de_naald_rond_1965‘Midden op een akker, niet ver van het kasteel Heeswijk in Noord-Brabant, staat een monumentje, waarvan de bakstenen voet is versierd met guirlandes. Het wordt bekroond door een ronde, spits toelopende pilaar’. Zo lezen we in ‘Het merckwaerdigste meyn betekent’ van Jan Bouman, uitgegeven in 1969. Kort daarna was de naald weg. Wat weten we er na 40 jaar nog van? Welke verhalen doen de ronde? 

NAPOLEON   Bouman vervolgt in zijn rubriek die eerder ook in de Volkskrant verscheen: ‘Geen opschrift of jaartal vertelt iets over de betekenis van het vreemde monument. Men zegt dat de zuil in de vorige eeuw dienst deed als vlaggemast. Wanneer de gouverneur (de commissaris der Koningin) op zijn kasteel was, werd hier de vlag gehesen, voor de pachters het teken dat de baron wel te spreken was. Volgens overlevering werd de monumentale zuil opgericht ter herinnering aan Napoleon, die hier zijn troepen inspecteerde.’  Wat zou er van waar zijn? In ‘Noord-Brabant een gewest in opkomst’ (1949) komt dr. H. Van Velthoven ook niet veel verder dan dat het verhaal gaat: ’In de Franse tijd hield Pichegru hier [op het kasteel] verblijf en ook Napoleon vertoefde er. Men vertelt nu nog, dat de keizer, staande tegenover het kasteel, vanaf ‘De Kameren’ zijn troepen inspecteerde. Op deze plaats werd later een gedenknaald opgericht.’

VLAGGENMAST       In 1834 koopt gouverneur Andreas baron van den Bogaerde van Terbrugge het kasteel met landerijen. Meteen bouwde hij een nieuwe vleugel met neogotische ramen en een forse ‘middeleeuwse’ toren waar in de middeleeuwen nooit een toren had gestaan. J.F. Christ maakte kort daarna een prent van zijn trots. In de verte, onder de brug door, zien we ‘de naald’. Het monumentje zal er dus al gestaan hebben toen de gouverneur het kasteel kocht. Of zou het ‘de eerste steen’ zijn geweest van zijn bouwcampagne? Aan de bekroning met een bol te zien, ligt het niet voor de hand dat de naald als vlaggenmast van de gouverneur heeft gediend. Op de steendruk van Christ prijkt de nationale driekleur op de nieuwe aanbouw van het kasteel. Rond 1960 plaatst baron Willem, de achterkleinzoon van de gouverneur, een vlaggenmast op de door gouverneurszoon Alberic gebouwde IJzertoren, waar hij op hoogtijdagen door de tuinman of timmerman de gele familievlag of nationale driekleur liet hijsen.

AFGETAKELD                      Een bizar testament van jonker Alberic bepaalde dat het kasteel van 1895 tot eind 1963 door zijn familie niet bewoond of verkocht mocht worden. Het adellijk goed werd al die jaren ‘bevroren’ en door de bouwploeg van het kasteel onder regie van de bewindvoerder en pootmeester geconsolideerd. Dat gold ook voor de naald en diverse andere beelden en ornamenten die als vista’s (‘trekpleisters’ aan het eind van een laan of doorkijk) in het kasteelpark stonden. Na 1964 raakte het landgoed versnipperd. Ornamenten verdwenen. De naald had dringend onderhoud nodig, zoals ook nu, in 2010, de uitgesleten klinkerweggetjes en diverse ornamenten rondom het kasteel die nog over zijn gebleven, dringend om aandacht vragen. Het monumentje takelde af, het werd een puinhoop, restanten leken door de boer te zijn ondergeploegd. Toen ik rond 1965  het monumentje fotografeerde was het al flink gehavend (zie foto). Op 27 oktober 1970 deed dorpsarchitect Loek van de Veerdonk een schriftelijk verzoek aan de gemeente Heeswijk-Dinther om het monumentje te laten restaureren. ‘Vermoedelijk liggen de brokstukken in de buurt’. Is er ooit antwoord op gekomen van de gemeente? In elk geval werd geen actie ondernomen. Wat er van de naald over was verdween onder het maaiveld. Alleen een lichte verhoging op de akker is nog zichtbaar.

DE TROON    Nu het adellijk slot na de dood van de laatste baron in 1974 langzaam aan ‘volkskasteel’ is geworden, ontstaan er allerlei nieuwe kasteelverhalen, waar of niet waar (dat zijn vaak de fraaiste). Iedereen wil immers zijn eigen kasteeldroom verwezenlijken. Zoals het verhaal over baron Willem, dat hij elk jaar zijn pachters op ‘de troon van Heeswijk’ in de Ridderzaal zou hebben ontvangen om de pacht te innen. Liefst wordt in het verhaal dan ook de vlag op de naald gehesen. En dat in een tijd dat de baron geen pachters had (de pachters waren tot eind 1963 schatplichtig aan de bewindvoerder). En toen dat na 1963 wel het geval verpoosde mijnheer de baron jarenlang bij zijn geliefde adoptiefdochter in Schloss Bentlage (Rheine, Duitsland), terwijl bovendien de toenmalige slotbewaarder bij zijn weten nooit pachters ‘tot de troon’ heeft toegelaten. Mooier kunnen we het niet maken.

ONDERAARDSE GANG      Het verhaal dat bij de naald de onderaardse gang van het kasteel zou uitkomen werd al in mijn jeugd verteld. Recent bouwhistorisch onderzoek heeft echter geen aanwijzingen opgeleverd dat er ooit sprake was van een ingenieuze gang die onder de gracht door midden op een open akker uitkwam. Wel spannend om te vertellen, bij een kasteel hoort immers een onderaardse gang.

 

GEDENKNAALD       Zou het misschien vanwege de naaldvorm en de overleveringen dan toch een gedenkteken zijn uit de Napoleontische tijd, ook al was er geen inscriptie of gedenkplaquette op aangebracht? Maar waarom dan midden op een akker? Misschien ook bedoeld als vista, die – komend van Den Bosch – in het verlengde van de eerste scherpe bocht in het oog moest springen?

BERNHEZE IN BREEDBEELD       Misschien dat archeologen met moderne technieken nog spannende sporen als de ‘voetstappen’ van Napoleon of Pichegru met hun legers kunnen terugvinden tussen recente sporen van de ‘troepen’ van het Europees Schutters Treffen, die in 2006 op de bolle akker werden geïnspecteerd en er duizenden liters bier wegspoelden. Bouwhistorici zullen aan de hand van beeldmateriaal de bouwstijl en ouderdom van het monumentje zeker nader kunnen duiden. En ongetwijfeld liggen ontvreemde fragmenten nog ergens in een schuur of heeft iemand er zijn huis of tuin vreemd mee opgesierd. Bij iemand die ‘het verhaal’ aan intimi vertelt, die het vervolgens niet verder mogen vertellen.

Laten we in elk geval de plek met het verhaal opnemen op de gemeentelijke erfgoedkaart (liefst in ‘breedbeeld’) die er na 15 jaar Bernheze onderhand wel mag komen. En er van leren dat de ornamenten, bouwfragmenten en klinkerweggetje die er nu nog rondom het kasteel over zijn, de nodige aandacht krijgen voordat ze afgetakeld of weg zijn.

 

Tekst en beeld: Rien de Visser, 23 maart 2010.