Deze ervaring komt in mijn herinnering nu ik dit verhaal van Jezus’ laatste gang door onze tijd heb gehoord. Het proces van Jezus, de langzame dood, tergend langzaam, en zo absoluut. En dan die kreet: ‘God mijn God waarom hebt Gij mij verlaten.’ Wanneer je in je leven zo op God hebt vertrouwd en alles voor Hem over hebt gehad, dan is het dubbel pijnlijk. Hij heeft zijn leven geheel op de kaart van God gezet, en nu voelt Hij niets meer. Alleen de pijn. Dan kan een kindje tijdens de Witte Donderdagviering mooi zeggen dat de Goede Week zo heet omdat Jezus opgestaan is, maar zo ver is het nog niet. Ons geloof houdt ons al twintig eeuwen voor dat Jezus echt gestorven is. Dat moet je wel tot je door laten dringen! Wie de dood ontkent of wegwuift of zijn kop in het zand steekt, leeft niet echt. De dood hoort onlosmakelijk bij het menselijke bestaan.
Maar is dit alles? Blijven we nu staan bij de dood? Gelukkig niet. Wij die hier bijeen zijn gekomen, zetten stappen, gaan verder. Natuurlijk blijft de eerste stap dat je echt stil staat bij de dood van deze man van God, deze man van het lijden. Maar we willen ook verder. Hoe? Hoe gaan we verder? Geeft het verhaal daarover ook uitsluitsel?
Voordat Jezus de laatste adem uitblaast, doet Hij nog iets heel belangrijks. Hij blijft denken aan de anderen. Velen van ons zouden op zo’n moment, met zo’n welhaast ondragelijk lijden, genoeg hebben aan zichzelf. Niet Hij. Zoals Hij in zijn hele bestaan alleen aan anderen heeft gedacht, zo doet Hij dat op het kruis ook. Hij ziet zijn moeder Maria en is bewogen om haar. Zij blijft – ze is al weduwe - geheel alleen achter. Hij ziet zijn jongste leerling Johannes, waarschijnlijk toen achttien jaar oud. Hij koppelt hen aan elkaar. Een laatste gebaar van verzoening. ‘Vrouw, daar uw zoon.’ En naar Johannes toe: ‘Zie daar uw moeder.’ En vanaf dat moment nam de leerling haar bij zich in huis…, staat er in het verhaal.
Als je God niet meer voelt, als je meent dat je door Hem verlaten bent, dan blijven er nog andere mensen over om bewogen om te zijn. De verbondenheid waaraan hier gewerkt wordt, is duurzaam gebleken. Want de beweging die over enkele dagen loskomt, is een beweging van bewogenheid. Van zorg voor elkaar. Van elkaar trouw blijven ook als de dood een aanslag doet op ons bestaan. Zo is de Kerk, die beweging voortgekomen uit Jezus sterven en verrijzen. Zo hoort de Kerk te zijn. Deze bewogenheid, deze Liefde wordt uiteindelijk op het kruis geboren. De niet aflatende bewogenheid om alles en ieder. Misschien moet Liefde wel door de dood heen, wil de Liefde blijken duurzaam te zijn.
Wij gaan nu de stilte in van de Stille Zaterdag met het oog op de doorbraak van Pasen. Maar wel met dit gebaar van gegeven worden aan elkaar, in zorg en bewogenheid. We gaan verder met dit gebaar van Liefde, op het kruis geboren.
Joost Jansen o.praem.