overweging op Nieuwjaar – 1 januari 2014
De dichter Remco Campert zei onlangs dat tijd eigenlijk één grote zee is. Daarom zeggen we soms: wij hebben zeeën van tijd. Wij mensen willen daar greep op krijgen en daarom hebben we de tijd ingekaderd in jaren, maanden, weken, dagen, uren, minuten, seconden. Als we naar de schaatswedstrijden kijken zelfs honderdsten van seconden. Kijken we echter naar het heelal dan is daar ook het beroemde ‘zwarte gat’. In dat ‘zwarte gat’ houdt tijd op te bestaan, zeggen de wetenschappers, iets wat voor ons moeilijk voor te stellen is. Dat wij vandaag Nieuwjaar vieren, 1 januari 2014, is dus een menselijke constructie. Het had ook anders kunnen zijn. Wat zegt dit ons? Dat tijd relatief is.
Wij zijn bezeten van tijd. Tijd is geld, tijd mag je niet verliezen. Op tijd zijn, te laat komen, over tijd zijn, elk gebruik van het woord ‘tijd’ roept beelden op. Bij iemand die steeds punctueel op tijd, hebben we al een beeld. Bij iemand die steeds te laat is, ook. En als een vrouw ‘over tijd’ is, dan roept het ook emoties op of soms verwarring...
En dan wensen wij elkaar deze dagen: ‘de beste wensen’, ‘veel heil en zegen’, of ‘Zalig Nieuwjaar’. ‘En vooral gezondheid, want dat is toch het belangrijkst?’ U herkent de uitspraken die vaak zonder veel nadenken geuit worden. Staan wij stil bij wat we wensen? Wat zeggen wij uit? En over die gezondheid die voor sommigen het belangrijkste is? Ik wens iemand met een slechte gezondheid toe dat hij of zij steeds de innerlijke kracht mag ontvangen om er goed mee om te gaan. Dat is toch echt wat anders. Het lijkt wel alsof we gedwongen worden om steeds met de grote stroom mee te lopen. Ik wens dat onze wensen uit ons hart komen.
Ik wens ook dat we tijd kunnen verliezen. Tijd blijft een relatief begrip. Wij zitten vast aan onze horloges. Wanneer we meer in onszelf de instelling laten groeien dat we soms ook tijd mogen verliezen, voor elkaar, dan zal er zeker iets heel moois onder ons kunnen groeien. Stel: je bezoekt iemand die ziek is. Als die persoon, zodra jij binnenkomt, de indruk krijgt dat je zo snel mogelijk verder moet, dan is het bezoek mislukt. En als je van iemand houdt, dan verlies je toch ook tijd bij elkaar en voor elkaar?
Het jaar dat voor ons ligt heeft weer 365 dagen. De dagen zijn niet allemaal hetzelfde. Er zullen speciale dagen zijn en dat zijn niet alleen de liturgische hoogtijdagen. Er zullen ook dagen komen met speciale ontmoetingen. Zo wil bisschop Hurkmans een hele week in onze parochies doorbrengen. We gaan daarvoor een programmaatjes ontwikkelen. Dat is niet niks: een hele week, drie dagdelen per dag, dus 21 dagdelen. Ik weet zelfs niet of we wel voldoende in huis hebben. Of moeten we ook hier er van uitgaan dat wat tijd verliezen voor elkaar tot de mogelijkheden horen?
Er zijn weer de dagen met doopsels, eerste communies, vormsels, de huwelijken en ook de avondwakes en uitvaarten. Het zijn even zovele tijden waarop wij elkaar nabij kunnen zijn en ook God de kans geven zijn plaats onder ons in te nemen.
Er is onze bijdrage als gelovige mensen aan het maatschappelijke gebeuren. Actief burgerschap, als gelovige mens, hoe doe je dat? Welke punten wil dan naar voren brengen? We mogen gaan stemmen, heeft ons geloof invloed op onze keuze? En als we 200 jaar koninkrijk der Nederlanden vieren dit jaar: wat is onze bijdrage voor God, koning en vaderland, zoals ook ons Gilde dit wil uitdragen?
Over al deze dagen, over heel deze tijd bidden wij Gods zegen af. We hoeven Hem niet te vragen om onze werkelijkheid naar onze hand te zetten. We kunnen Hem wel vragen om ons steeds voldoende veerkracht en geestkracht te schenken zodat we alles aan kunnen. Dan zal dit nieuwe jaar 2014 een zegenrijk jaar zijn.
Joost Jansen, norbertijn