nar_van_heidelbergFULL HADEE (23)      We hebben onze carnavalskleren netjes opgeborgen om ze tegen 11-11-11 weer tevoorschijn te halen. Het kasteel had vroeger een carnavalskostuum dat niet werd opgeborgen. De pop in met dieren geborduurd pak, een masker op en houten sabel in de hand, stond het hele jaar de bezoekers aan te staren. Hij staat te boek als een hofnar, ‘de Nar van Heidelberg’. Het blijkt echter een ‘allemanisch’ carnavalspak te zijn. Waar de nar nu uithangt?

HOFNAR        Bij de mensen die vroeger het kasteel bezochten zijn vooral de folterwerktuigen, het Chinese bordjesplafond en de hofnar bijgebleven. De folterwerktuigen gingen rond 1955 naar het Noordbrabants Museum, het Chinese bordjesplafond werd in 1978 gesloopt. Ze zijn onlangs weer teruggekomen in het kasteel. Maar de hofnar die bij de opschoning rond 1975 werd verkocht aan Museum Van Gerwen-Lemmens in Valkenswaard is nog spoorloos. De aandacht ging in het kasteel in die tijd niet uit naar een aftandse pop, waarvan het masker niet bepaald gezegend was met schoonheid en de kleren al lang naar de stomerij hadden gemoeten. Dus werd de hofnar samen met een vracht alledaags erfgoed van de hand gedaan om met de opbrengst een slotkapel en toilettengroep te creëren.

SLAAPKAMERGEDACHTEN        '2461. Een pop in costuum “de Nar van Heidelberg"  f 20,-', zo staat de hofnar vermeld in de Klapper, de inventarislijst van het kasteel uit 1895, die na de dood van de laatste kasteeljonker werd opgesteld. De pop stond op een lage sokkel in de Borduurkamer, de huidige Bibliotheek. Een kamer met een hele geschiedenis. Als onderdeel van de nieuwe woonvleugel die gouverneur Andreas in 1835 liet bouwen, werd die kamer bij zijn dood in 1855 genoteerd als winterslaapkamer. De kamer had een alkoof en er hoorde een zijkamertje, wasgelegenheid en provisiekamer bij. Het zou volgens overlevering ‘de kamer van de gouverneur’ zijn geweest, wellicht een combinatie van slaap- en werkkamer. De gouverneur zal ook een (meer representatieve) zomerkamer hebben gehad. Daarvoor komt de huidige Tinkamer in aanmerking die in 1855 ‘Groote slaapkamer’ werd genoemd, zo lezen we in het artikel ‘... Het kasteel van Heeswijk geschetst...’ van kunsthistorica Marieke van Vlierden in het pas verschenen boek ‘Een andere wereld’. Op het kasteel wordt er nu van uitgegaan dat de gouverneur, zoals in die kringen gebruikelijk, gescheiden sliep van zijn echtgenote, alhoewel zij beschikte over een dubbelbed. Maar alleen al met haar ellendig lange naam verdiende ze een dubbelbed. Voluit heette ze Eugénie Thérèse Barbe Ghislaine barones van den Bogaerde van Terbrugge, Vrouwe van Heeswijk en Dinther, geboren Papeians gravin van Morchoven genaamd Van der Strepen.

LIGGEND NAAKT      Na het overlijden van de gouverneur werd door zijn zonen Louis en Alberic, die samen ‘Musée de Bogaerde’ runden, de winterslaapkamer omgetoverd in Borduurkamer. Er werden hoge glazen kasten getimmerd waarin kerkelijke gewaden werden tentoongesteld. Daaronder zelfs kazuifels van leer. In de kamer stond ook de Nar van Heidelberg. Op een foto uit 1934 poseert hij in de alkoof. Toen baron Willem van de Borduurkamer zijn bibliotheek maakte kreeg de nar een standplaats in de Wapenzaal, pal naast de pijnbank. Uiteindelijk werd hij verbannen naar de IJzertoren, waar hij de laatste jaren van zijn verblijf op het kasteel een verborgen leven moest leiden. In de donkere alkoof waar hij ooit stond hing baron Willem nadien een impressionistisch schilderij van een vrouwelijk naakt dat op een canapé voor de spiegel lag, zodat niets aan de fantasie overgelaten hoefde te worden. Onder het schilderij stond een mobiel oliekacheltje om het vertrek (en het schilderij) meer warmte te geven. De schouw van de winterkamer was toen niet meer in gebruik. Zo kon ook de norbertijn-bibliothecaris Willem Vlek vanachter zijn werktafel in de bibliotheek genieten van een bekoorlijk uitzicht toen hij rond 1960 voor de baron de boekencollectie catalogiseerde. In dezelfde tijd ordende zijn confrater Huub van Bavel wat verderop in een veilig verscholen torenkamer het kasteelarchief. Samen met de toenmalige Heeswijkse pastoor Gloudemans verwijderde de barones op een avond het schilderij, toen de baron duurzaam bij zijn adoptiefdochter in Duitsland verpoosde. Het kon de normentoets van Morele Herbewapening, waarvan ze lid was, niet doorstaan. ‘Waar is mijn liggend naakt gebleven?!’ vroeg de baron ons boos toen hij op inspectie kwam. We moesten het antwoord schuldig blijven. Het naakt wordt, net als de hofnar in carnavalskleren, nog steeds vermist.

nar_van_heidelberg_0001SPOORLOOS            De hofnar werd al kort na de verkoop in 1975 doorverkocht. In 1978 dook hij nog op tijdens een antiekbeurs in Breda. Hij werd aangeboden door een antiekhandelaar en zou verkocht zijn voor een Duitse of Zwitserse verzameling. Sindsdien is hij spoorloos. De antiekhandelaar is overleden, de firma opgedoekt. In de catalogus van de veiling in Breda werd de pop omschreven als ‘Zwitsers carnavalskostuum. Gemaakt rond 1800. Hoogte 170 cm. Ex. collectie Heeswijk’.Vanwege zijn titel ‘de Nar van Heidelberg ‘ hebben we contact opgenomen met het Kurpfälzisches Museum in Heidelberg. Spoedig liet de conservator textiel van het museum ons weten dat er wel een Nar van Heidelberg bestaat die luistert naar de naam Perkeo en geboortig is van Zuid-Tirol, maar die lijkt in de verste verte niet op die van Heeswijk. Perkeo had de gestalte van een dwerg en zou in zijn leven alleen wijn hebben gedronken. Het museum in Heidelberg ziet meer gelijkenis met een Zwitserse of Zuid-Duitse carnavalsfiguur uit de ‘Allemanische Fastnacht’. Zo’n narkostuum wordt ‘Häs’ (pak) genoemd, heeft een uit hout gesneden masker en een pak van rijk versierd handwerk. Het narrenpak wordt traditioneel door dezelfde persoon levenslang gedragen en wordt vanuit de traditie gekoesterd. Ook de Heeswijkse pop heeft een houten masker, toont geborduurde dierfiguren en draagt een houten sabel, een bekend attribuut van zo’n carnavalsnar. Op de foto van de veiling in 1978 draagt onze nar geen sabel meer. We hopen nu via Zwitserse en Zuid-Duitse carnavalsmusea de ‘Nar van Heeswijk’ te kunnen opsporen.

1963_in_de_ijzertoren_b_2BORSALINO EN BLAUWE OVERAL          Museumobjecten werden op het kasteel in onze jeugd nog niet met zijden handschoenen aangepakt. Met de nar en adellijke ‘verkleedkleren’ werd zelfs gespeeld. In de kofferkamers stonden kisten met clownkleren en Oosterse gewaden die baron Willem en zijn broer Otto gedragen zullen hebben op een gekostumeerd bal. Het masker van de nar bleek angstaanjagend. De pootmeester jaagde mijn moeder de stuipen op het lijf toen hij aan de kasteelpoort aanklopte en met het masker van de hofnar op kwam vertellen dat Nederland was bevrijd. Met dat masker op en een door vader gefabriceerde rommelpot (met blaas van eigen varken) sprokkelde mijn broer warempel op Vastenavond (Fastnacht) in de boerderijen rond het kasteel geld bij elkaar. Later vierde ik zelf carnaval met een oude hoed van de baron op. De baron had die aan mijn vader gegeven als hoofddeksel bij zijn blauwe overal, om goed gemutst in weer en wind zijn vogels te voeren. De hoed bevat het monogram WB (Willem van den Bogaerde) en is vervaardigd door de gerenommeerde Italiaanse hoedenmaker Giuseppe Borsalino. Bekende dragers van de borsalino (de merknaam is een modelnaam geworden) zijn Al Capone, Joseph Beuys, paus Johannes Paulus II en Michael Jackson. De hoed is er nog.

De Bibliotheek van het kasteel, met in de (gesloopte) alkoof in chronologische volgorde een bed, hofnar met ‘allemanisch’ carnavalskostuum, liggend naakt met oliekacheltje en een lege plek, bevat heel andere verhalen dan er in de boeken zullen staan. Verhalen uit een andere wereld!

Tekst en beeld: Rien de Visser