Sterkere Maasdijk, tegengaan watertekort zandgronden en klimaatbestendige steden en dorpen
Op Prinsjesdag overhandigde Deltacommissaris Wim Kuijken het Deltaprogramma 2015 aan de Minister van Infrastructuur en Milieu, Melanie Schultz van Haegen. In het Deltaprogramma staan plannen waarin verschillende overheden en andere organisaties samenwerken om Nederland, nu en in de toekomst, te beschermen tegen hoogwater en te zorgen voor voldoende zoetwater. In deze editie adviseert de Deltacommissaris de minister vijf Deltabeslissingen te nemen. Deze hebben betrekking op: waterveiligheid, zoetwaterstrategie, ruimtelijke adaptatie, IJsselmeergebied en de Rijn-Maasdelta.
Lambert Verheijen, dijkgraaf waterschap Aa en Maas: ‘In het Deltaprogramma staan maatregelen die zorgen dat Noord-Brabant goed beschermd blijft tegen overstromingen, wateroverlast én voorstellen om een watertekort tegen te gaan. Samen met partners als Provincie, gemeenten, landbouw, natuurbeheer en industrie staan we aan de lat staan om onze leefomgeving ‘waterproof' te houden.
Een belangrijk winstpunt is dat het Rijk erkent dat er wat gedaan moet worden aan de zoetwaterschaarste op de hoge zandgronden in Oost- en Zuid-Nederland. De minister doet ‘boter bij de vis’ en trekt hier 60 miljoen euro voor uit in de periode 2016-2021. Dit is ten gunste van een regionaal werkprogramma van overheden en maatschappelijke organisaties gericht op sparen, aanvoeren en adapteren van water: ons Deltaplan Hoge Zandgronden.’
Strengere eisen aan dijken
In Oost-Brabant ligt 110 kilometer Maasdijk in de gemeenten Boxmeer, Cuijk, Grave, Landerd, Oss, 's-Hertogenbosch, Heusden en Waalwijk. De normen waaraan dijken moeten voldoen om water tegen te houden worden strenger. Ze zijn nu nog gebaseerd op normen uit de jaren ’60. Die normen worden aangescherpt omdat de gevolgen van een overstroming, ook economisch, veel ernstiger zijn. Door de klimaatverandering regent het vaker en harder (piekbuien). Dit betekent dat dijken worden verhoogd; op andere plaatsen worden mogelijkheden gecreëerd om hoge waterafvoeren van de Maas beter af te voeren (rivierverruiming) of tijdelijk op te vangen (retentie). Het gaat om maatregelen die perspectief bieden om aan de lange termijn opgave voor waterveiligheid te voldoen. Ze moeten voor 2050 moeten zijn uitgevoerd.
- Weerdverlaging langs vrijwel de gehele bedijkte Maas. Dit betekent het afgraven van uiterwaarden.
- Twee retentiegebieden tussen Cuijk en Ravenstein (Kraaienbergse Plassen-west en Keent-zuid (Reek) om de top van een hoogwatergolf af te vangen. Hierdoor zijn benedenstrooms langs de bedijkte Maas minder maatregelen nodig.
- Een dijkverlegging tussen Bokhoven en Heusden.
- Benedenstrooms van Heusden is langs de Bergsche Maas een verbreding van het zomerbed voorzien van ongeveer 25 meter in de breedste uiterwaard.
- Maasdijken worden verhoogd en in de breedte verbeterd.
Op grond van de opgesomde maatregelen is een mix van rivierverruiming en dijkversterking als gewenste en haalbare strategie bepaald. Om tot daadwerkelijke uitvoering van maatregelen te komen is nader uitwerking nodig en moet er in de toekomst ingespeeld kunnen worden op veranderende omstandigheden en nieuwe ontwikkelingen.
Tegengaan watertekort
Waar we langs de Maas te maken kunnen krijgen met een teveel aan water, kennen de hoger gelegen zandgronden in Noord-Brabant en Limburg nu al regelmatig perioden van watertekort. We hebben steeds vaker te maken met warme, droge perioden die langer duren. Hierdoor staat de beschikbaarheid van voldoende schoon grond- en oppervlaktewater verder onder druk. Dat kan leiden tot grotere knelpunten voor landbouw, industrie, drinkwater, scheepvaart, natuur en recreatie en het stedelijk gebied. Dit gaan we tegen door onder andere het beter vasthouden van het beschikbare (grond)water, het optimaliseren van de wateraanvoer, water besparen en het beschikbare water slimmer benutten.
Zelfs met deze maatregelen zal er niet altijd voldoende water zijn. Dat vraagt om het accepteren van tekorten en ‘adapteren'. Dat laatste staat voor het aanpassen van bedrijfsvoering (hergebruik van spoel- of afvalwater) en/of landgebruik (klimaatbestendige gewassen telen). Samen met andere overheden en partners is al een aanzet gedaan om deze ‘zoetwaterstrategie’ uit te werken in een uitvoeringsprogramma. Meer informatie: www.deltaplanhogezandgronden.nl
Anders omgaan met water in bebouwd gebied
Deze zomer ontstond als gevolg van hevige buien in verschillende dorpen en steden wateroverlast. Deze ‘piekbuien’ komen als gevolg van de klimaatverandering vaker voor. Anderzijds zijn er steeds meer perioden van droogte en ontstaan problemen als gevolg van extreme warmte (hittestress). Samen met partners bekijken we hoe we de problemen in bebouwd gebied kunnen opvangen. Hier liggen direct raakvlakken met de inrichting van de openbare ruimte (gemeenten, projectontwikkelaars) en hoe burgers en bedrijven omgaan met regen in en op hun percelen.
Water niet vanzelfsprekend
Door de maatregelen uit het Deltaprogramma zetten we weer een stap in het waterbeheer in Nederland. Echter, de maatregelen kunnen niet alles voorkomen. We kunnen te maken krijgen met wateroverlast of droogte. Water is niet vanzelfsprekend. Inwoners van ons gebied moeten zich dat realiseren en ‘waterbewuster’ worden. Aa en Maas zet zich met partners in om deze ‘awareness gap’ te verkleinen. Dat doen we o.a. door ons aan te sluiten bij de campagne ‘Ons water’, www.onswater.nl .
Beslissen over water? Best belangrijk!
Iedereen heeft te maken met water in zijn eigen leefomgeving. De keuzes die op het gebied van water worden gemaakt zijn belangrijk. Dit doet ons Algemeen Bestuur. Op 18 maart 2015 zijn er waterschapsverkiezingen en komt er een nieuw bestuur. Wil je invloed hebben op de waterkeuzes? Ga stemmen! Want water is je stem waard!
Enthousiaste vrijwilliger met aandacht voor de ouder wordende mens
Over de organisatie:
In BrabantZorg locatie Heelwijk Heesch wonen bijna 100 ouderen. Om het welzijn van onze cliënten zoveel mogelijk te bevorderen hebben wij de hulp en persoonlijke aandacht die vrijwilligers kunnen geven hard nodig. Dit kan bij het verenigingsleven, individueel, in het restaurant en bij nog veel andere activiteiten. Wij gaan uit van de wensen en mogelijkheden van onze cliënten en zoeken hierbij de mogelijkheden en vaardigheden van de vrijwilliger zodat het voor beide passend is.
Korte omschrijving werkzaamheden:
Het begeleiden en ondersteunen van onze cliënten bij allerlei activiteiten.
Gevraagd wordt:
De vrijwilliger heeft aandacht voor en interesse in de ouder wordende mens. Voorop staan de wensen en mogelijkheden van cliënten én vrijwilliger.
Geboden wordt:
Voor elke vrijwilliger zoeken wij een passende werkplek.
Werktijden:
Wij kijken samen met de vrijwilliger welke tijden voor ons beiden het beste uitkomen. Er is veel mogelijk.
Aannameprocedure:
Eerst krijgt elke nieuwe vrijwilliger een intakegesprek; daarna wordt besproken wat voor deze vrijwilliger de beste werkplek zou zijn. Er is een proefperiode van ongeveer 4 weken, waarna we samen evalueren hoe het gaat en hoe we verder gaan.
Wilt u reageren? Dit kan via Vrijwilligerspunt Bernheze.
Ank Meertens, tel: 0412-474851,
email Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. of via
onze website www.vivaan.nl