heeswijks_gymnasium.jpgMet zijn leeftijd van ruim 70 jaar heeft het markante gebouw van Gymnasium Bernrode al lang de monumentgerechtigde leeftijd bereikt en toch is het geen monument. Hoe komt het dat het zelfs als onbeschermd erfgoed niet op de kaart staat?

 

Niet de rector maar de abt had de touwtjes in handen bij de bouw van het nieuwe gymnasium waarvoor de Bossche architect De Graaf opdracht kreeg. Op 22 maart 1938 legde het hoogwaardig heer de eerste steen met de inscriptie (in het latijn): ‘Aan God, de H. Maagd, de H. Norbertus, de deugd, de wetenschap en de kunsten gewijd'. Ondanks de niet zo gunstige tijd mocht het diner voor de gasten bij de officiële opening er zijn: hors d'oeuvre, oxtailsoep, tarbot, roastbeef, eend, pudding en toast. Rijkelijk weggespoeld  - er was vijf uur voor uitgetrokken - met Moezel, Bordeaux en Bourgogne, zo noteerde abt Stöcker in zijn dagboek. Na 70 jaar is het gymnasium vitaal aan een nieuwe levensfase begonnen en biedt het onderdak aan onderwijs, welzijn, sport en cultuur (al stond dat laatste niet op het bouwbord vermeld).

Bij behoud van religieus erfgoed is de aandacht vooral gericht op kerken en kloosters. Over oude seminarie- en internaatsgebouwen horen we weinig, alhoewel ze zeldzaam en qua inrichting en historie alleszins markant zijn. Zo bevatte het moderne gymnasium Sint Norbertus uit 1938 naast klaslokalen een studiezaal, refter, kapel, sacristie, recreatie- en toneelzaal, muzieklokaal, muziekkamertjes, bibliotheek, slaapzalen met chambrettes (wastafels met stromend water), douches (aanvankelijk douchen met zwembroek aan), keuken, woonkamer en slaapkamertjes voor de inwonende priesters en broeders, crypte met vier kapelletjes en buiten op de cour een lange rij toiletten en pissoirs.

Je zou verwachten dat het karakteristieke complex intussen op de gemeentelijke monumentenlijst prijkt, zeker nu de gemeente zelf de touwtjes in handen had bij de herbestemming en renovatie. Monumentenzorg verkondigt tegenwoordig immers ‘behoud door ontwikkeling'. Maar de gemeente wees het niet aan als monument en het gymnasium wordt ook niet gecommuniceerd als cultureel erfgoed. Bernheze is daarin overigens geen uitzondering. Als er voor historische complexen ontwikkelings- of sloopplannen in aantocht zijn, wordt er van overheidswege lang niet altijd het initiatief genomen om tot aanwijzing als monument over te gaan. Men is bang voor de ‘enge' regelgeving van de eigen monumentenzorg, die kostenverhogend werkt en flexibel omgaan met een gebouw in de weg staat. De huidige gemeentelijke monumentenzorg kan zo zelf een bedreiging vormen voor behoud van het eigen erfgoed!

Gelukkig is het bij het Heeswijks gymnasium desondanks redelijk goed gegaan. Het toont aan dat met gedeeltelijke sloop en toevoeging van eigentijdse architectuur misschien wel een sterkere historische beleving is ontstaan dan bij volledig behoud. Bovendien is het ‘dakenlandschap' van het complex nagenoeg gespaard. Het thema van de komende Open Monumentendag is ‘Op de kaart'. Een nieuw kans voor de gemeente om alle dorpseigen erfgoed letterlijk op de kaart te zetten, monument of niet, met Gymnasium Bernrode als boegbeeld. Dan beleven we pas wat we in HaDee allemaal in huis hebben.

Tekst en beeld: Rien de Visser.

 Geraadpleegde literatuur: drs. Jean C.M. van Stratum, ‘Hoe Berne het rooide', in ‘Omkijken en doorgaan. Gedenkboek bij de viering van honderd jaar gymnasium te Heeswijk 1886 - 1986' (1986)