Vorig jaar was veldrijdster Daphny van den Brand te gast, gisteren kwam turnster Loes Linders op bezoek. Openbare basisschool de Bolderik in Heeswijk-Dinther kreeg gisterochtend voor de tweede keer een zogeheten Topsportbezoek. Alle basischolen in Noord-Brabant kunnen zo'n bezoekje aanvragen. Topsporters komen dan naar scholen toe om kinderen enthousiast te maken voor sport. Loes Linders (21 jaar), oud-Udense, turnt bij de Hazenkamp in Nijmegen en studeert aan het Johan Cruijff College.
Het verhaal van Loes
Loes Linders werd geboren op 2 januari 1988 in Venray. Haar vader, René Linders volgde toen nog een opleiding tot orthodontist in Zwitserland. Haar moeder, Lea Klein-Overmeen, reed zo vaak mogelijk op en neer naar Zwitserland om zo toch zo veel mogelijk als gezin samen te zijn. De ouders van Loes zijn allebei sportief; Lea die kleuterleidster van beroep is, gaf ook gymnastiekles en René voetbalde zelfs een tijdje in het eerste elftal van VVV-Venlo. René geeft nog steeds voetballes bij UDI. In Zwitserland ontstond ook de liefde voor de wintersport wat het gezin nog steeds graag samen doet. 1,5 jaar na Loes werd haar broer Casper geboren. Daarna volgde Jorrit, Wouter en in 1997 Mees. Loes ging op 4-jarige leeftijd op ballet. Maar wie de videofilmpjes van die lessen nu terugziet, herkent meteen de kleuter die niet stil kan staan of zitten. Loes loopt dan al constant te springen en huppelen.
Als ze 6 jaar is gaat ze op gymnastiek. De juffrouw van de kleutergym herkent meteen het talent en stuurt haar door naar de selectiegroep van V&K Uden. Loes leert razendsnel en ook de trainster van de selectiegroep ziet dat Loes meer in zich heeft dan het C-niveau dat het hoogst haalbare is voor een club met hun trainingsuren en faciliteiten. Loes gaat als ze 8 jaar is trainen bij de Hazenkamp in Nijmegen. Op dat moment is Loes daar veruit de jongste van de groep. De andere meisjes zijn ongeveer 5 jaar ouder en het tempo en sfeer van de trainingen wordt daarop aangepast. Daarom gaat het allemaal te snel voor Loes en voelt ze zich niet happy. Daarom verruilt ze in 1997 haar Nijmeegse trainingsplek voor het nieuwe steunpunt in Echt. Hier gaat het er allemaal een stuk softer aan toe waardoor Loes veel meer kan ontspannen tijdens de trainingen en wat rustiger kan leren. 4x in de week traint ze in Echt en 3x in de week terug in de selectie-groep van V&K Uden. In 2000, als Loes 12 is en dus naar de brugklas moet, wordt ze geplaatst in een gastgezin in Echt. Ze traint daar dan full-time. In juni 2001 wordt ze nederlands kampioen bij de jeugd en besluit ze dat ze echt de top wil halen. In oktober hakt ze daarom de knoop door en verruilt de club en het gastgezin in Echt voor het internationale steunpunt van WIK-FTC Heerenveen en de familie Veldman in Heerenveen. De goeie afstemming tussen school, de club en het gastgezin zijn een verademing en Loes komt tot rust. Dat is met name te zien aan haar sportieve vorderingen: haar uitgangswaardes stijgen en ze wordt steeds stabieler.
In 2003 beleeft Loes een aaneenschakeling van sportieve hoogtepunten: in juni wordt ze nederlands kampioen bij de junioren AA en pakt bovendien nog de titels op sprong, balk en vloer. Op haar zwakste toestel, brug, haalt ze zilver. Daarna gaat ze naar het europees jeugd olympisch festival in Parijs waar ze zilver haalt met het team vóór Rusland en Roemenië, wordt 8e AA en haalt zilver op sprong en balk. Daarna mag ze als junior in een pré-olympisch jaar mee naar de Wereldkampioenschappen in Anaheim, Amerika. Hoewel het team zich daar niet weet te kwalificeren voor de Olympische spelen in Athene, levert Loes een bijzonder goed individueel optreden af door het derde punt op sprong, het tweede punt op vloer en zelfs het beste punt voor Nederland op balk te scoren! Ze sluit het jaar af met het behalen van de titel bij het Nederlands kampioenschap voor clubteams met WIK-FTC Heerenveen. Rustig werkt Loes door naar de kwalificatieprocedure voor het EK in eigen land. Tijdens die wedstrijden maakt ze indruk en uiteindelijk mag ze als debuterende senior, alle 4 de toestellen turnen op dat EK, eind april / begin mei 2004 in Amsterdam. Tijdens het EK presteert ze goed maar meteen na het EK ontstaat er veel onduidelijkheid over het 2e olympische ticket naar Athene. Mag Loes wel of mag Loes niet? “Ja!” zegt de KNGU. “Nee!” zegt NOC-NSF. De verwarring is compleet en duidelijkheid blijft uit. Loes besluit in mei 2004 toe te geven aan het kleine stemmetje in haar achterhoofd dat zingt: “ik wil naar huis…”. Om op niveau te blijven gaat ze bij “haar oude club” Nijmegen trainen en na een paar dagen weet ze wat ze wil: na 4 jaar in gastgezin(nen) weer thuis wonen! Ook al betekent dat dat ze opnieuw afscheid moet nemen van trainers, turnsters, school en gastgezin en dat valt haar dan ook deze keer een stuk zwaarder dan de eerste keer. Toch ligt haar hart nu bij haar gezin en familie en volgt ze haar gevoel. Ze zal haar carriere verder vervolgen bij Boris Orlov en Esther Heijnen.
Eind 2004 mag Loes voor het eerst naar Worldcupwedstrijden en voegt daarmee weer een hoofdstuk toe aan haar turncarriére. Begin 2005 turnt zij op de Friendship Classic in Pottsville V.S. en ervaart weer eens hoe fantastisch ze het vindt om in Amerika te turnen. Later die maand plaatst zij zich voor het individuele EK in Debrecen. Dezelfde maand wordt bekend dat Loes deel uit maakt van de eerste nederlandse commerciële turnploeg die gespronserd wordt door Salto-reïntegratie onder leiding van Remi Lens.
In mei 2005 wint Loes het internationale toernooi van Lugano in Zwitserland. Begin juni vindt het EK plaats In Debrecen Hongarije. Tijdens het EK haalt Loes de AA-finale en wordt daarin uiteindelijk 11e en de toestelfinale balk waarin ze knap 6e wordt. Toch weet ze het VMBO-T diploma te behalen tussen de wedtrijden door en wordt voor het 2e achtereenvolgende jaar 2e tijdens de AA-finale van het NK turnen 2005. Een dag later voegt ze daar wederom een nederlandse titel op vloer aan toe.
In oktober 2005 volgt een nieuwe kwalificatiereeks. Dit keer voor de WK in Melbourne. Wederom weet Loes één van de 3 deelnamebewijzen in de wacht te slepen en tijdens de wereldbekerwedstrijd in Glasgow bereikt ze de balk- en vloerfinale waarin ze respectievelijk 7e en 5e wordt. Tot ieders grote verrassing haalt Loes op het WK in Australië de AA-finale waarin ze uiteindelijk als 24e eindigt.
In december 2005 krijgt Loes een nieuwe vloerchoreografie gemaakt door niemand minder dan de legendarische Adriana Pop.In april 2006 gaat het dan weer verder met de kwalificaties voor het EK in het griekse Volos. Deze kwalificaties lijken uit te draaien op een klein drama voor Loes omdat ze kampt met een vormcrisis. Als 5e en laatste turnster mag ze uiteindelijk toch afreizen naar een EK dat dramatisch zal verlopen voor de nederlandse ploeg. Door blessures van een aantal teamleden voor en tijdens de wedstrijd, kan de nederlandse ploeg niet eens de vereiste 3 oefeningen per toestel laten zien. Loes draait zelf een redelijke meerkamp.
Een maand later bij de wereldbekerwedstrijd in Gent haalt Loes wederom de finale op vloer en wordt daarin 6e. In het zwitserse Zürich schrijft Loes wederom een toernooi op haar naam. Bij de nederlandse kampioenschappen in juni 2006 wordt Loes voor de 3e achtereenvolgende keer 2e en tijdens de toestelfinales voegt ze op ieder toestel nog een medaille toe, helaas deze keer net geen titel!
Bij het toewerken naar de kwalificaties voor wat alweer het 3e WK van Loes moet worden, lopen de spanningen in de nijmeegse zaal af en toe hoog op. Loes begint te twijfelen aan haar niveau en dit komt tot uiting in de wedstrijden. Problemen stapelen zich op en blijken onoplosbaar. René Poutsma, haar voormalige trainer in Heerenveen, ziet dat er iets mis is met Loes en neemt contact met haar op. René traint intussen de belgische selectie in Gent en moedigt Loes aan om vooral niet op te geven. Loes bezoekt een training in Gent en besluit nog voor het WK haar training voort te zetten in België. Loes heeft het gevoel dat ze meer uit zichzelf kan halen bij René en de hoofdcoach van de belgische ploeg noemt haar komst een verrijking voor de belgische senioren.
Tijdens het WK in het deense Aarhus is Loes de beste nederlandse turnster en eindigt op de 40e plaats. Een week later bij de wereldbekerwedstrijd in Stuttgart blijft ze op balk en vloer net buiten de finales met 2 9e plaatsen.
Bij René hoopt Loes zich weer beter in haar vel te gaan voelen en haar niveau te laten stijgen.
Bron: Brabants Dagblad