Nog steeds zijn er doofstomme mensen. Denk nu niet onmiddellijk aan het instituut in Sint Michielsgestel. Want dan schuiven we het af. Dan doen we, zoals we dat met zoveel andere gehandicapte mensen doen: ze naar een tehuis brengen. Goede mensen zorgen dan wel voor hen. Wij kunnen onze gelukkige weg gaan.
Nog steeds zijn er doofstomme mensen te midden van ons. Mannen die zich niet kunnen uiten wanneer ze te horen hebben gekregen dat er geen werk meer voor hen is. Vrouwen die overweldigd zijn door verdriet en in elkaar zijn geklapt. Ze horen niets meer, ze brengen geen woord meer uit. Mensen kunnen niet meer met elkaar praten omdat ze gewoon geen woorden hebben. Omdat ze innerlijk aan de grond zitten. En als we het zo bekijken dan komt het wel dichterbij. Misschien zijn we zelf wel eens doofstom…Wat gebeurt er in het verhaal dat we zojuist gehoord hebben? Jezus is heel tastbaar, heel aards: vingers in de oren steken, met zijn eigen speeksel de tong van de doofstomme aanraken. Dat is allemaal erg confronterend. Hij maakt echt contact, niet met woorden maar met gebaren, met handelingen. Hij laat zien dat die gehandicapte voor Hem telt. Deze gehandicapte is niet afgeschreven en ook niet weggestopt. Jezus zegt vervolgens: Ga open…
Het is vandaag ziekenzondag. De zieke medemens staat centraal. Eigenlijk staat de kwetsbaarheid centraal, de kwetsbaarheid van de zieke, maar ook de kwetsbaarheid van ieder van ons. Want al ben je nog zo gezond van lijf en leden, al kun je nog zoveel werk verzetten en mensen helpen, als je niet bij je eigen kwetsbaarheid kunt stilstaan, wat heb je een zieke dan te bieden? Wat goede adviezen extra helpen een zieke vaak niet. Die krijgt hij of zij voldoende. En dan is er ook nog de arts en de verpleging. Waar een zieke behoefte aan heeft, is aandacht en nabijheid. Een zieke heeft ook behoefte aan nabijheid van iemand die zelf weet hoe kwetsbaar hij is. De zieke wil een bewogen hart voelen.
Echte hulp wordt geboden wanneer er een wisselwerking is, een wisselwerking op evenwaardige basis. Wie zich verheft boven de zieke, kan zelf diep vallen. Pas echte ontmoeting helpt. En bemoediging. Deze week ontmoette ik nog een vrouw die echt ‘dicht’ zat. Eindelijk kwamen er een paar woorden uit. Haar man kwam er ook bij. ‘Waarom heb je me dat niet verteld?’, zei hij – half verwijtend – tegen haar. Met al zijn goede bedoelingen duwde hij haar weer terug. Hoe anders zou het geweest zijn als hij haar had laten praten en blij zou zijn met zo’n eerste ontboezeming. En dat terwijl er zoveel liefde is tussen die twee. Wie valt niet in deze valkuil?
We vallen allen wel eens en het mooie is dat we ook weer kunnen opstaan. We kunnen opstaan omdat anderen vóór ons ook zijn opgestaan. We hebben die profetie van Jesaja in de eerste lezing. Een visioen waarmee ons een riem onder het hart geschoven wordt. We hoorden: als de nieuwe tijd aanbreekt dan zullen de ogen van de blinden opengaan en de oren van de doven geopend… Maar die nieuwe tijd kan vandaag al beginnen, niet als eindpunt maar als uitdaging. Wij kunnen zó werken alsof dove mensen horen en stomme mensen weer spreken. Wanneer je namelijk op deze manier te midden van mensen staat dan ga je anders kijken. Die Jezus nam een groot risico door ontzettend tastbaar deze man aan te raken. Jezus had ook afgewezen kunnen worden. Jezus nam het risico. Omdat Hij vertrouwen had én een enorme ‘drive’.
Wij kunnen het ook. Wij hier maken deel uit van een beweging van barmhartigheid die eens in een ver verleden is begonnen en er nog steeds is. Het gaat niet om de grote veranderingen. Vandaag – op ziekenzondag – gaat het juist om het kleine gebaar, dat schouderklopje, die bemoedigende opmerking. Kleine gebaren die juist een wereld van verschil kunnen aanbrengen. Wij hier, gelovige christenen, staan in die traditie. Laten we toch trots zijn dat we dit kunnen en mogen doen!
Joost Jansen o.praem.