'Over wafelijzers, mijters en dobbelstenen'; Op zondag 23 november presenteert Rien de Visser van 12 tot 17 uur in de Wapenzaal van Kasteel Heeswijk aan de hand van fotoklankbeelden het verhaal van de inventaris van 1895 van Kasteel Heeswijk - het kasteel waar hij in zijn jeugd als zoon van de slotbewaarder woonde.
Eveneens van het opmerkelijke levensverhaal van een eenvoudige Heeswijkse boerenwoning, De Drie Dobbelstenen, het huis waar hij sindsdien woont. In een doorlopende voorstelling worden bezoekers door een ‘ooggetuige’ meegevoerd langs tal van feodale en religieuze taferelen, vergezeld van beklijvende muziek.
De Klapper
Op 22 april 1895 stierf de laatste jonker van Kasteel Heeswijk. Het kasteel werd verzegeld en de notaris schreef de hele inventaris op in De Klapper, van ‘zoete’ wafelijzers en ‘zure’ mondklemmen tot een enorme verzameling ‘zalige’ religieuze schilderijen en beelden, zelfs mijters, beroemde altaren en tabernakeldeuren. In 1964 ontdekte de slotbewaarder de inventarislijst als oud vuil in het verlaten pootmeestershuis. Onlangs is dit unieke document veilig overgedragen aan het kasteelarchief dat is ondergebracht in het Brabants Historisch Informatiecentrum.
Het fotoklankbeeld vertelt het verhaal van De Klapper, geeft een impressie van het kasteel ten tijde van de slotbewaardersfamilie die er van 1895 tot 1975 woonde en mondt uit in een mars van potten en pannen, die vanuit het domein van de keukenmeid op weg gaan naar de gedekte tafel in de Chinese Eetkamer, waar jonker Alberic en zijn maîtresse Jacoba aanzitten. Met muziek van Tavener, Ibert, Vaughan Williams en Paganini / Hekkema. In de IJzertoren is die middag ook te horen wat daar in 1895 in De Klapper is genoteerd en er nu niet meer is, waaronder zo’n 250 heiligenbeelden, een project van Schatten van Brabant.
Plegtiglijk
Naast het romantische kasteel wordt ook het verhaal van het Huis met De Drie Dobbelstenen uit de doeken gedaan. Het gaat over een opmerkelijke religieuze historie van een eenvoudige boerenfamilie, waarbij ook adellijke bisschoppen een rol speelden. Op 2 en 3 juli 1839 was het groot feest in Heeswijk toen vader Gerard Dobbelsteen samen met zijn twee zonen ‘Gods heiligen autaar opklommen’ en ‘plegtiglijk het H. Sacrificie’ opdroegen in de oude (in 1897 gesloopte) kerk, waarbij ‘tranen van dankbaarheid en vreugde vloeiden langs de wangen van velen toehoorders’. In deze taal is het verhaal in 1927 opgetekend door de Heeswijkse norbertijn Breugelmans en wordt het nu gepresenteerd, waarbij ook kerkhistorie van diverse Brabantse dorpen naar voren komt. Na de vroege dood van zijn vrouw was Gerard ‘Priester tot in eeuwigheid’ geworden en volgden zijn zonen Joan (‘den kalm denkenden mensch’) en Adri (‘de guit’) hem in het hoge ambt. Het verhaal is voorzien van een naschrift over de verdere levensloop van het Huis met De Drie Dobbelstenen aan de Lariestraat, dat in 1930 door dorpsarchitect Van Aspert van de sloop werd gered. Oude tekeningen en foto’s van Heeswijk, schilderijen van De Drie Dobbelstenen van de Bossche schilder Piet Slager en ‘Sanctus’ uit 1996 van Joep Franssens zorgen voor een informatieve en boeiende ontdekkingstocht langs het geloof in Brabant in de 19e en 20e eeuw.