Bij de viering van de heilige Cunera – Meijerijsche Museumboerderij 2012
Lezing uit de Bijbel Johannes 10, 11- 15
Ik ben de goede herder. Een goede herder geeft zijn leven voor de schapen. 12 Een huurling, iemand die geen herder is, en die niet de eigenaar van de schapen is, laat de schapen in de steek en slaat op de vlucht zodra hij een wolf ziet aankomen. De wolf valt de kudde aan en jaagt de schapen uiteen; 13 de man is een huurling en de schapen kunnen hem niets schelen. 14 Ik ben de goede herder. Ik ken mijn schapen en mijn schapen kennen mij, 15 zoals de Vader mij kent en ik de Vader ken. Ik geef mijn leven voor de schapen.
Het gaat in dit stukje evangelie over schapen, over dieren. Het gaat om zorg voor de dieren, zorg voor het kwetsbare in ons midden, van dier tot mens, van mens tot dier. Alles en ieder heeft met elkaar te maken in Gods mooie schepping. In het verhaal van Jezus, het verhaal van de Geide herder, gaat het verder om je leven te geven. Totale inzet, betrokkenheid, zorgzaamheid. Vandaag is dit meer dan actueel. Megastallen? Plofkippen? Wat is goed voor het dier én wat is goed voor de mens op den lange duur. Omgang met het milieu. Bernheze als de plek waar de grootste fijnstofconcentratie is.
Zoals we hier bijeen zijn rond deze museumboerderij zijn we ons er wel van bewust. Oplossingen moeten ons geboden worden door de specialisten van de landbouwuniversiteiten. Het intellect van geleerde mensen werkt op volle toeren. Je hoeft hiervoor niet bij Cunera terecht. Deze maagd en martelares uit de vijfde eeuw geeft de oplossingen niet voor onze hedendaagse milieuproblemen. Die geeft ook het Bijbelse verhaal niet. We moeten de onderscheidingen wel goed leggen. Maar als het gaat om je houding? Hoe stel je je op? Met welk hart, met welke instelling ga je de problemen te lijf? Er zijn volksstammen mensen die er van uitgaan dat alles door intelligente mensen kan worden opgelost. En als ze dan nog in God geloven, dan is het slechts God als een eerste oorzaak die alles in gang heeft gezet en daarna zich niet meer met zijn schepping bemoeit.
Maar los je hiermee alles op? Waar zijn de gevoelens gebleven? En als je meeleeft met je dieren, als je verantwoordelijk voor hun welzijn wilt zijn? Je bewogenheid: hoe ga je daar mee om? Wanneer je zelf in een kwetsbare positie komt, dan wordt alles relatief. Word je geconfronteerd met ziekte van je vee, of van dat ene paard dat je dochter of kleidochter berijdt, dan zul je van de ene kant de veearts moeten raadplegen, maar tevens zul je ook met je zorg goed moeten omgaan. En dan heb je mensen nodig die je de goede richting wijzen.
Cunera is zo’n voorbeeldfiguur, maar ook mensen die zich door haar laten inspireren. Cunera is een vrouw geweest die zich totaal aan God gegeven heeft. Deze mensen worden vaak gezien als ‘eng’, want ze zijn soms een aanklacht tegen de middelmatigheid van anderen. Je zou ze graag een beetje op afstand houden want het hoeft toch allemaal niet zo heftig in ons bestaan.
Toch verlangen we naar heiligen. Want we zijn jaloers op mensen die zich geheel en al geven aan een goede zaak. Stiekem verlangen we dat we ook iets van hen hebben. Wij zouden ook wel die totale zorg willen geven aan al wie ons gegeven zijn. We zullen samen een beetje die richting moeten opschuiven van de zorg wordt op den duur onbetaalbaar. De wurgdoek van de bezuinigingen begint al onze nek dicht te drukken.
En met deze wurgdoek zijn we terug – opnieuw – bij onze heilige Cunera. Zij is om het leven gebracht met een wurgdoek, uit jaloezie, die verkeerd uitgevallen liefde. Haar instelling van volledige toewijding, haar bereidheid om haar leven te geven voor God en de ander, stellen wij nu centraal. Wij laten ons inspireren door haar om in de complexiteit van ons bestaan, zorg en toewijding centraal te stellen. Cunera lost onze vragen niet op. Cunera, als volgelinge van Jezus, wijst wel de weg. Toewijding en zorg, en dat duurzaam, het is haar boodschap. Die boodschap vertrouwt zij ons toe.