Deze Waaloversteekwordt nu door het Amerikaanse leger als een van hun meest heroïsche daden beschouwd. Tegen de tijd dat de brug in geallieerde handen is, was het avond en waren er niet genoeg grondtroepen beschikbaar om meteen de aanval richting Arnhem te beginnen. In Nijmegen werd op dat moment nog hard gevochten. In Arnhem was de situatie bij de brug uiterst precair. De brug was nog steeds in handen van de Britten maar zonder water, voedsel en met een gebrek aan munitie leek de uitslag duidelijk.
Ook in de op 19 september gevormde perimeter rondom Oosterbeek werd zwaar gevochten; op dit moment waren er van de 10.000 gelande parachutisten van de 1e Luchtlandingsdivisie er slechts 3000 over in Oosterbeek en ongeveer 500 bij de brug. Bij het Brabantse Eerde hadden op 20 september weer zware gevechten plaats, waarbij een groot deel van het dorp in puin geschoten werd. Aan het einde van de dag hadden de Amerikanen het dorp echter opnieuw in handen.
Bron:WikiPedia