Uitvinding kraamverzorgende Tineke Geenen uit Vorstenbosch : Voedingstafeltje: dé uitkomst bij borstvoeding
Lang heeft ze gepiekerd over een juiste naam voor haar uitvinding. En tenslotte bedacht ze ‘voedingstafeltje’ ,,Daar gaat het over, want het helpt vrouwen, zittend in een goede houding, zo lang mogelijk hun kind of kinderen te voeden”.

Tineke Geenen-van Kessel werkt al bijna 40 jaar als kraamverzorgende. En dacht vaak: ‘waarom vinden ze daar nou niks voor uit?’ Al die jaren deed ze bij gemiddeld 25 gezinnen per jaar kraamzorg en zag, dat steeds meer vrouwen borstvoeding willen geven. ,,Er is ook niks beters, maar het moet natuurlijk wel lukken. Sommige vrouwen zijn op dat gebied een natuurtalent, maar vaak is het begin ervan een heel gedoe. Zeven van de tien vrouwen hebben er in het begin problemen mee.”

Tineke bedacht een oplossing. ,,Er zijn al voedingskussens, maar die zijn lang niet altijd handig. Met het voedingstafeltje lukt het fantastisch. De uitvinding van Tineke behelst een soort platform, dat precies rond de kraamvrouw past. Ze ging ermee naar de Kamer van Koophandel en vond een bedrijfje, dat het tafeltje voor haar wilde bouwen. De eerste serie van 50 stuks is inmiddels in productie.

‘Geweldig idee’

Lactatiekundigen van Pantein Vivent bv, waar Tineke Geenen werkt, zijn enthousiast over haar vinding en nemen het voedingstafeltje al mee naar hun spreekuur. Eén van hen is Diny van de Wijdeven: ,,Ik vind het echt een fantastisch idee. Veel stabieler dan een voedingskussen. Het maakt het met de borst voeden van een tweeling heel veel gemakkelijker.”

Tineke is intussen bezig met een webwinkel (www.voedingstafeltje.nl), waarop ze haar vinding aanprijst. ,,Met het voedingstafeltje ligt het kind zacht maar stabiel en het zakt ook niet weg, zodat er minder kans is op het ontstaan van tepelkloofjes. Je kunt de baby ook goed zien tijdens het drinken. Het tafeltje bespaart bovendien veel tijd: een tweeling heeft binnen drie kwartier tot een uur gedronken. Dat is anders wel drie kwartier per kind. En dat dus zes tot acht keer per dag.”

 

Persbericht: Rien van der Steen