Cunera_bedevaart_in_HeeswijkZondag 30 mei 2010. Op de Dag van ons Platteland zette de Meijerijsche Museumboerderij de sluimerende Cunera, Heeswijks patrones van keel- en veeziekten, tussen alle buien door met een minitentoonstelling, klankbeeld, lezingen, een minivesper en een nieuw gebrouwen Cunera-slukske flink in het zonnetje.  Cunera bedevaart was even weg uit Heeswijk, maar moet weer tot leven komen, zeker nu we meer dan ooit beseffen hoe kwetsbaar we op ons besmettelijke platteland zijn, was de boodschap van Neerlands etnoloog en adviseur van de museumboerderij Gerard Rooijakkers. Als levende legende moeten we Cunera met rituelen en feesten, zelfs rappend, smeken dat wij met ‘Ons’ Brabant goed blijven sporen. Of we er met ‘vlaai zoekt hak’ als de Brabantse improvisatie op ‘boer-zoekt-vrouw’ komen is immers nog maar de vraag.

HEILIGE CUNERA NAAST HEIDENS STONEHENGE         Als een bijenkorf gonsde het in HaDee afgelopen zondag van cultuur. Het was niet alleen de Dag van ons Platteland waarop boerenbedrijven bezichtigd konden worden en waarop rond de museumboerderij de ‘kraamfafdeling’ druk werd bezocht en men een ontwakende Cunera kon meemaken. Waar muziek van divers pluimage was te horen en kinderen klompen konden verven. In de Abdijkerk vierde kamerkoor Mi Canto zondag ook zijn 20-jarig bestaan met een adembenemend Concerto de la Esperanze dat Peruaanse kleuters weer wat hoop moest geven. Op de Kersouwe kon je voor de eerste keer Frühshoppen. En op een steenworp afstand van de museumboerderij, op het land van een herbestemde Brabantse boerderij, was het openingsweekend van de internationale kunsttentoonstelling ‘The woods that see and hear’. Daar zet ‘Sanitary Stonehenge’ ook niet-gelovigen aan tot nadenken over consumptie, afval en vervuiling. Een installatie van mobiele toiletten op de plaats van de mesthoop, in een formatie als de stenen van Stonehenge, roept er tot 11 juli heidense rituelen en feesten op, en de houding van de mens van heel lang geleden tot de natuur.

WEDEROPSTANDING VAN CUNERA            In de schop van de museumboerderij werd in een programma van zo’n twee uur Cunera van alle kanten verkend en gescand. Nico van Doorn van de museumboerderij toonde een uitvoerig en heel informatief klankbeeld over het leven van Cunera, haar legende en verering ver weg, dichtbij in de regio en in hier in Heeswijk. Leon van Liebergen, conservator van het Museum voor Religieuze Kunst dat gelukkig in Uden blijft, legde deskundig en in duidelijke taal het historische Cuneranetwerk bloot. Gerard Rooijakkers lanceerde ‘kwetsbaarheid’ van ons platteland als dringende reden en actueel thema voor de wederopstanding van Cunera, die na Vaticanum II allengs uit het dorpsbeeld van Heeswijk verdween.

WURGDOEK EN POFFER       In de vloeiende betogen van Van Liebergen en Rooijakkers trokken als in processie alle attributen en verhalen van Cunera voorbij, haar wurgdoek, Cunerawater, broodjes die in houtsplinters veranderden en zelfs collega Ursula met haar elf maagden die door een leesfout uitgroeiden tot maar liefst elfduizend (‘zie daar maar mee in Rome te komen’). Ook gewone mensen, een straat en een verzorgingstehuis die naar Cunera zijn vernoemd. Tussendoor gaf Rooijakkers een minicollege over de evolutie van de Brabantse poffer waarvan er veel op oude foto’s en films van de Cuneraprocessie zijn waar te nemen.  Alleen de vraag of Cunerabedevaart qua pecunia in Heeswijk ooit een kaskraker was, kwam niet op tafel.

OPLADEN MET KWETSBAARHEID                             De Cuneratraditie hoort bij de eigenheid van Heeswijk en is in den lande uniek. Cunera is voor Heeswijk een schat die niet mag sluimeren. Elke generatie moet investeren in haar tradities en er een eigen betekenis aan geven, aldus Rooijakkers. Zo moeten we nu in Heeswijk Cunera opnieuw ‘opladen’, met kwetsbaarheid als focus op een bezoedeld platteland vol besmettingen. Pastoor Joost Jansen ging tenslotte voor in ‘Vespers van de Heilige Cunera’, met onder meer een Cuneralitanie en het Cuneralied dat eindigt met ‘Uit elke keel zij lof uw deel’.

RAPPEN OVER ROOMSE SMARTLAP            Het Cuneralied was in de loop van de middag al enkele keren langs gekomen, vol vuur gespeeld door fanfare, koor en op het Heeswijks Smitsorgel. In de minivespers klonk het zonder begeleiding wat aarzelend. De trekzakspeler van de museumboerderij had ‘m zo kunnen meespelen. Het Cuneralied is immers een roomse smartlap die al na één keer zingen blijft hangen. Gerard Rooijakkers spoorde ook nog de jeugd aan om over Cunera te gaan rappen. Maar waarschijnlijk rappen ze liever over bossen die zien en horen of over het Brabantse land dat zal bloeien. Dan zal Cunera het tekstueel wel zelf moeten mennen om het in de kerk van vandaag te kunnen beluisteren. Na afloop werd in plaats van gewijd Cunerawater een nieuw gebrouwen brandewijnachtig Cunera-slukske geschonken dat huisgemaakt ook ongewijd een zuiverende werking zal hebben. Terwijl de mensen van de Meijerijsche Museumboerderij onze Cunera met rituelen en volksfeesten tot leven willen wekken komen haast automatisch ook de Heeswijkse snevelkruiken weer in beeld. Full HaDee.

Tekst en beeld: Rien de Visser