2012  09bernezorg vrijwilligers bijeenkomst jac w 01 72dpi 1600x1200“Als vrijwilliger moet je leren om niet belangrijk te zijn. De regie van een ontmoeting ligt bij de bewoner”. Die boodschap ontvingen 280 vrijwilligers  van Bernezorg de afgelopen dagen van Jan Rauh. De toneelspeler, entertainer en dramadocent  wees op  humoristische, soms ironische en confronterende wijze de weg in de doolhof  aan gesprekken die dagelijks in verzorgingsinstellingen worden gevoerd.

“Een tas vol aandacht” heette de lezing.

Rust en respect
Dat zijn de twee belangrijkste peilers waarop een ontmoeting is gebaseerd.  Maar hoe geef je rust en respect?  Die vraag werd door Jan Rauh  in velerlei vormen voorgeschoteld. In tweegesprekken en  toneelstukjes werden de vrijwilligers betrokken bij   zeer herkenbare dagelijkse situaties. “Presentatie, lichaamstaal, stemgebruik  en ook  ademhaling zijn belangrijke factoren die de bewoner informatie geven hoe hij/zij wordt benaderd. En voor het welzijn van degenen die aan onze zorg zijn toevertrouwd is het van groot belang dat die dialoog met aandacht en waardering voor ieders persoonlijkheid  gebeurt. We willen toch dat de mensen zich hier thuis voelen? Dan zijn de behoeften van de individuele bewoner het vertrekpunt  van een ontmoeting.” aldus Jan Rauh.

Fragiel  en broos
Ook  was er aandacht voor de intieme aspecten van ontmoeten. Carla Rauh vertolkte samen met haar broer twee liedjes van Herman Finkers en Harry Jekkers .Fragiele teksten over vergeten en  vergankelijkheid, die op poëtische wijze het broze bestaan belichten.

4 bijeenkomsten
Gedurende twee dagen werden tijdens  4 bijeenkomsten de vrijwilligers van Bernezorg onthaald  op deze amusante en leerzame lezing.  Karin van Kraay, als coördinator vrijwilligers, zette voor aanvang van iedere bijeenkomst de koperen en zilveren vrijwilligers in het zonnetje. Een 30 tal mensen ontvingen een fikse bos bloemen.  Een hapje en drankje na afloop gaf gelegenheid elkaar als vrijwilliger te ontmoeten en over deze bijeenkomst  na te praten.

Tekst en fotografie: Jacques Worms