Dit is het HaDeejer.nl archief  van: 2006  tot  september 2015

20070928-rvd-bernrode_13.jpgZe heetten Tante Nel, De Muk, Fikkie en De Janus en we hadden een hartgrondige hekel aan ze. Maar we hielden ook van ze, al wisten we dat nog niet. 'Ze', dat waren de leraren van het geduchte gymnasium Bernrode in Heeswijk. Bron: Brabants Dagblad.


Het waren mannen in lange witte habijten die een roep van godsvruchtigheid maar vooral geleerdheid in zich droegen. Wij waren de leerlingen van die school. We kwamen overal vandaan, de internen uit heel Nederland, de externen uit de dorpen rond Heeswijk.

Tante Nel, dat was meneer Kocken die Grieks gaf en Latijn, De Muk was van geschiedenis en heette in werkelijkheid Van de Meerendonk, Fikkie gaf biologie en was de bijnaam voor Sedeee, junior wel te verstaan, zijn vader gaf ook les maar dat was Den Bulldog. De Janus was de baas van het spul, de eerbiedwaardige rector doctorandus Oomen die ook nog Frans gaf. 'Wat hebben we het volgende uur?'

'De Zjoe', werd dan gezegd of 'De Driek'. Die laatste was de schijnbaar joviale maar o zo strenge aardrijkskundeleraar Van Adrichem die na zijn pensionering pastor was in Liempde.

Dat was veertig jaar geleden. Elke leraar had een bijnaam. De ene was wat minder vleiend dan de andere, soms willekeurig gekozen maar vaak toch met een rake typering in zich.

Nu, anno 2008, is er niet één leraar meer op gymnasium Bernrode die zich mag verheugen in het hebben van een bijnaam. De conciërges krabben zich achter het oor - 'Ik zou er niet één kennen'- en leerlingen kijken je verbaasd aan. "Bijnaam? Wat is dat", vraagt een leerlinge van de derde klas.

"De bijnaam is vrijwel uitgestorven", zegt Wim Daniëls, de Brabantse taalpublicist. "Dat is zo'n beetje parallel verlopen aan het verdwijnen van het dialect maar ook doordat de wereld is opengegaan, als je dat zo kunt zeggen. De kleine hechte gemeenschappen zijn verdwenen en daarmee de bijnamen ook, met uitzondering van de sport, want daar komen nog wel bijnamen voor."

Wij, de zeer geïmponeerde leerlingen van het Heeswijkse gymnasium, gaven onze leraren een bijnaam omdat we hun grootheid liever teruggebracht zagen tot herkenbare proporties: 'Mientje' klonk gezelliger dan Mijnheer Nabuurs.

De bijnaam was voor ons een middel om ons te verweren tegen het onbegrijpelijke dat die mysterieuze mannen aankleefde. We reduceerden hun gewichtigheid tot aardse proporties.

Geen van de bijnamen was een scheldnaam. Zo'n naam kon eenvoudigweg niet beklijven omdat de samenleving van de school te veel fatsoen in zich droeg om dat toe te staan. Er was een leraar die we Boris noemden, ten eerste omdat hij Duits gaf maar ook omdat hij soms leek op een wat verdrietige hond. Verder gingen we niet.

Dat bijnamen geven was hooguit milde plagerij. We creëerden daarmee een sfeer van saamhorigheid, wij met zijn allen tegen de grote boze wereld. "Een bijnaam is een teken van sociale samenhang", zegt Daniëls. "En ook dat verdwijnt." De Puk, Kwajanneke en Fikkie waren geen scheldnamen, eerder koosnamen. Dat we ze bijnamen gaven, was een teken van genegenheid, maar dat zou geen van ons ooit toegeven. Een bijnaam maakte ook iets duidelijk over degene die ermee bedoeld werd. Cicero was een duidelijke bijnaam. De man toonde een treffende gelijkenis met een borstbeeld van de oude Romeinse schrijver. Mona was de bijnaam voor de vriendelijke doch rechtvaardige conrector Steenbrink. Als hij lachte, leek hij wel een beetje op de Mona Lisa, nou ja, met wat fantasie dan. De grote baas, rector Oomen, noemden we De Janus. Dat had te maken met zijn functie. Janus was de poortwachter van het dodenrijk. Oomen was trots op zijn bijnaam, hij droeg hem als een geuzennaam.

Als er een nieuwe leraar kwam, moest hij zo snel mogelijk een bijnaam hebben. Zo kwam er in zeker jaar een nieuwe geschiedenisleraar. Tijdens een van zijn eerste lessen verhaalde hij van de Papoea's op Nieuw Guinea. Maar de man maakte de onvergeeflijke fout de verkeerde klemtoon te hanteren. Hij had het over de papóea's.

Vanaf dat moment heette hij De Papóea, jarenlang.

- De reünie van gymnasium Bernrode, ter gelegenheid van de grote verbouwing, is komende zaterdag. De organisatie verwacht meer dan duizend reünisten uit alle jaargangen.

Bron Brabants Dagblad, Wim van de Louw.
Wim van de Louw is redacteur bij De Gelderlander en bezocht Bernrode in de jaren 60.