Vanochtend werd ik om 05.07 uur wakker. Of dat verband hield met de door Joep Adank gestelde deadline van half zes tijdens de nieuwjaarsreceptie? Misschien onbewust wel, want het eerste wat er door mijn gedachte schoot was een rode draad voor een column. Voor wie er, net als ik de afgelopen 25 jaar, niet bij was op de nieuwjaarsreceptie zal ik het uitleggen.
Wie 25 jaar lid is van Avesteyn wordt gehuldigd. Dit jaar was ik samen met ‘onzen Hans’ één van de gelukkigen. Daarnaast nog een drietal 40 jarige jubilarissen en één 60 jarige jubilaris. Ook ik vond dat onvoorstelbaar: 60 jaar onafgebroken lidmaatschap. Dan moet je toch wel een klap van de molen gehad hebben vroeger, of niet? Niet onvermeld mag blijven dat Louis en Albert benoemd werden tot erelid van Avesteyn. En natuurlijk was er het afscheid van Jan Laseroms.
Maar goed, even terug naar mijn eigen jubileum. Je weet dat ze dan een carrièreoverzicht van je opstellen, over je bezigheden gedurende die 25 jaar. Dan worden vermoedens over wat ze over je gaan vertellen in je hoofd alvast chronologisch gerangschikt. Ik weet niet hoe anderen dat doen, maar ik had vooraf thuis voor mezelf de hoogtepunten even op een rijtje gezet: jeugdspeler van het A1 team dat de unieke bekerfinale speelde tegen Blauw Geel in Schijndel en fanatiek aanvoerder van het tweede elftal, dat vijf seizoenen op rij knap maar ook teleurstellend tweede eindigde. Maar op 1 januari bleek dat ik voetballend niet zo’n geweldige indruk heb achtergelaten bij Avesteyn. In het woordje van Joep bleef het beperkt tot speler van diverse jeugd- en seniorenteams. Wat was er dan wel blijven hangen van mij? Medeorganisator van de quiz en schrijver van columns. Toch iets om trots op te zijn.
Terugkijkend in mijn computerbestanden bleek 2009 inderdaad een columnloos jaar te zijn. Daar had Joep Adank een gevoelig punt te pakken. Als sprankelend nieuw voorzitter van Avesteyn daagde hij mij uit om de pen weer op te pakken. Want als tijdgebrek het excuus moest zijn, dan zou een vereniging als Avesteyn al lang niet meer bestaan. Al die vrijwilligers steken met liefde en plezier hun tijd in de vereniging. Met een glimlach fluisterde Albert van de Boom mij bij de receptie in mijn oor, dat hij het ook wel had gedaan om lekker van huis te zijn. Ik beloofde hem om dat niet verder te vertellen. Dat zou ik ook nooit doen, ik schrijf het alleen maar even op. Daarna gaat het vanzelf rond.
Joep, vanaf nu zal ik weer met regelmaat een column schrijven voor de club. Er zit dus (op papier) een kans in dat ik daarmee zelfs mijn 60 jarig jubileum haal.
Berry van de Wetering