Deze keer is Mevrouw van der Leest- Verhagen, beter bekend als Jaantje Verhagen, aan het woord. Wie kent haar niet, toen ze nog bij Ter Weer woonde herkende je haar appartement meteen door al die bloemen in haar tuintje. Nu woont ze al weer ruim een jaar in De Bongerd en ook hier zit ze weer tussen de bloemen en heeft het prima naar haar zin.
Jaantje is geboren in 1925 op Beugt in de boerderij van haar ouders, daar groeide ze op met vijf broers en een zus.
Oorlog
Toen de oorlog uitbrak was ze een meisje van 15 jaar en ze vond het eigenlijk wel spannend, er gebeurde nog eens wat. Op een dag vlogen de pijlen, vanuit een vliegtuig afgeschoten ,rakelings langs haar.
Als er een paard dood in de wei lag, werd dat geslacht en verdeeld onder de mensen, het paardenvlees werd gerookt en van haar moeder moest Jaantje ook een stuk naar Dr. Lebau brengen, zo ging dat in die tijd.
Toen ze bij de dokter aan kwam was er net een luchtalarm dus heeft ze daar nog in de schuilkelder gezeten.
Als je in de schuilkelder moest kon dat soms wel een halve dag duren
Thuis hadden ze ook een schuilkelder gemaakt in ’’d’n appelboagerd’’, een groot gat, waar je in kon staan, afgedekt met balken en masten, want dat mocht niet opvallen, heel spannend.
Maar haar ouders hadden zorgen, vader had kanker en haar broer Piet werd als krijgsgevangene te werk gesteld in Duitsland. Omdat hij van boeren- afkomst was kon hij werken op een boerderij, dan leed hij in ieder geval geen honger, dacht hij slim.
Na de oorlog duurde het wel heel erg lang voordat Piet terug was in Dinther. Als allerlaatste uit de buurt, kwam hij met de trein vanuit Duitsland naar Den Bosch en met een geleende fiets, eindelijk thuis.
Na de oorlog overleed haar vader en de uitvaartsmis was bij Januske van Willemkes, ( nu pannenkoekenhuis) omdat de kerk kapot geschoten was.
Jaantje dacht dat ze niets te vertellen had, af en toe laat haar geheugen haar in de steek.Maar we krijgen zo toch een aardig beeld van haar leven als jonge meid, ten tijde van de oorlog in Dinther.
Tekst door Wilma van Zoggel.
Fotografie:Wim van der Lubbe.