Dit is het HaDeejer.nl archief  van: 2006  tot  september 2015

Religie

Communie: delen

Joost JansenHet aantal gezinnen waar vóór de maaltijd ieders gsm of smartphone in een speciaal bakje wordt gelegd, is groeiend. Waarom? Om aan tafel met elkaar te praten en niet afgeleid te worden door whatsapjes en sms-jes. Maar je komt toch aan tafel om te eten? Natuurlijk, maar aan tafel wil je elkaar ook ontmoeten. Hoe de dag is geweest, wie er gewonnen heeft met voetbal of korfbal, of er nog nieuwtjes zijn uit het dorp.

Het verhaal van Jezus dat we zojuist hoorden, gaat ook over een maaltijd. Dat wat wij iedere keer weer hier vieren bij de eucharistie heeft zijn oorsprong bij het Laatste Avondmaal van Jezus met zijn vrienden. U zult het evangelie herkend hebben. In het eucharistische gebed dat ik straks mag bidden, horen we citaten uit dit evangelie. Het is een verhaal van ontmoeten, en meer. Het is een maaltijd van brood en wijn om gevoed te worden, en meer. Het is een herinnering aan Jezus, een mens van God, en meer. Om dat ‘meer’ staan we vandaag nog een keer extra stil bij het geheim van de eucharistie: Sacramentsdag. Het is opnieuw mediteren bij het geheim van Witte Donderdag, het mysterie van het Laatste Avondmaal.

‘Erst kommt das Fressen, dann kommt die Moral’: eerst komt het eten, dan de moraal, zei een Duitse denker in de vorige eeuw (Bertold Brecht). Jezus en de christelijke openbaring beginnen bij de menselijke basis. Niemand kan leven zonder eten en zeker niet zonder drinken. Welk eten? Welk drinken? Een goede belegde boterham natuurlijk. Geregeld warm eten, hopelijk met verse groenten. Allemaal belangrijk. Maar er is meer. Een mens leeft niet van brood alleen. De mens heeft het ook nodig dat hij in contact komt met geestelijk voedsel. Jonge gezinnen gaan soms kapot aan de stress van steeds maar weer moeten presteren, aan het gebrek aan echte vrije tijd. Tijd die belangeloos aan elkaar gegeven wordt. We hebben veel meer nodig dan alleen dat eten. Natuurlijk zijn er mensen – ook in Nederland – waarbij eerst ‘bed, bad, brood’ geregeld moet worden. En toch zie je bij deze mensen op de vlucht dat de vragen aan een ‘hogere macht’, God, Allah belangrijk blijkt te zijn. In een gebed om hulp, een bede om het levensnoodzakelijke, maar ook om een vraag om uitkomst, om nabijheid van die god, nabijheid van mensen. Van ons dus.

Jezus heeft brood genomen en een beker met wijn. Hij heeft niet iets moeilijks of exotisch genomen; gewoon brood, gewoon – in zijn streken – de alledaagse wijn. Zo wil Hij bij ons aanwezig zijn. Aanwezig in die echte spijzen: brood, wijn. Zo wil Hij ons ook verbinden aan elkaar. Allemaal ontvangen we straks dat zelfde stukje heilig brood. Iedereen gelijk. Maar deze week heb ik het ook gebracht aan kwetsbare mensen die niet meer naar de kerk kunnen komen. In de beslotenheid van een huiskamer, of bij een bed, vieren we samen – de zieke en ik – dat Jezus aanwezig is en kracht en troost schenkt. Maar of het nu in de intimiteit van een kamer is of in deze ruime kerk: het gaat telkens weer om de aanwezigheid van Hem die zelf zijn leven gebroken en gedeeld heeft. ‘Doet dit tot mijn gedachtenis’, wordt er na de instellingswoorden in de eucharistie gezegd. Wat moeten we dan doen om Hem te gedenken? Steeds maar weer naar de eucharistie gaan en zoveel mogelijk missen vieren? Dat is irreëel. Dat is niet de bedoeling, hoewel een beetje meer volk in de kerk is altijd meegenomen. Jezus’ bedoeling is echter tweeledig: eer brengen aan God en dienstbaar zijn aan mensen. Doet dit tot mijn gedachtenis: bid en werk. Bid tot God, met elkaar, en werk: sta elkaar bij in het alledaagse bestaan. We hoeven geen grote prestaties te verrichten als we maar ingaan op de mens die zich bij ons meldt. Als we hem of haar maar zien…

Een eucharistieviering eindigt altijd met een zending en zegen. Die horen er onlosmakelijk bij. Je kunt niet louter stilstaan bij het geheim van Jezus’ aanwezigheid in het Heilig Brood en in de Beker van Verbond. Werken aan gemeenschap in het alledaagse bestaan hoort er helemaal bij. Gewoon je brood, je leven delen met de arme, de kwetsbare. Zoals de Eerstecommunicanten in Dinther zorgen voor 81 echt arme gezinnen in HDL. Communie niet alleen in de kerk maar ook bij de kwetsbare kant van onze samenleving.

Joost Jansen, norbertijn

abdijvanberneIn de loop van de jaren heeft de Abdij van Berne veel bewaard. De opbergruimte wordt te klein. Het plan is opgekomen om een en ander te verkopen:

Schilderijen, etsen, iconen, prachtig gebruiksaardewerk waaronder fraaie kruiken, antieke pertroleumlampen en vele curiosa. Allemaal voorwerpen die het bekijken waard zijn en nu voor een brede en smalle beurs beschikbaar komen.

Deze verkoping gaat gebeuren op zondag 14 juni a.s., inde openlucht bij de boekhandel van de Abdij, tegen contante betaling( geen PIN).

De opbrengst is bestemd voor de restauratie van de Kapittelzaal van de Abdij.

Welkom dus in Heeswijk op zondag 14 juni van12 tot 17 uur.

Met vriendelijke groeten namens  de erfgoedcommissie van de abdij,

Theo Kennis , o.praem., Ans Toelen, Lieke Taks-Oude Vrielink.

Joost JansenOverweging op 31 mei 2015

Waar is het allemaal begonnen? Waar liggen de ‘roots’? Waar kom je vandaag? Ik ben geboren in Rijswijk bij Den Haag. ‘Ja, ik dacht al, je komt niet uit Brabant.’ ‘Ja, maar ik woon hier nu al bijna veertig jaar!’ Voor sommigen is dat niet voldoende…

Ik vroeg me af waarom Jezus zijn vrienden terugstuurt naar Galilea, Noord-Israël. Ik denk dat het komt omdat Hij daar begonnen is met zijn Blijde Boodschap rond te brengen. Jezus heeft zijn vrienden daar opgepikt, in Noord-Israël, is met hen rondgetrokken en – we weten het inmiddels – is geëindigd in Jeruzalem. Maar… Hij heeft tegen hen gezegd – na zijn opwekking uit de doden - dat ze weer naar Galilea terug moeten gaan. Waarom? Weet goed waar het allemaal begonnen is! Vergeet je oorsprong, je roots, niet. Nooit! De eerste ervaringen met iemand, de eerste ontmoeting met de vrouw met wie je nu al 42 jaar getrouwd bent, zijn van belang. Na al het gebeuren van lijden, dood en opwekking uit de doden zijn die vrienden van Jezus door elkaar geschud. Ze moeten weer terug naar die oorsprongservaring, hun maanden met Jezus in Galilea.

Galilea is zo anders als Jeruzalem. Jeruzalem is de stad van de elite, van de zuiveren in de leer, van de rabbijnen en de hogepriesters, het centrum van de macht, wereldlijke macht en de geestelijk macht. Galilea is een ontmoetingsplaats van veel culturen. Handelsroutes lopen door Galilea. Ergens in het Nieuwe Testament wordt die regio van Israël het ‘Galilea van de heidenen’ genoemd. Dat zegt heel wat. Je kunt er Jan en alleman tegenkomen. Het is zo’n beetje als de Schilderswijk in Den Haag of Tilburg-Noord met wel tachtig nationaliteiten. Naar die streek moeten de vrienden van Jezus terug. Daarom zegt Jezus: ‘Maakt alle volken tot mijn leerlingen…’ Vele van die niet-joodse mensen wonen in Galilea, maar heel weinig in Jeruzalem. Jezus zendt zijn vrienden naar die streek. Dat hoort dus bij zijn boodschap: de grenzen opzoeken, mensen van buiten benaderen. Met hen contact leggen, met hen spreken, levensvragen delen. Dat is zijn drive met mensen. Zou ook onze drive kunnen zijn.

Nu de wereld door de massacommunicatiemiddelen veel kleiner geworden, is heel de wereldbevolking wel op de hoogte dat er zo iets als het christendom bestaat. Wat anders is de echte ontmoeting met bewogen christenen. Het ‘zieltjes winnen’ is niet meer van deze tijd. De zending tot mensen om hen te dopen in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest krijgt vandaag een ander gezicht. Het gaat nu om werkelijke ontmoeting. Het gaat om verdieping. Het gaat om nabijheid van mensen.

Je helpt God niet om met de bijbel en de catechismus in de hand de ware boodschap rond te brengen. De eerste stap zal steeds moeten zijn dat je belangstelling toont voor die ander. En die is per definitie anders dan jij bent. Ik kan me nog goed herinneren dat een jongere medebroeder mij vertelde over zijn eerste stappen op de pastorale weg. Hij had een goede opleiding gevolgd. Hij had colleges gehad ‘pastoraal gesprek’. Hij wist het dus… Dus niet. Met al zijn kennis wist hij niet naar de ander te luisteren. De eerste stap is om echt aanwezig te zijn bij die ander.

En wat is de volgende stap? Dopen? Dat zegt Jezus tenminste: dopen in de Naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest… Ik denk dat wanneer je iemand wilt dopen er veel meer gedoopt moet worden: ook zijn leven, zijn ervaringen tot nu toe, de cultuur waarin hij leeft. Kortom alles wat deze mens is en nog worden kan. Het gaat er niet om iemand binnen te halen. Het gaat er om dat ieder van ons het gereedschap in handen krijgt om in de hectiek van onze tijd een gelukkige weg te gaan. Dat gereedschap kun je samenvatten in een kruisteken. Je vraagt om Gods aanwezigheid over je hele lijf, over al wat je bent: hart, ziel en lichaam. We zullen het vaak zelf moeten doen in de dagelijkse dag, we mogen het met elkaar doen, maar het geeft kracht én perspectief als je het ook doet met Gods zegen. Het is zo’n klein gebaar: in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Maar dit gebaar over ons hart, onze ziel en ons lichaam maakt wel het verschil.

Joost Jansen, pastor

berneboek-logoGeluk is dichterbij dan we vermoeden en het is binnen handbereik. Maar vaker ervaren we dat onze dagelijkse zorgen verhinderen gelukkig te worden. Is de weg naar geluk gecompliceerd of eenvoudig? Het antwoord hangt er mede vanaf of je ontsnappen kunt aan stress, werkdruk en de vele prikkels die je dagelijks overspoelen. Op de inspiratiemiddag laat Ton Roumen u ervaren hoe de weg naar geluk kan lopen en wat de kracht is van verstilling, loslaten en retraite. Aansluitend signeert Ton Roumen zijn boek.
 
Het zojuist verschenen boek 'Geluk binnen handbereik'  beschrijft op een heldere en inspirerende manier hoe je stap voor stap thuis kunt komen. De boodschap is gebaseerd op een combinatie van eeuwenoude oosterse en westerse spirituele wijsheden en eigentijdse inzichten. Meer informatie over Ton Roumen vindt u op www.bezinnen.com.
 
Datum: Zaterdag 13 juni 2015
Aanvang: 14.00 uur (inloop 13.30 uur)
Plaats : Abdij van Berne, Abdijstraat 53 5473 AC Heeswijk 
Entree: € 10,00 (incl. koffie/thee) 
Reserveren: Men wordt verzocht vooraf plaatsen te reserveren. Plaatsen kunnen gereserveerd worden per e-mail:  Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
 

U bent van harte welkom!

Joost Jansenoverweging op Pinksteren – 24 mei 2015

Aan het DNA van iedere mens kun je veel aflezen. Men zegt dat je aan het DNA min of meer kunt zien of je oud zult sterven of niet zo oud, voor welke ziekten je openstaat, wat je aan eventuele kinderen zult overdragen. Het DNA zit ergens verborgen in je lijf maar is wel bepalend voor je bestaan.

Ik meen dat het bij Pinksteren gaat om een soort DNA. Aan de ene kant vieren we met Pinksteren een ongrijpbaar aspect van ons geloof: de heilige Geest. Aan de ander kant kunnen we niet zonder deze adem van God, kunnen we niet zonder pit, dynamiek, kracht, troost, wijsheid, moed en noem de gaven van de heilige Geest maar op. Zonder spirit, zonder innerlijk kracht zijn we eigenlijk maar een stel lamzakken, mensen die sjokkend door het leven gaan, zonder richting, zonder hoop.

Wanneer een bedrijf bouwt aan zijn eigen identiteit, en ieder bedrijf moet dat om te overleven in een sterk concurrerende markt, dan werken de verantwoordelijken aan het DNA van hun onderneming. Zij willen dat op alle lagen van hun organisatie de werknemers een gelijke bezieling aan de dag leggen. Bij familiebedrijven wordt dat van oudsher meegegeven. Bij van Tilburg in Nistelrode loopt de oude baas nog steeds – centimeter om zijn nek – door het bedrijf. Zo iets bepaalt veel. Bij grote bedrijven hebben ze daar veel moeite mee, zeker als er veel verloop is.

De gemeenschap die Jezus voor ogen staat en die vandaag op Pinksteren het startschot krijgt, ziet hij als één grote familie. De heilige Geest die wij vandaag vieren en die we vandaag speciaal ontvangen, is van deze familie het DNA. De apostelen die in de Bovenzaal zich angstig opgesloten voelen, worden vrijgemaakt. Vrijgemaakt om er op uit te gaan en van die nieuwe beweging van God te getuigen. Vandaag krijgen de apostelen als het ware hun rijbewijs mee, zei iemand me. En dat is ook een beetje zo. De heilige Geest wordt gegeven: de geest van wijsheid en verstand, van moed en troost, van kracht en inzicht en noem maar op. Steeds een gave die je moeilijk kunt pakken of grijpen maar die wel wezensnoodzakelijk is. Wat is innerlijke kracht? Ongrijpbaar, maar die kracht wordt wel duidelijk en tastbaar wanneer mensen zich krachtig opstellen en pal staan voor de zaak van gerechtigheid. Wat is trouw? In wezen ongrijpbaar, maar trouw wordt wel duidelijk als een echtgenoot zijn verlamde vrouw die tevens niet meer kan praten, zeven jaar verzorgd. Dat is ‘second love’ in een heel nieuwe betekenis. Wat is troost? In wezen niet te pakken, maar wel voelbaar als je bij iemand blijft die verdrietig is en eenzaam.

De gave van Gods heilige Geest is moeilijk te vatten, maar we begrijpen allemaal waar het hier om gaat. Dat is het verwonderlijke. We voelen heel goed aan wanneer er een goede geest waait onder ons, of op ons werk, of in een voetbalelftal. Feyenoord blijft maar verliezen met zulke goede voetballers. De goede geest is er niet. Je voelt zulke zaken. Het tintelt, of het tintel niet. Het wordt tastbaar als we ook met aandacht en liefde naar elkaar toe staan en ons openstellen voor wat op onze weg komt.

Wat komt er op onze weg? Dat is niet voor te schrijven. Sommigen onder ons zijn te oud om nog op de barricaden te staan, maar ze zijn daarom nog niet afgeschreven. Anderen zijn in de kracht van hun leven en geven zich. Ze staan klaar als er een beroep op hen wordt gedaan. Ze hebben geen vastomlijnd kader, ze blijven lenig van geest. Dat is allemaal wel het werk van Gods heilige Geest, zo geloof ik.

Het gaat dus steeds om een instelling van binnenuit, ons geestelijk DNA. Het veronderstelt een innerlijk vrijheid. Het wordt ook duidelijk door vrijmoedigheid want dan zeg je echt waarvoor je staat en voor wie je staat. Ieder jaar is het Pinksteren en ieder jaar staan we stil bij dit ongrijpbare gebeuren. We schijnen het nodig te hebben. Juist omdat die heilige Geest van God niet zelf te maken is. We kunnen haar wel ontvangen. En eenmaal ontvangen kunnen we ervan genieten. Kunnen we er mee werken want zo hebben we ons geestelijke rijbewijs.

Joost Jansen, norbertijn

Wilt u contact opnemen? Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. of 06 505 64 739

Joost Jansenoverweging op 17 mei 2015

Wij wensen elkaar altijd alle goeds toe.

Een leven waarin geen ziekte is, een goed inkomen, fijne relaties, kortom alles is in orde. Liefde in de ruimste schakering dat dit voor ons kan zijn. Ik zie mensen al glimlachen. Wanneer ik het zó zeg dan klopt dat niet helemaal. Natuurlijk zullen onderdelen, zullen aspecten van dit alles aanwezig zijn. Maar het hele plaatje? Ho maar. Als er dan een kink in de kabel komt, hebben we dan veerkracht? Dat is een belangrijke vraag. Veelal wordt haastig gezocht om de ontstane hapering in ons persoonlijke systeem op te lossen.

Bij een ziekte naar de dokter, bij het verliezen van je baan naar het arbeidsbureau of uitzendbureau. Bij relaties wordt het al wat lastiger. Natuurlijk moeten we onmiddellijk reageren. Soms denk ik wel eens: had maar wat eerder gereageerd dan was het waarschijnlijk niet zo ver gekomen. Maar is er dan niet een duurzamere weg? De lezingen die wij op deze zevende zondag van Pasen krijgen, wijzen in die richting. Onze liturgie is knap opgebouwd. Sinds het hoogfeest van Pasen – zes weken geleden – worden we geleid in een proces van ontdekken. Ontdekken hoe je kunt leven met een Jezus die geleden heeft, gestorven is en toch ook weer tot leven is opgewekt door God. Donderdag j.l. met Hemelvaart wordt er bij stil gestaan dat wij het nu echt zonder zijn directe aanwezigheid moeten doen. ‘Een wolk onttrok Hem aan hun ogen’, staat er geschreven. Mooi verwoord. Hij blijft wel, maar ‘onttrokken aan onze directe waarneming’. Vandaag krijgen we te horen dat Jezus bidt om eenheid en dat we veilig blijven binnen Gods waarheid. Dat we toegewijde mensen blijven aan die waarheid. Bijna ben ik geneigd om Pilatus na te spreken in het proces tegen Jezus: ‘Wat is waarheid?’ De waarheid van de een is niet de waarheid van de ander. Om die waarheid wordt heel wat ruzie gemaakt, worden heel wat oorlogen gestreden. ‘Wijd hen U toe in waarheid’, bidt Jezus. Hij is echt bezorgd want die twaalf vrienden van Hem waren zo verschillend. Er waren heel wat heetgebakerde kerels onder hen. Hoe houd je ze toch bijeen in goede, ware verhoudingen? Zou het bij ‘waarheid’ daarom gaan: goede en ware verhoudingen? Ik denk het wel.

Waarheid is bij Jezus geen abstract filosofisch begrip. Het is bij Hem iets heel praktisch. Goede relaties die levens beschermen, die mensen tot ontmoeting brengen met elkaar. Eigenlijk is het een soort menselijke Fairtrade, eerlijke handel maar dan op menselijk vlak. Of in sporttermen: fair play. Ieder van ons voelt dan wel aan waarom het dan om gaat. Je gunt de ander niet alleen zijn leven, dat wil zeggen je vermoordt hem of haar niet, en dat gebeurt toch meer dan ons lief is. Niet letterlijk maar bijvoorbeeld verbaal. Er zijn best veel mensen die verbaal worden afgemaakt. Je gunt de ander zijn geluk. ‘Vader, bewaar hen, zij die Gij aan Mij hebt toevertrouwd…’, bidt Jezus. Harry en Bertha die volgende week hun vijftigjarig huwelijk vieren, zeggen niet veel anders. Ouders willen dat graag. Wanneer wij in die verhoudingen tot elkaar staan, doen wij hetzelfde. Er is nog heel wat werk aan de winkel op dit vlak van menselijke Fairtrade, van fair play. In het kleine gezinsverband tot op het grote wereldtoneel. Wil dit duurzaam zijn dan zal er altijd één persoon mee moeten beginnen. Eén die het aandurft om zich klein te maken en de ander te winnen. De eerste stap van verandering begint altijd door kwetsbaar te durven zijn. Onze relaties, onze verhoudingen worden maar al te zeer bepaald door macht. We zien bij die Jezus dat Hij een hele kwetsbare weg is gegaan. Een ogenschijnlijke mislukte weg. De dood op een kruis. Toch blijkt het een heilzame weg te zijn want Hij inspireert duurzaam vele en vele mensen. Ook ons op dit moment. Doet hij dat ook morgen? Ik bid er om. Samen bidden we er om. We bidden in de aanloop van Pinksteren om die goede Geest van Jezus en van zijn Vader. Want we verlangen allemaal naar Fairtrade en fair play in onze onderlinge verhoudingen. Heel diep in ons zelf weten we dat het daarom moet gaan. Waarom doen we het dan ook niet? Joost Jansen, norbertijn Indien u hierover contact wilt nemen: 06 505 64 738 of Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. 

luisteren met je hartMissionarissen en missionaire werkers hebben bij hun werk onze hulp hard nodig, niet zozeer voor zichzelf maar juist voor de mensen voor wie zij werken. Daarom organiseren de parochies van Heeswijk, Dinther en Loosbroek een tweede collecte in de Week van de Nederlandse missionaris tijdens de vieringen van 23 en 24 mei.

Boegbeeld

Een van de boegbeelden van WNM is Rhodé Jansen (1989). Zij werkt bij Christian Aids Bureau for Southern Africa in Johannesburg.Haar werk doet ze vanuit een diep rechtvaardigheidsgevoel. ‘Ik ben iemand die opkomt voor minderheden. Per dag komen er in Zuid-Afrika 1.000 nieuwe hiv-besmettingen bij. Aids raakt niet enkel individuen, maar hele gemeenschappen. Ik zie hoe de kerk hier een positieve rol speelt in de strijd tegen hiv en aids.’

Campagne 2015

‘Luisteren met je hart – De taal van de missionaris’, dat is het thema van de WNM campagne 2015. Hiermee focust WNM op een van de tijdloze onderliggende kernwaarden van het missiewerk. ‘Luisteren’ met je hart is je openstellen voor het leed en de kracht van anderen. Door te ‘luisteren’ met het hart veranderen levens voorgoed, ook die van henzelf. Er ontstaat een gelijkwaardige en respectvolle samenwerking die leidt tot blijvende resultaten. Nadere informatie over de Pinksteractie vindt u op www.weeknederlandsemissionaris.nl .

Luister met je hart. Steun de collecte. Uw hulp maakt het verschil!

MOV Heeswijk Dinther Loosbroek

Werkgroep voor Missie, Ontwikkeling en Vrede,

Ria van Hemmen.

thumb kerktoren-haanEr zijn er hier onder ons die een uur gewandeld hebben om deze eucharistieviering mee te vieren. Noem het dauwtrappen: een oude traditie op Hemelvaartsdag. Je kunt er andere namen voor nemen als ochtendwandeling, of misschien wel een pelgrimstocht naar Donatus of Antonius of Servatius de heiligen die hier in Loosbroek hoog worden gehouden. Trouwens: gisteren was het de feestdag van de heilige Servatius. In ieder geval zijn we vroeg op pad gegaan.

We koppelen dit allemaal aan Hemelvaartsdag, het moment dat we gedenken dat Jezus niet meer lijfelijk onder zijn mensen wordt waargenomen. We kennen zulke gevoelens als een moeder, een vader, soms zelfs een kind, sterft. Het laat een leegte na. Gelukkig, zou ik bijna willen zeggen. Want als je een leegte ervaart dan getuigt dit van relatie, van verbondenheid. De leegte wordt niet onmiddellijk dichtgetimmerd. Dietrich Bonhoeffer – de Duitse dominee die zich tegen het nationaalsocialisme verzette – zei ooit: ‘Zolang de leegte werkelijk blijft, blijf je daardoor met elkaar verbonden. Het is fout te zeggen: God vult die leegte. Hij vult haar helemaal niet. Integendeel. Hij houdt die leegte leeg en helpt ons zo de vroegere gemeenschap met elkaar bewaren, zij het ook in pijn.’ Het is precies die ervaring die past bij de leerlingen die Jezus gespannen nastaren bij zijn hemelvaart. Wat had Hij hun niet gegeven? Teveel om op te noemen. En een van het mooiste dat iemand kan krijgen: inzicht in de oorsprong van de mens en waarheen hij op weg is.

En waarheen is de mens op weg? Natuurlijk ben je blij als je hier in Loosbroek bent aangekomen (en je straks ook nog iets te drinken krijgt). Maar het lijkt me dat er een wezenlijker doel is. Ik ben op weg naar de plek waar ik uiteindelijk veilig ben. Ik ben dat gelukkig waar ik woon en leef, in de abdij en hier onder jullie. Maar ik weet ook dat dit alles voorlopig is. De diepe ervaring ‘dat het goed is’, dat je gelukkig bent, is altijd voorlopig. Ook omdat er zoveel onveiligheid is. Dan hoef ik echt niet de bootvluchtelingen op te roepen, of de vermoorde christenen in het Midden-Oosten. Ik hoef maar stil te staan bij de verstoorde relaties bij mensen in onze eigen dorpen of bij te drukke kinderen die alleen maar rustig te houden zijn met Ritalin. Vaak bid ik stilletjes om die kinderen dat ze wat meer geborgenheid kunnen ervaren. Rust, reinheid en regelmaat; ieder is daar toch het meest mee gediend?

Met Hemelvaart komt er nog een dimensie bij. Jezus verlaat definitief onze aardse werkelijkheid. Hij komt thuis bij God, die Hij zijn Vader noemt. Hij heeft net zoals de verloren zoon uit de parabel die Hij zelf eens heeft verteld, een hele omzwerving gemaakt onder ons. Hij is letterlijk besmeurd geraakt dan wel niet met de schillen van de varkens, maar wel met de viezigheid van mensen, alles wat mensen elkaar aan doen. En zeker Hem hebben aangedaan. Hij heeft er zelfs het leven bij gelaten. Maar met Pasen vieren we dat zijn liefde niet voor niets is geweest. Hij is zelf Liefde, ten volle. Want Jezus is de ‘fingerprint’ van God. Vandaag komt Hij uiteindelijk thuis. Hij overschrijdt onze aardse grenzen om voor goed geborgen te zijn bij God. Van daaruit zet hij zijn werk voort.

Misschien vieren we het feest van Hemelvaart ook wel omdat we ergens aanvoelen dat we altijd wel een grens over moeten om niet bij ons eigen ego te blijven hangen. We moeten verder komen. Geluk heeft altijd te maken met het kunnen loslaten van jezelf en over eigen grenzen heen te gaan. Naar die ander toe.

En waar is die ander? Blijf niet naar de hemel staren, wordt tegen die vrienden van Jezus gezegd. Trek met elkaar op. Laat niemand vallen. Wanneer mensen van ver over eigen grenzen heen bij je aankloppen, wees dan goed voor hen. Laat ze met je optrekken. Ook zij moeten thuis kunnen komen. Deel intussen wel dat brood en de beker, deel intussen je leven met elkaar. Delen brengt geluk. En het moet hier gebeuren.

Joost Jansen, norbertijn.

Wilt u hierover in contact komen met mij dan kan dat

j.jansenabdijvanberne.nl of 06 505 64 738

Berne AbdijbierIedereen is welkom op de VOORVERKOOP pagina van Berne Abdijbier:  http://www.berneabdijbier.nl/  . De kans om als eerste het nieuwste Abdijbier van Nederland te verkrijgen. Bestel nu alvast de Norbertijn (blond 6%) en de Prior (dubbel 8%) en ontvang het bier als eerste deze zomer bij de speciale introductie op de Abdij van Berne te Heeswijk.

Stichting Berne abdijbier zal diverse bieren ontwikkelen waarvan er nu al 2 soorten geïntroduceerd worden. Deze bieren worden naar haar eigen speciale recept op een bevriende abdij gebrouwen. Mettertijd wil zij in Heeswijk haar eigen brouwerij weer opzetten.

Joost Jansenoverweging op10 mei 2015

Een gebod om lief te hebben... Ik vind het steeds lastig om liefde te ‘moeten’ doen, want daar gaat het toch om als we spreken van een ‘gebod’. Voor mij veronderstelt ‘liefde’ dat je in vrijheid naar elkaar toestaat. Liefde laat zich toch niet gebieden? En toch gebiedt Jezus zijn leerlingen om elkaar lief te hebben. Ik wil graag zo’n stukje evangelie goed begrijpen en het niet afdoen dat het zomaar wat oude taal is die vandaag voor ons - mensen van 2015 - niet meer opgaat. Ik zou het misschien willen zeggen tegen die mannen die hun vrouw in elkaar slaan. Op Facebook vertelde een jonge moeder dat ze op deze wijze een hersenschudding had opgelopen. Het schijnt in Nederland 20.000 keer per maand te gebeuren, althans ‘geregistreerd’, los van wat niet gemeld wordt. Ja, dan is zo’n gebod wel dienstig. Maar wordt zo’n oproep van Jezus wel gehoord?

‘Geen dienaars noem ik jullie, maar vrienden.’ Misschien ligt daar wel de sleutel voor mijn probleem met dat gebod van Jezus. Wie in loondienst is, hoe kameraadschappelijk sommige werkverhoudingen ook kunnen zijn, zal soms dingen moeten doen waarvoor hij niet gekozen heeft. Je doet het, wetend dat je straks weer naar huis kan. Een vriend, een vriendin, laat ik zeggen een echte vriend, een echte vriendin, die blijft je trouw ook als het tegenzit. Je blijft meeleven. Je bent je vriend, je vriendin, soms ook een stapje voor om hem of haar te verrassen. Dat is vriendschap. Belangeloos. Het gaat om de ander. Dan wordt het verlangen van die ander haast als een gebod. Je móet het doen. Van binnen uit. Wie van ons kent dit niet? Ik denk dat Jezus dat voor ogen heeft als Hij ons gebiedt om elkaar lief te hebben. Elkaar voor te zijn in er-voor-de-ander-zijn. Dan is er nog wel wat werk aan de winkel in onze gecompliceerde maatschappij.

Ik vind het geen toeval dat we deze boodschap van Jezus krijgen op Moederdag. Los van de commerciële kanten van deze dag is het van belang om onze moeders in het zonnetje te zetten. Er wordt veel door onze moeders gedaan zonder dat we er erg in hebben en zonder dat we elke keer onze dankbaarheid tonen. Bij de voorbereiding op hun vormsel vraag ik 11-12-jarigen wel eens: hebben jullie in de gaten wat jullie moeders en vaders allemaal voor jullie doen? Ze kijken je verbaasd aan. Het is allemaal zo vanzelfsprekend. Hun ogen gaan echt wel een keer open. Danken brengt zoveel meer vreugde in ieders leven. Danken is – lijkt mij – een vorm van liefhebben. Wie dankt is bij de ander en denkt niet meer aan zichzelf. Danken brengt God nabij.

Moet dat? Is het een gebod? Neen, het is geen gebod. Maar het kan het natuurlijk wel worden. Misschien mogen we zeggen: het is voor mij en voor jou een geboden kans. Als Jezus zijn vrienden – en wij zijn ook zijn vrienden – opdraagt om lief te hebben, dan biedt Hij ons kansen aan. Want niets gaat vanzelf. Verliefdheid gaat vanzelf, dat wordt bepaald door de hormonen en de testosteron. Maar echte liefde vraagt om inzet en engagement. Dan gaat het allang niet meer over het louter goede gevoel. Dan gaat het om je te binden door dik en dun aan die ander. Samen met haar, met hem je bestaan te ontwikkelen. Yvonne gig haar eigen weg toen Piet na een herseninfarct een totaal ander karakter kreeg. Maar Marianne vertelde me dat ze 48 jaar door Henri op handen was gedragen en nu er voor hem moest zijn nu hij dement werd. Waarom de een zus en de ander zo? Ik weet het niet. Maar het heeft wel te maken hoe je ook in de goede dagen, in de voorspoed, bij gezondheid altijd de ziel van de ander op het oog hebt gehad. Iedere mens heeft op de eerste plaats een innerlijk dat hem of haar mooi maakt.

Nu begrijp ik beter waarom die Jezus dat gebod tot liefde geeft. Het gaat allemaal niet vanzelf. Je moet er soms veel voor doen om elkaar trouw te blijven, om van elkaar te blijven houden. Ik vertaal het steeds dat Hij ons kansen biedt om van elkaar te houden. Als wij dat dan ook maar naar elkaar doen: elkaar blijven promoten, elkaar blijven opbouwen, elkaar blijven stimuleren. Om van elkaar te houden.

Joost Jansen, norbertijn

dodenherdenking1111Om niet te vergeten… staat er op vele spandoeken die door de gemeente zijn opgehangen. Ook hier voor de kerk. Je kunt er niet om heen. Wat moeten we niet vergeten? Wie moeten we niet vergeten? Al die verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog en van de oorlogen die sindsdien tot op de dag van vandaag gevoerd worden? We hoeven de verschrikkingen van IS maar op te roepen op ons netvlies. Ik hoor mensen vragen – oude mensen en niet zo oude mensen – ‘Hebben we dan niets geleerd?’ Wellicht niet, of in ieder geval niet voldoende. Moeten we niet veeleer proberen te leren van wat er gebeurd is? We kunnen zoveel verschillende verhalen over de oorlogen aan elkaar vertellen en nog steeds komen er verhalen bij. Maar wat leren we van het verleden dat we niet moeten vergeten?

Ik kwam een gedicht tegen. Het is van Paul Celan – zelf een overlevende van de concentratiekampen. Het is verplichte literatuur op de Duitse middelbare scholen:

Zwarte melk der vroegte we drinken haar ’s avonds

we drinken haar ’s middags en ’s morgens we drinken haar ’s nachts

we drinken en drinken

de dood is een meester uit Duitsland zijn ogen zijn blauw

hij roept strijk zwaarder de snaren dan stijg je als rook in de lucht

dan heb je een graf in de wolken daar lig je niet krap. Paul Celan

Ik lees dit gedicht keer op keer. De zwarte melk is de koolsoep waarin geen voeding zit. De rest van het gedicht, over die meester uit Duitsland die blauwe ogen heeft, over de rook van de crematoria, over het graf in de wolken waar je eindelijk bevrijd bent van het leven, dat kunnen we allemaal met beelden van film en televisie invullen. Wat leren we ervan? Ik leer ervan dat iedere catastrofe die we elkaar aandoen, altijd het werk van mensen is. God heeft den wel het heelal en de aarde geschapen, de mens schept Auschwitz. Het zijn mensen die andere mensen angst aanpraten voor het gele gevaar, of het moslim gevaar, of het gevaar uit het oosten, of het gevaar van de motorbendes. Waar begint het allemaal mee: met de andere mens tot een beeld te reduceren, een beeld kun je uitgummen. ‘Ausradieren’ zei men in Nazi-Duitsland.

Waar is de omkeer? Niet door nog meer feiten toe te voegen aan de vorige historische gegevens. Dat is feiten op feiten stapelen. De omkeer begint wanneer de ene mens de ander aankijkt en ziet dat die ander geen nummer is, maar een mens zoals ik, zoals jij een mens bent. Ik heb iemand ontmoet die als joodse officier in een krijgsgevangenkamp in Duitsland zat. Voor de Duitsers was hij als jood een nummer. Maar iedere morgen kwam er een hond bij de omheining van prikkeldraad. Bij het zien van die vriend van mij begon hij met zijn staart te kwispelen en blafte hij. ‘Voor die hond was ik ene mens’, zei hij me. Ik denk dat het echte gedenken, dan verder gaat dan niet vergeten, hier begint: elkaar als medemens te erkennen.
Of het nu iemand dichtbij is of iemand die van ver weg komt. Rond de bootvluchtelingen in de Middellandse zee zijn de verschrikkelijkste opmerkingen gemaakt. Hier ligt de kiem van de haat van de ene mens tot de andere mens. Maar wanneer ik die ander aankijk en besef dat hij of zij even kwetsbaar is als ik ben, dan is er een gemeenschappelijk grond om met elkaar verder te gaan.

De film Schindler’s List, een film over een Duitser die met veel gesjoemel en met een behoorlijke dosis eigenbelang 1100 joden uit de gaskamers wist te houden door hen te laten werken in zijn fabrieken, eindigt aangrijpend. Het kamp wordt bevrijd door de Russen. Schindler moet vluchten. Hij huilt. Hij zegt: had ik er maar meer kunnen redden. Maar de geredde joden maken voor hem een gouden ring met de vullingen van hun tanden. In die ring beitelen ze: ‘Wie een mens redt, redt een hele wereld.’ Het is een spreuk uit hun heilige boeken. Het is een spreuk die ook voor ons blijft gelden. Om te blijven leren van alles wat we

niet willen vergeten. Om te blijven gedenken, want dan staan we anders in het leven. Vandaag.

Joost Jansen

Joost Jansenoverweging op 3 mei 2015

Nokia, de fabrikant van mobiele telefoons, heeft als slogan: connecting people, mensen met elkaar verbinden. En dan zie ik op een bank bij het gymnasium aan de overkant van de abdij vijf jongeren zitten die allemaal met hun mobieltje bezig zijn. Misschien zijn ze wel aan het whats appen met elkaar, dus via de cloud. Vroeger zouden ze met elkaar aan het praten zijn. Tijden veranderen. Ten goede? Op veel vlakken wel, maar op het vlak van de sociale cohesie zie je heel wat verbanden afbrokkelen. Tot in de huwelijksrelatie toe.

Toch is het verlangen naar verbondenheid groot. Ieder wil iemand voor zich hebben, en een vangnet voor wanneer het minder wordt, en een netwerk om je vreugde te delen. Zo zoeken mensen van oudsher naar beelden en symbolen om die verbondenheid uit te drukken. Een trouwring, de kleurige regenboog, of zoals vandaag het beeld van de wijnstok.

Om een wijnstok te zien groeien hoeven we niet meer diep Frankrijk of Duitsland in. Misschien heeft u een wijnstok in uw tuin. In ieder geval is er een wijngaard in St. Oedenrode. Fascinerend is een wijnstok. In het voorjaar spruiten de ranken uit. Soms wel vijf centimeter per dag. Je moet geregeld blijven snoeien. En in de winter gaat er bijna alles af. Wie een wijnstok goed snoeit laat aan weerszijde van de stam steeds zes ogen over, in totaal twaalf. Ogen waaruit weer ranken groeien. We gaan bij een wijnstok al heel snel over naar symboliek. Gewoon het aardse werken in een wijngaard wordt beeld voor verbondenheid. Mensen als ranken aan een wijnstok. Iedere rank is eigen, maar wel wordt zij gevoed door die ene stam. Iedere twijg moet ook weer gesnoeid worden. Iedere twijg draagt trossen druiven. De druiven dienen weer om te worden geperst tot druivensap of wijn.

Mensen als ranken? Als druiventrossen? Het is natuurlijk symboliek. Maar we hebben die symboliek nodig om wat helderder te krijgen waar het in ons bestaan om zou moeten gaan. Want we willen vruchtbaar leven én verbonden. Maar waarom hebben we er dan zo’n moeite mee? Waarom is er zoveel verdeeldheid en stroefheid in de relaties? Die jongelui op de bank voor het gymnasium, of die ene tafelgenoot die constant op zijn mobiel zit te kijken of er geen nieuws is:ze kijken elkaar niet aan. Dat is wellicht al de eerste fout. Elkaar niet aankijken, niet de moeite nemen om de ander te laten voelen dat je er voor haar bent. Groei in verbondenheid vraagt geduld, vraagt om trouw. Vraagt ook om gevoed te worden.

Een wijnstok moet je steeds blijven snoeien in de zomer. Wanneer je dit doet, zie je dat het sap er uit komt. Er zit een ontzettende kracht, een energie in zo’n wijnstok. Jezus neemt daarom die wijnstok als voorbeeld. Wie aangesloten is op Hem als wijnstok, is aangesloten op een niet-aflatende energiebron. Hoe? Ieder mens kan dit ervaren, iedere gelovige. Stel je op voor God, plaats je onder zijn aanwezigheid, adem rustig, laat zijn verhaal op je inwerken, wees bij wat er gebeurt aan deze tafel, ontvang Hem in het Heilig Brood: zo ontvang je wel zijn energie, zijn aanwezigheid. Als Bron. Blijf ook verbonden met de mensen om je heen, ook die nu om je heen zitten in deze kerk. Ook zij zijn gelovige mensen, anders zitten ze hier niet. Aanvaard de aanvulling van elkaar. We willen toch allemaal het goede? Op zo’n manier groeit verbondenheid. Het hoeft niet via een smartphone, het kan gewoon door elkaar bij de vredeswens een hand te geven en elkaar in de ogen te kijken. Zo werkt dat ‘connecting people’ van Nokia.

Het beeld van de wijnstok en de ranken staat ook voor onze grote kerkgemeenschap. Met Pasen zendt Jezus ons over alle grenzen heen om te verbinden. Niet alleen om mensen aaneen te verbinden. Ook om mensen te verbinden die gewond zijn geraakt, of beschadigd. De energie die ons gegeven wordt, sommigen noemen het ‘genade’, is niet alleen voor onszelf bestemd. Wat je ontvangt moet gedeeld worden om te kunnen groeien. Zo gaat dat in ons geloof. Wij blijven wel leerlingen van die Jezus. Het betekent dat we gezet worden voor onze eigen verantwoordelijkheid en mogen leven voor God en voor mensen. Het wordt zo concreet als we ons geven aan mensen die een beroep op ons doen…

Joost Jansen, norbertijn