Als het aan Giel Verhagen ligt, gaat het eerste telefoontje naar LAKS meteen gepleegd worden. „Er zat gewoon een vraag in die niet klopte, dat kan toch niet?” De 18-jarige leerling van het gymnasium Bernrode in Heeswijk-Dinther is niet echt te spreken over het examen scheikunde. „Het begon al niet heel erg lekker voor me”, begint hij. „De eerste vraag ging over gaschromatografie. Iets over het proces daarvan moest je uitleggen ofzo. Ik heb dat helemaal gemist.
We zullen het natuurlijk wel ooit eens gehad hebben, maar ìk kon me er in elk geval niets meer van herinneren. Niet echt ideaal.” Na de heerlijke start van Giel kwam hij verderop toch vragen tegen die hij wel wist. „Ik sta een 7,8 voor scheikunde en wil heel graag biomedische wetenschappen gaan studeren in Nijmegen. Dan moet je wel iets van scheikunde weten.”
Eenmaal de eerste vraag vergeten kwam Giel de opgave tegen die volgens hem toch echt niet klopte. „Ze hadden het over de wet van massa. De vraag ging over iets van 0,15 gram vloeistof waar dan 0,3 van iets zou ontstaan. Dat kan toch niet? Je kan niet iets meer maken van minder. Tenminste ik niet, dus heb ik ook bij die vraag maar ingevuld dat de formulering niet klopte. Ik heb nog geen klacht gehad, maar nu ga ik toch wel even bellen met LAKS.”. Toch bleek de rest van het examen, ondanks de moeilijke stof wel te doen. „Die eerste vraag. Daar heb ik nog een half uur naar zitten staren, maar daar staat nu inmiddels een mooi, verzonnen verhaaltje. Van de 26 opgaven heb ik er sowieso twee fout. De rest ging wel eigenlijk. Klinkt eigenlijk toch niet zo heel erg slecht”, bedenkt Giel zich, die waarschijnlijk dan toch die acht op z’n lijst zal houden.
Bron: Brabants Dagblad, auteur: Merel van Beers.