53 jaar geleden verhuisde Miek van de Geijn-van Aspert, van Heeswijk naar Roosendaal, want haar man Antoon was daar aangesteld als keurmeester van vee en vlees.
Onlangs stuurde zij een brief waarin ze schreef: "Ik heb nooit heimwee gehad, maar als ik langs mijn geboortehuis kom, of eigenlijk bij Simon binnenloop, waar toendertijd de bakkerij was en op de hoek waar nou de friteszaak is, daar was de ijssalon, dan voel ik heel sterk mijn verbondenheid."
De liefdesverklaringen aan haar geboortedorp legde Miek vast en gebruikte daarvoor het lied 'Mijn dorp' van Wim Sonneveld.
{mp3}mijn_dorp_hq{/mp3}
Wanneer ik terugdenk aan mijn jeugd
voel ik me altijd zeer verheugd
Da'k op een dorp geboren ben
Het is al wel heel lang gelee'en
Ik ga er niet zo vaak meer heen
Haast niemand meer die ik nog ken
Dat was toen nog wel het geval
Kende elke boer en elke stal
En ook de bijnaam en hun streken
Ik kwam er daag'lijks met m'n brood
Wist alles van leven en van dood
En van pastoor zijn donderpreken
Refrein:
Nu dwaal ik soms nog door de straten
en word ook nog wel eens herkend
Dan kan ik weer mijn Heziks praten
En voel ik mij weer een van hen
Ik ben trots op ons mooi kasteel
Weet van zijn achtergrond heel veel
De baron kwam vaak een praatje maken
Concerten op de binnenplaats
Voor dorpsbegrippen buitenmaats
Kan nu nog in vervoering raken
En dan ons openluchttoneel
Is wel een heel groot onderdeel
Van vreugdevolle herinneringen
Kersouwe werd alom bekend
Zelfs voor publiek dat was verwend
Kon met de - grote - mededingen
Refrein:
Nu dwaal ik soms nog door de straten
en word ook nog wel eens herkend
Dan kan ik weer mijn Heziks praten
En voel ik mij weer een van hen
Waar ik ook aan denk is de abdij
Vol Norbertijnen in hun pij
Ze maakten deel uit van ons leven
Wat lastig was zo weet ik nog
wat je ook leverde of kocht
je nooit wat winst werd teruggegeven
Ze brachten ons wel veel cultuur
En dat is op de lange duur
Nog overal in te herkennen
Muziek, theater, hoog bezoek
Uitgave's, kranten of een boek
Kwam heel vaak van d'abdij van Berne
Refrein:
Al denkend loop ik door de straten
En word dan ook wel eens herkend
Dan kan ik weer mijn Heziks praten
En voel ik mij weer een van hen
Dan was er mijn geliefde koor
Wat ik nóg in gedachte hoor
We zongen in de hoogste kringen
Hoe kreeg Jan van Aspert het voor elkaar
Want het was toch wel zonneklaar
We konden niet van noten zingen
Ook had je de fanfare nog
En zonder ik daarover poch
Hein v.d. Geijn leerde hen spelen
Met aandacht en heel veel geduld
Maar’t mag toch niet worden verhuld
Ze kregen wel héél droge kelen!
Al denkend loop ik door de straten
En word dan ook wel eens herkend
Dan kan ik weer mijn Heziks praten
En voel ik mij weer een van hen
Miek van de bakker trouwt met Toon
Zo ’t hoort dus met een slagerszoon
We trokken weg naar and’re oorden
We bleven wel ons dorpje trouw
Voor mij nog steeds: ik hou van jou
Beter kan ik het niet verwoorden
En ben ik dan een keertje hier
Dan doet men mij het grootst plezier
Door dreven en straten heen te rijden
Ik proef dan weer het dorpsgeluk
Al word ik 100, het gevoel gaat nooit stuk
Bewoners zijn nog te benijden
Refrein:
Zo blij loop ik nog door de straten
Heerlijk, als ik nog word herkend
Dan kan ik weer mijn Heziks praten
En voel ik mij weer een van hen.
Miek van de Geijn-van Aspert
Roosendaal, 16 januari 2010