montgomeryBegin september naderde de Britse 21e legergroep, onder leiding van veldmaarschalk Bernard Montgomery, de Belgisch-Nederlandse grens, terwijl generaal Omar Bradley met zijn 12e legergroep ten zuiden van de Ardennen niet meer ver van de Duitse grens was verwijderd. De opmars begon echter zijn vaart kwijt te raken doordat alle munitie, brandstof en andere legervoorraden nog altijd vanuit Normandië moest worden aangevoerd.Bovendien nam de Duitse tegenstand stevig toe nu de geallieerden de Duitse grens naderden.

Montgomery wilde via het Ruhrgebied in één keer doorstoten naar Berlijn. Patton wilde daarentegen een snelle doorbraak forceren in het Saarland.. Beide bevelhebbers waren het eens over het feit dat de vluchtende Duitsers niet de tijd mochten krijgen om te herstellen. Opperbevelhebber Dwight D. Eisenhower was echter een andere mening toegedaan. Hij vond één doorstoot te riskant en wilde over een breed front oprukken. Eisenhower was van mening dat het ondanks de logistieke problemen mogelijk moest zijn om Patton van voldoende materieel te voorzien, zonder daarbij in te korten op de voorraden van Montgomery..

Op 2 september, tijdens een bespreking met Bradley, Patton en Hodges, verklaarde Eisenhower dat hij zowel in het noorden (Montgomery) als in het zuiden (Patton), wilde oprukken.[8] Eisenhower ging ervanuit dat de Duitsers hun troepen concentreerden rondom het Ruhrgebied en het Saarland. Hierop moesten dan ook de geallieerde legers op worden aangepast. Zo kreeg Patton als versterking de beschikking over een extra legerkorps. Het zwaartepunt van de geallieerden bleef echter, zoals op 23 augustus afgesproken, voorlopig nog in het noorden liggen.

Rekening houdend met de penibele voorraadsituatie, verwachtte Eisenhower op korte termijn het punt waarop de geallieerde aanvallen noodgedwongen zouden stagneren en het initiatief uit hand werd gegeven. Voor dit punt bereikt was, wilde hij echter over een zo breed mogelijk front posities innemen die een succesvolle eindstrijd garandeerde. Dit hield in dat hij een doorbraak wilde forceren in de Westwall en een aantal bruggenhoofden over de Rijn wilden vormen. Daarnaast hoopte hij op de verovering van zowel het Rurhgebied, als het Saarland..

Naast de bevoorrading deden zich er nog meer problemen voor, met name op het gebied van communicatie tussen de geallieerde commandanten. Door de snelle opmars waren de hoofdkwartieren over heel het veroverde gebied verspreid. Eisenhower zat zelfs nog in Granville aan de Normandische kust.

Montgomery, wiens bevel over alle geallieerde grondtroepen eerder was afgenomen, was er heilig van overtuigd dat zijn plan, een doorstoot naar het Ruhrgebied, de oorlog nog voor Kerstmis kon beëindigen. Hij had zijn plan voorgelegd bij Eisenhower, maar kreeg te horen dat er over een breed front zou worden aangevallen.. De Brit eiste daarop een persoonlijk gesprek met de Amerikaanse opperbevelhebber, dat plaatsvond op 10 september 1944.[8] Één dag voor deze conferentie, kreeg hij vanuit Londen het bericht dat de eerste V2’s Engeland hadden getroffen en dat men voornemens was om de hoofdstad in zijn geheel te evacueren. Dit was een belangrijke factor in het uiteindelijke plan van Montgomery. Hij wilde een doorbraak forceren over de Waal en Rijn, waarna West-Nederland, waar de V2’s zich bevonden, zou worden afgesneden..

Morgen het vervolg. Bron:WikipediA