan eigenlijk om als we geloven? Op de eerste plaats door een geraakt zijn, geraakt zijn door een boodschap van Jezus waarvan we nu de geboorte hebben gevierd maar die zich heeft laten zien in ons midden als de mens die het Licht van God heeft gebracht. En nog brengt, want wanneer we de verhalen vertellen en zijn gebaren doen, dan gebeurt het opnieuw. Realis presentia, zegt de grote Traditie. Echte aanwezigheid.

Wie hierdoor geraakt is, wie – zoals we dat vandaag zeggen – het virus heeft opgelopen, die ziet overal wel waar er wat te doen is, die ziet wel hoe hij kan liefhebben. En hij of zij kan vertellen, vertellen zoals de herders vertelden van wat ze gehoord en gezien hebben. Vertellen dat wanneer mensen elkaar opzoeken en samen de schouders er onder zetten, ook een crisis nieuw kansen biedt. We kunnen vertellen dat afbraak nieuwbouw mogelijk maakt, als er maar een goed plan ligt. En dat plan geeft God ons in handen met het verhaal van Jezus van Nazaret. We kunnen vertellen dat we gezegende mensen zijn als we ook elkaar zegenen. Elkaar zegenen wil zeggen: elkaar promoten en ondersteunen. We kunnen vertellen en getuigen dat het bestaan niet ophoudt in het hier en nu, maar dat er voorbij de horizon ook nog mogelijkheden zijn. We kunnen vertellen dat wij geliefde mensen zijn omdat – wat er ook gebeurt in je leven – er een God is die Liefde is en van ons houdt.

Wanneer we zo dit nieuwe jaar ingaan, met elkaar, dan wordt het een gezegend jaar. Dan kunnen we elkaar toewensen: een Zalig Nieuwjaar!

 

                                                                       Joost Jansen o.praem.