Dit is het HaDeejer.nl archief  van: 2006  tot  september 2015

Religie

Joost JansenOverweging - 4e zondag van Pasen  

Leidinggeven aan een land als Nederland is geen gemakkelijke opgave. Bed-bad-brood. Ik ken nog een vierde ‘B’: die van barmhartigheid. Bij ieder leidinggeven spelen belangen, emoties, jaloezieën soms, angst om je baan kwijt te raken of om niet aardig gevonden te worden. Angst ook voor het vreemde gevaar overlopen te worden door mensen die uit zijn op ons goede leven. Allemaal schapen op zoek naar goede weidegrond. Maar als er teveel schapen zijn dan is die weidegrond snel afgegrazen. Moeilijk. We zitten in een lastig pakket. Wie wil de verantwoordelijkheid dragen? 

Jezus zegt: Ik ben de goede herder. Ik durf het aan om de verantwoordelijkheid te dragen. Maar wij zijn geen Jezus, helaas. En toch is er een gemeenschap, is er een samenleving, is er een parochie die leiding nodig heeft. En richting. Er zijn genoeg mensen die in de zijlijn precies weten hoe anderen moeten reageren en handelen. De beste stuurlui staan aan wal. Ik denk dat Jezus die mensen bedoelt als hij het heeft over huurlingen, mensen die – zoals het woord het zegt – je even voor een klus inhuurt. Ze zijn niet aan te spreken op een langetermijnplanning. Er zal altijd toch weer een verantwoordelijke moeten zijn die visie heeft en betrokken is op de zaak.  

Maar wij zijn geen Jezus. Gelukkig zijn er onder ons wel mensen die verantwoordelijk willen zijn. Ik herinner me nog dat onze bisschop in een bijeenkomst rond diakonie – dus met de werken van barmhartigheid centraal – aan de vrijwilligers vroeg: waarom doen jullie dit werk? Zoals gewoonlijk waren er genoeg die zeiden; om een ander te helpen, uit medemenselijkheid, en nog meer van die goed gemeende redenen. ‘Maar waarom doe je het’, hield de bisschop aan. Een vrouw zei: ‘Bisschop ik hoef mijn bijbel maar te pakken en open te slaan. Dan lees ik wat ik moet doen.’ En wat lezen we vandaag? Dat we geroepen worden om verantwoordelijk te zijn voor mensen samen, voor een gemeenschap van mensen. ‘Goede herder’ zijn voor anderen. Is dat steeds aardig en vriendelijk zijn? Vaak wel, maar niet altijd. Sommige mensen zijn gediend van een stevige aanpak om uit de miserie te komen. Hoe je dit kunt onderscheiden? Door in principe altijd van die ander te houden. Wanneer je echt van iemand houdt dan kun je ook streng zijn en hoef je geen houding te hebben van ‘pappen en nathouden’.  

Maar hoe is die Jezus ‘goede herder’? Hij heeft natuurlijk zijn best gedaan om die club apostelen bijeen te houden. Dat was al heel wat want de karakters liepen nogal uiteen. Hij heeft hen laten delen in zijn visie op de wereld en de samenleving. Hij heeft hen leren breken en delen. Maar die Jezus heeft meer gedaan. Het grote werk bij Hem gebeurde ook van binnen. Hij heeft hen meegenomen in zijn verbond met God, in zijn manier van bidden, van stil zijn voor God, van hoe je de bijbel leest. Wat Hij naar buiten deed, was eerst van binnen gegroeid en gerijpt. Dat is een ware leider. Van binnen naar buiten werken om dan de mensen die hem of haar zijn toevertrouwd, van buiten naar binnen mee te nemen. Bij een verantwoordelijke moet je ervaren en voelen dat hij of zij om je geeft en dat hij niet alleen jouw product waardeert – dat wat je doet - maar ook wie je als mens bent. 

Willen wij ‘goede herder’ zijn? Dat is wel de vraag. Ook in onze dorpen is het niet altijd eenvoudig om vrijwilligers te vinden die in een bestuur willen zitten. Een kortlopende klus doen zit er wel in, maar verantwoordelijk zijn voor een groter verband en dat voor enkele jaren, wordt moeilijker. Bij alle vormen van verenigingsleven – de sport, de zorg, de kerk – worden verantwoordelijken gevraagd. Wanneer iemand een lintje van de koning krijgt, dan hoor je hoe veelzijdig sommige mensen zich hebben ingezet. De roep blijft dus klinken om ‘goede herders’. God roept ook vandaag, blijft roepen. Hij roept mensen voor onze gemeenschap hier in HDL, Hij roept ons voor onze parochie, Hij roept mensen voor de grotere kerkgemeenschap. Ik kan alleen maar zeggen dat als je ‘ja’ zegt, je leven bijzonder boeiend wordt. Daar kan ik nog uren over praten…. 

Joost Jansen, Abdij van Berne 

Joost Jansen‘Er zal wel eens een Jezus zijn geweest, maar al die verhalen…’ Aan het woord is een jongere die binnenkort het vormsel gaat doen. Een interessante discussie is het gevolg. Ze wil eigenlijk zeggen: Die Jezus, daar aan toe, maar bij die verhalen zal wel heel veel verzinsel zijn. Het is waar dat de verhalen die we zojuist gehoord hebben, geen fotografisch verslag zijn van wat er rondom Jezus gebeurd is. Als u straks thuiskomt en er wordt gevraagd wat ik u nu verteld hebt, krijgen we heel verschillende verhalen. Maar de kern daarvan zal – hoop ik – wel hetzelfde zijn… En al die verhalen ná Pasen hebben dezelfde kern. Beter is om te zeggen dat het verhalen ván Pasen zijn. Want die apostelen - en ook ik - proberen te vertellen dat in en door Jezus iedere menselijke dood anders is geworden. De dood heeft een ander gezicht gekregen. De dood van een mens is vanaf toen niet meer hetzelfde. Er is ook een na-traject. Dat na-traject kent geen einde. En daarom moeten die verhalen verteld blijven worden. Steeds weer door. 

Als we naar die verhalen luisteren dan vallen mij verschillende vaste gegevens op. Ze doen allemaal een beroep op verhalen van vóór die tijd. Wij doen dat zelf ook om bepaalde ervaringen te verklaren. Ik hoor Jan deze week zeggen: ‘Mijn vader en zijn broers zijn allemaal vroeg gestorven aan een hartfalen…’ Wanneer Jan dan bepaalde signalen in zijn lichaam waarneemt, dan worden deze herinneringen opgeroepen en hij schrikt. Hij trekt aan de bel. Maar er is ook een collectief geheugen van een volk. Binnenkort vieren we weer 4 en 5 mei. Het is 70 jaar geleden dat Nederland officieel bevrijd is. Ondanks die 70 jaar komen er nog steeds nieuwe verhalen los. Hoe heldhaftig zijn we volgens sommige verhalen geweest! Vaak is de realiteit anders. Wij willen echter graag die stoere verhalen vertellen omdat we vandaag ook opgewassen willen zijn bij alle verschrikkelijke dingen die vandaag in onze wereld gebeuren. 

Zo is het die vrienden van Jezus ook vergaan, De minder mooie ervaringen in de jonge kerkgemeenschap van toen kom je op het spoor door tussen de regels door te lezen. Want ook toen was er al verdeeldheid. Maar de hoopvolle tekenen vertellen ze aan elkaar door. Verhalen van een Jezus die hen opzoekt in hun angst en twijfel. Die hen bemoedigt en zegt: wees niet bang. Een Jezus die hen vrede aanzegt. Hebben we dit vandaag ook niet broodnodig? 

Mijn geloof zegt me dat die Jezus uit die verhalen tegen ons zegt: Ik leg die boodschap in jullie handen. De vormeling die zo kritisch was ten aanzien van mijn uitleg van de bijbel, moest wel toegeven dat er ook vandaag nog genoeg mensen zijn voor wie Jezus met zijn opdracht van belang is. Op hun manier bemoedigen ze vandaag mensen. Proberen ze vandaag vrede te stichten, de angst uit te bannen en mensen bijeen te brengen. Zoals we nu ook hier in deze kerk bijeen gebracht zijn… Zo worden die verhalen in mensen vlees en bloed en bloed. Zo zijn die verhalen ook bedoeld. 

Wanneer iemand geen verhalen meer verteld, dan is het sterven al begonnen. Wanneer binnen een gemeenschap geen verhalen meer klinken, sterft zo’n gemeenschap. Er wordt dan niet meer gebouwd aan een ‘samen’. Het vertellen van verhalen houdt mensen bijeen. God zij dank dat we ieder weekend hier weer die Bijbel openslaan. God zij dank dat die verhalen uit de Bijbel niet alleen mensen inspireren maar ze zelfs aanzetten om er naar te handelen. Want dan tekenen de contouren van een zorgcoöperatie voor HDL zich reeds af en vrijwilligers staan klaar. Dan is er weer die stille bemoediging om door te gaan ook al heb je nog zoveel tegenslag te verwerken. Dan is er weer de vreugde om nieuw leven terwijl er in je familie ook oma overleden is.  

De verhalen van Pasen geven ons een nieuw zicht op dood en leven. En wel in die volgorde. Leven dat verder gaat dan de dood. Dit gedenken we iedere keer weer rond de verrezen Christus. We mogen er ook uit leven in ons alledaagse bestaan dat dan bijzonder wordt. 

 

Margriet Sitskoorn Berne- Anders activiteit. Op maandag 20 april om 20.00u geeft Prof. Margriet Sitskoorn een lezing met als titel “Het (a)sociale brein”. Ze spreekt over de kracht van geven en de ontwikkeling van wijsheid.

Concreet is de vraag hoe de mens omgaat met kennis van de werking van het brein. Wat weten we en vooral wat doen we er dan mee? Sitskoorn stelt de vraag wat er in ons brein gebeurd waardoor wij zelfs mensen in nood toch kunnen negeren.

Aan de hand van intrigerende verhalen, wetenschappelijke bevindingen en controversiële dilemma’s biedt professor Sitskoorn een blik op hoe we ons daartegen actief kunnen wapenen. Hoe we ons kunnen ontwikkelen van “homo sapiens” tot “homo sapiens verus”: de waarachtig wijze mens?

Margriet Sitskoorn is hoogleraar klinische neuropsychologie in Tilburg en bekend van televisie als vaste gast in het programma ‘Nieuwslicht’ (VARA) en bij de nationale IQ-kwis (BNN).

Maandag 20 april De avond begint om 20.00 uur in de Abdij van Berne in Heeswijk.

De entree van € 10,= ( inclusief koffie/thee in de pauze) komt geheel ten goed aan de Stichting “Solidair met Jamtara”. Aanmelden vooraf wordt op prijs gesteld. Reserveren kan via: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

Margriet Sitskoorn

Prof. dr. Margriet Sitskoorn is hoogleraar klinische neuropsychologie aan de Universiteit van Tilburg. Zij doet onderzoek naar de relatie tussen gedrag en plasticiteit van het menselijk brein. Ook is zij directeur van het NeuroCognitief Centrum Nederland en lid van de gezondheidsraad.

Op televisie is zij vaste gast in het wetenschaps- en actualiteitenprogramma ‘Nieuwslicht’ (VARA) en als de autoriteit bij de nationale IQ-kwis van BNN. Ze weerstond met glans de kritische vragen van Pauw en Witteman over haar boek ‘Het maakbare brein’.

Margriet Sitskoorn schrijft voor internationale vaktijdschriften en populair – wetenschappelijke bladen. Als geen ander is zij in staat om de werking van de hersenen toegankelijk te maken voor een groter publiek

Solidair met Jamtara

Deze lezing van Berne Anders is georganiseerd samen met de Stichting ‘Solidair met Jamtara’. De opbrengsten van deze lezing komen in hun geheel ten goede aan het werk van de stichting. De stichting helpt de Indiase Norbertijnen om het fundament onder hun eigen organisatie te versterken. Daardoor kunnen zij hun geweldige werk blijven doen en hoeft de bron van hun talrijke activiteiten niet droog te vallen.

Meer dan 100 Indiase Norbertijnen hebben voortgezet en uitgebouwd, wat een kleine 100 jaar geleden ooit begon met 3 missionarissen uit Heeswijk. Van de sloppenwijken in Bombay tot in de vissersgemeenschappen van Kerala en Tamil Nadu, helpen zij duizenden landgenoten om het hoofd boven water te houden. Zij werken voor de allerarmsten van India en bieden scholing, hygiëne- en voedselprogramma’s, medische zorg en sociale ontwikkeling.

Joost Jansenoverweging op 12 april 2015

Paus Franciscus wil een Jaar van barmhartigheid. Het gaat in op 8 december a.s. Het wordt een zogenoemd ‘heilig jaar’, dat wil zegen dat in Rome in de Sint Pieter de ‘heilige deur’ opengaat. Wie naar Rome gaat als pelgrim kan dan door die deur naar binnen en ontvangt extra genade. Tot zover deze berichtgeving.

Belangrijker lijkt me de inhoud van zo’n ‘Jubileum van barmhartigheid’. Dan moet ik te rade gaan bij de lezingen van vandaag. Want werken aan barmhartigheid is je hand willen leggen in de wonden van Christus. Tomas, de gelovige ongelovige of de ongelovige gelovige, wordt door Jezus gevraagd om dit te doen. Tomas is veeleer de ‘kritisch gelovige’. Ik voel me wel bij hem thuis. We hoeven als gelovige mensen echt niet alles als ‘zoete koek’ aan te nemen. We blijven onze hersens er bij houden en.. dan wordt ons geloof alleen maar reëler en van deze tijd. Het is juist deze Tomas die wordt gevraagd om zijn hand te leggen in de wonden van Jezus, de wonden die komen van zijn hangen op het kruis, dus de wonden van zijn dood. Dat is heftig. Hoe het ook in werkelijkheid gegaan moet zijn, het verhaal wil ons duidelijk maken dat het bij Jezus ná zijn verrijzenis, dus de Jezus van Pasen, altijd gaat om dezelfde Jezus als vóór Pasen. Het is de Jezus die zijn hele bestaan ten dienste is geweest van anderen. Hij leeft constant mee met de mensen die Hij tegenkomt. Hij lijdt mee. Empathie noemen mensen dat met een wat duurder woord. En dat moet doorgaan ook ná Pasen. Hoe?

Niet door allemaal individuen die zijn voorbeeld navolgen. Zo is het niet gegaan. Hoe dan wel? ‘De menigte die het geloof had aangenomen was één van hart en één van ziel en er was niemand die iets van zijn bezittingen zijn eigendom noemde, integendeel, zij bezaten alles gemeenschappelijk’, horen we in de eerste lezing. Het is een ervaring vanuit de eerste kerkgemeenschap. Een ervaring? Misschien ook wel een verlangen: het leven in eensgezindheid zou het doel moeten zijn. Want even later staat in de Handelingen van de apostelen dat mensen wat geld achterhouden. Voor zichzelf, niet om te delen met anderen. Het zal in de loop van de kerkgeschiedenis een constante strijd zijn, tussen ideaal en werkelijkheid. Maar eigen aan het christendom blijft wel dat ieder initiatief, iedere actie altijd een activiteit is van een gemeenschap, van een kerkgemeenschap. We hebben het over het Lichaam van Christus, over het Volk van God. Gelukkig maar, denk ik steeds. Want in je eentje ben je zo beperkt en kwetsbaar.

Ook de barmhartigheid is een opdracht aan die kerk, aan onze parochie. We kunnen echt niet alles zelf doen. We mogen ons gelukkig prijzen dat we met velen zijn die instaan voor mensen die een beroep op ons doen. De een bezoekt de zieken en bejaarde mensen, een ander helpt iemand met het op orde brengen van zijn financiële administratie, een derde hangt een paar lampen op omdat die alleenstaande moeder in het geheel niet technisch is. Zo concreet wordt nu die uitnodiging van Jezus aan Tomas: leg je vingers maar in mijn wonden.

Mag ik die koppeling maken tussen concrete mensen vandaag en dat evangelie van 2000 jaar geleden? Ja dat mag. Het moet zelfs. Zo is dat evangelie bedoeld. Het is een verhaal waarin het niet gaat om een beschrijving van hoe het toen is gebeurd. Dit verhaal wil ons veeleer aanwijzingen geven voor ons leven vandaag.

Als Marie haar oude oma bezoekt en gewoon een luisterend oor heeft voor steeds maar weer hetzelfde verhaal, dan is dat een werk van barmhartigheid. Als René zich toch laat overhalen om in het bestuur te stappen van een vrijwilligersorganisatie, ook dat is een werk van barmhartigheid. Zo eenvoudig en concreet is. Er worden van ons geen grote projecten gevraagd, hoewel dat soms ook kan gebeuren. Van ons wordt ‘slechts’ gevraagd om in te gaan op wat zich aan ons presenteert. Geloof wordt zo heel concreet en praktisch. En dan toch weer die innerlijk drive waarvoor we hier in deze kerk bidden. Want als onze inzet niet van binnenuit bezield blijft, als het niet gedragen wordt door liefde, wat bereiken we dan? Zei Paulus niet: het gaat om geloof, hoop en liefde. Maar liefde is wel de belangrijkste. De motor.

Joost Jansen o.praem.

Huub SchumacherBoekhandel Berne organiseert op zaterdag 18 april 2015 een lezing door Huub Schumacher naar aanleiding van zijn boek:

‘God wat ben je veranderd... Verleidelijke doorkijkjes op geloven’

Geloven in God is - vandaag- verre vanzelfsprekend. Mensen nemen afscheid van de god van hun jeugd. Anderen voelen zich bedrogen door het beeld van God waarin ze zijn opgevoed, maar voelen ook dat er ‘meer’ is. Vanuit deze omgang met mensen schrijft Huub Schumacher zijn ‘verleidelijke doorkijkjes op geloven’. Hij heeft zijn beste cursiefjes bijeengebracht in deze bundel. Steeds gaat hij uit van menselijke ervaringen: verlangen, teleurstelling, de onmogelijk- heid om je God voor te stellen. En toch weer die omgang met God die een extra glans geeft aan het dagelijkse bestaan.

God wat ben je veranderd is een bemoedigend boek. Het moedigt ons aan om de schroom en de sprakeloosheid te boven te komen en op zoek te gaan naar sporen van de Eeuwige in ons bestaan en in onze wereld. Tijdens de lezing vertelt Schumacher over zijn zoektocht naar de verandering: hoe verrassend moderne denkers van in- en buiten de kerk God gaan zien met zo andere ogen dan wij gewend waren en nog steeds gewend zijn.

Datum: Zaterdag 18 april 2015

Plaats: Abdij van Berne,

Abdijstraat 49, 5473 AD Heeswijk

Aanvang: 14.00 uur (inloop 13.30 uur)

Toegang: De entreeprijs bedraagt € 7,50 (inclusief koffie/thee),

te betalen ter plaatse

Reserveren: Wij verzoeken u plaatsen te reserveren via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

U bent van harte welkom!

abdijvanberneGeloven in God is  - vandaag-  verre vanzelfsprekend. Mensen nemen afscheid van de god van hun jeugd. Anderen voelen zich bedrogen door het beeld van God waarin ze zijn opgevoed, maar voelen ook dat er ‘meer’ is.  Vanuit deze omgang met mensen schrijft Huub Schumacher zijn ‘verleidelijke doorkijkjes op geloven’. Hij heeft zijn beste cursiefjes bijeengebracht in deze bundel. Steeds gaat hij uit van menselijke ervaringen:  verlangen, teleurstelling, de onmogelijkheid om je God voor te stellen. En toch weer die omgang met God die een extra glans geeft aan het dagelijkse bestaan. 
 
God wat ben je veranderd is een bemoedigend boek. Het moedigt ons aan om de schroom en de sprakeloosheid te boven te komen en op zoek te gaan naar sporen van de Eeuwige in ons bestaan en in onze wereld. Tijdens de lezing vertelt Schumacher over zijn zoektocht naar de verandering: hoe verrassend moderne denkers van in- en buiten de kerk God gaan zien met zo andere ogen dan wij gewend waren en nog steeds gewend zijn.  
 
 
Datum: Zaterdag 18 april 2015
Plaats: Abdij van Berne, Abdijstraat 49, 5473 AD Heeswijk
Aanvang: 14.00 uur (inloop 13.30 uur) 
Toegang: € 7,50  (inclusief koffie/thee), te betalen ter plaatse
Reserveren: Reserveren gewenst, per e-mail Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

Joost JansenOverweging op Paaszondag - 5 april 2015

Onlangs was ik bij de uitreiking van het eerste exemplaar van een boek met de titel Geluk binnen handbereik. Bij de aansluitende borrel hoor ik een jongeman zeggen: ik was afgekomen op een andere titel: snelweg naar geluk. Dat is wel een verschil. Een snelweg of iets dat binnen handbereik ligt.

Dat wat we vandaag vieren is geen snelweg naar geluk want eergisteren vierden we op Goede Vrijdag de executie van een man van 33 jaar oud op IS-achtige manier. Gisteren stonden we op Stille Zaterdag stil bij deze dood. We lieten die gruwelijke moord bij onszelf bezinken. En vannacht hebben we voorzichtig het licht ontstoken en zongen we nog bedeesd het eerste Halleluja. Je legt dus samen als kerkgemeenschap een hele weg af. Ik sta dan liever stil bij het feit dat het ‘geluk binnen handbereik’ is en geen snelweg. Zo verging het ook Maria Magdalena en voor Petrus en Johannes, binnen handbereik. Maar is het wel geluk?

Geluk is wat de meeste mensen, misschien wel alle mensen, zoeken. Happinez. En we hebben het moeilijk als het niet onmiddellijk voorhanden is. Graag zouden we vaker in een hallelujastemming zijn. En wel op bestelling. We weten ook heel goed dat dit niet de realiteit is. We blijven zoeken naar dat geluk. Maria Magdalena en Petrus en Johannes ook. Hoe is het hen vergaan? Zij hebben eerst wel wat randvoorwaarden vervuld, dat moeten we niet uit het oog verliezen. Ze hebben geleefd van de verhalen van Jezus en zijn aanwezigheid. Twee van hen hebben op Witte Donderdag bij het Laatste Avondmaal de eerste eucharistie meegemaakt. Ze hebben ieder op hun eigen manier Goede Vrijdag gevierd, Petrus tot aan de verloochening van Jezus toe. En vervolgens zijn berouw. Hebben jullie het op de televisie gezien bij The Passion? Zodra de sabbat voorbij was zijn ze naar het graf van hun geliefde vriend gegaan. Dat is dus allemaal nodig om te groeien in geluk: trouw blijven aan je vriendschappen, trouw in je verbondenheid. Wat hebben ze later nog meer gedaan? Ze zijn gaan doen wat ze – in hun samenzijn met Jezus - als belangrijk ontdekt hebben: elkaar tot steun en troost zijn. De armen en mensen aan de rand van de samenleving helpen. Verder bleven ze maar zoeken naar woorden voor hun geloof in die Jezus. Je weet dat Hij aanwezig is, maar hoe kun je dat aan anderen duidelijk maken? Iemand die geleden heeft en is gestorven en waarvan je ervaart dat Hij leeft?

Stilstaan bij lijden en dood moeten we af en toe. En we hebben er moeite mee. Maar wat is de kern van Pasen, het feest dat we vandaag vieren? Om lijden en dood tegen te komen hoef je de kranten maar open te slaan en de televisie aan. Tot de meest gruwelijke beelden op Youtube. Maar we vieren vandaag dat Jezus de Christus uit de doden is opgewekt. Wat kan ik me daarbij voorstellen? Voor mij is het eenvoudig en dat klinkt misschien wat arrogant. Na alles wat ik gelezen heb en ook de vele kritiek die zeer intelligente mensen op dit verrijzenisgeloof hebben gegeven, blijft er voor mij het eenvoudige geloof over dat God trouw blijft. Dat Hij van mensen blijft houden, ook al zijn ze gestorven. En van wie gehouden wordt, die blijft in leven. Zo eenvoudig geloof ik. God heeft het laten zien in Jezus Christus want anders zouden wij niet zoveel doen in zijn Naam. God laat het telkens weer zien in mensen die ondanks tegenslagen en verguizing, door gaan met het goede te doen.

Wanneer wij vandaag Pasen vieren dan blijven wij geloven dat leven en lieven sterker is dan de dood. Dat al wat doods en duister in ons bestaan en in onze wereld is, niet het laatste woord heeft. Dat geluk dus binnen handbereik is, als we die moeite getroosten. Wij krijgen vandaag sterke papieren in handen. Je zou kunnen zeggen: een routeplanner. We krijgen het verhaal mee dat Christus uit de doden is opgewekt. Hij heeft het mogelijk gemaakt dat er een verder is aan de dood. En dan is het mogelijk voor ieder van ons. Het ligt onder handbereik…

Joost JansenIk heb twee beelden op mijn netvlies. Ze strijden om voorrang. IS-strijders trekken met hun gevechtswagens en hun zwarte vlaggen een veroverde stad binnen. Je ziet sommige mensen juichen. En dan het andere beeld: Jezus trekt Jeruzalem binnen, gezeten op het jong van een ezel, mensen zwaaien met groene takken. Zo is onze wereld vandaag. Het zwart van dood en verderf, het groen van leven. Groen leven dat na de doodse winter toch weer overal ontspruit. Aan ons de keuze. Kiezen we voor zwart of voor groen? Natuurlijk is voor ons de keuze snel gemaakt. Maar waarom houdt het zwart van dood en verderf dan onze wereld gekneveld? Waarom kiezen we niet met zijn allen voor leven?

Op sommige vragen krijgen we nooit een antwoord. We kunnen vuistdikke studies produceren, een afdoend antwoord op de vraag waarom mensen voor het kwaad kiezen, krijgen we niet. We krijgen wel de voorbeelden van mensen die ondanks dood en verderf toch kiezen voor leven. En die aan die keuze trouw blijven.

Vandaag beginnen we als kerkgemeenschap de uiteindelijke tocht van Jezus die vandaag intrekt in Jeruzalem. Zijn leven eindigt op een kruis. En we weten en geloven dat dit niet het laatste stadium is, maar dat er een verder is. Maar vooraleer we het over een ‘verder’ hebben moeten we wel helemaal door het ‘hier en nu’ gaan. Geen leven ná de dood zonder die ervaring van afscheid van dit aardse bestaan. We staan er niet graag bij stil en dat is heel normaal. Maar het is er wel…

Het mooie en indrukwekkende van onze liturgie is – ik zeg het zo vaak – dat alle aspecten en stadia van een mensenleven hun plek krijgen. Vandaag: bejubeld worden en verguizing. Leven en dood. Maar wie echt blijft bij wat hij of zij meemaakt, wie dan niet de band met anderen verliest, ook niet de band met onze traditie, weet steeds de volgende stap te zetten. Dat is de rijkdom van het leven.

Afgelopen weken ben ik het weer tegengekomen: hoe mensen zonder gevoel kunnen spreken over dood en leven. ‘Ieder gaat ’n keer met zijn neus naar boven weg’, zegt een zoon over zijn overleden moeder. Zo eenvoudig is dat. Wij mogen gelukkig stilstaan bij het geheim dat ons leven is, het geheim dat ook ons sterven kan zijn, omdat er ook die dood een nieuw bein kan zijn…

Joost Jansen, norbertijn

JerusalemBerne Anders activiteit in de Abdij te Heeswijk-Dinther. Pelgrim naar Jeruzalem in Abdij van Berne op maandag 30 maart.

Op de dag na Palmzondag (maandagavond 30 maart) spreekt Giri Rikkers over zijn tocht naar Jeruzalem. Met beelden en teksten geeft hij het verhaal weer over de voettocht van 7000 kilometer naar Emmaus bij Jeruzalem zoals hij die in 2011 ondernam. De meest gestelde vraag is: waarom ga je op weg naar Jeruzalem? Speciaal in de week voor Pasen wordt die vraag gesteld. Iedereen zal daar een eigen antwoord op kunnen geven.

Giri Rikkers woont Schijndel en liep eerder als pelgrim naar Santiago de Compostella. De avond begint om 20.00 uur. De entree bedraagt € 10,= inclusief koffie/thee in de pauze. Kaarten aan de zaal in de Abdij of reserveren via : Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

Deze avond vertelt Giri Rikkers over de drie fasen in deze pelgrimstocht. De voorbereiding die draait om de vraag “Waarom?”. Uiteindelijk geldt : "zelfs een weg van duizend mijl begint met één enkele stap", maar het vraagt nog wel wat om die eerste stap te zetten. Het tweede deel gaat over wat hij tijdens zijn tocht heeft ervaren, gezien, beleefd en doorstaan. Over acht maanden onderweg, naar een doel dat ver weg lijkt maar ook dichtbij blijkt te zijn Tenslotte is het doel Jeruzalem het onderwerp : vind je het “hemelse” Jeruzalem in Israël of in je hart?

Joost Jansenoverweging op 22 maart 2015

Hebt u wel eens het zaadje van de mosterdplant gezien? Het is minuscuul klein. De eerste communicanten krijgen er wat mee naar huis om te ontdekken hoe groot de plant wordt die uit zo’n klein zaadje kan voortkomen. Maar dan moeten ze het wel goed verzorgen en ook niet ieder zaadje komt uit. Het is een leerschool voor deze kleinen.

Jezus neemt dit beeld van het zaad, van de graankorrel, op als teken van hoop. Je zou zelfs kunnen zeggen: Jezus klampt zich vast aan deze beelden. De Goede Week komt in zicht. Volgende week zondag is reeds zijn binnentrekken in Jeruzalem. Het grote proces kan beginnen. Je voelt de spanning vandaag al in de lezingen. Wanneer het net om je heen zich spant, dan zoek je toch overal houvast? Ook Anne Frank was weer helemaal blij als het voorjaar aanbrak en zij door haar raampje iets kon ontwaren van het nieuwe leven dat overal weer losbarstte. Of een ernstig zieke vrouw die voor het raam ligt en de vogels weer hun nestjes ziet bouwen en hun jongen verzorgen. Wij hebben allemaal deze tekenen nodig en aan kwetsbare mensen kunnen we veel aflezen.

Eigenlijk hebben wij het hier in Nederland gemakkelijk. Er zijn wat problemen en rond verkiezingen worden die wat uitvergroot. Maar we hebben allemaal te eten, we hebben allemaal een dak boven ons hoofd, we hebben allemaal een goede ziektekostenverzekering. Wat let ons? Er zijn plaatsen op onze aardbodem waar massa’s mensen dit allemaal niet hebben. En waarom zijn sommigen onder ons dan niet gelukkig? Waarom zien mensen het leven niet zitten en willen voortijdig dit leven verlaten? Want dat is er ook… Ik denk dat het zit in de moeite die mensen hebben om om te gaan met het menselijk tekort. Moeite om te accepteren dat niet alles kan en dat je gewoon het bestaan moet nemen zoals het op je toekomt. Als mens zaai je gewoon thuis, op je werk, overal en je moet maar afwachten wat het allemaal oplevert. ‘Als de graankorrel niet in de aarde valt blijft hij alleen; maar als hij sterft brengt hij veel vrucht voort.’ En die vrucht is anders dan de graankorrel die je in de aarde hebt laten vallen… Je kunt niet zeggen: dit heb ik gezaaid, en zus en zo moet dan de vrucht zijn. Zo is het mensenleven niet. Je zult moeten vertrouwen. Het proces van de groei valt niet te bepalen.

Wanneer er in de wereld conflicten zijn – en die zijn er velen -, maar ook wanneer het op kleine schaal niet lekker loopt: het gaat altijd om mensen. Een groot filosoof – Heidegger – zei eens: de mens zelf is de catastrofe. Wanneer er in onze wereld een catastrofe is, ligt de oorzaak meestal bij mensen. De oplossing moet dan ook van ons komen. Van ons? Moet ik niet veeleer zeggen: van mensen? Neen, want dan plaats ik het weer ver weg. De oplossing moet komen van ons. Op een basisschool werd een meisje buiten de groep gezet. Lisa pikte het niet en ging naar haar toe. ‘Pastoor Joost, het is nu mijn beste vriendin.’ Zo zou het nu ook moeten gebeuren op grotere schaal, misschien wel internationaal. Want alle grote conflicten, alle catastrofes in onze wereld: het is allemaal ook mensenwerk.

Nog twee weken en het is Pasen. De ernst van de gang van Jezus wordt ons voorgehouden. Maar het raakt ons pas als we ook de ernst van ons eigen leven toelaten. Niet om nu bedrukt door het leven te gaan, wel om gewoon onze zintuigen open te houden voor wat zich in ons eigen leven en in dat van anderen zich aandient. Op het vlak van relaties speelt zich heel wat af in onze contreien en je ziet tegelijkertijd ouders die zich van alles ontzeggen voor hun kinderen. Oma Ria wordt ernstig gekort op de huishoudelijke hulp en je ziet tegelijkertijd dat haar buurvrouw haar komt helpen. Op wereldniveau kan ik jammer genoeg even snel geen voorbeeld vinden…

Soms lijkt het wel of het verhaal van David en Goliath weer opnieuw moet gebeuren. Een enkele kwetsbare mens tegenover een groot apparaat. We vieren de komende weken met de Goede Week en Pasen de gang van die kwetsbare mens, van Jezus… Hij doet het om ons.

Joost Jansen, norbertijn

Joost JansenDe beste religieuze film van de 20e eeuw !

Zuid-Amerika: Jezuïeten stichten prachtige coöperatieve plantages waardoor de plaatselijke bevolking – de Indianen – grote vooruitgang kennen.

Portugezen en Spanjaarden vechten om deze gebieden. De Indianen vrezen de Portugese slavenhandelaren.

De film is gebaseerd op historische feiten.

Een verhaal van strijd tussen goed en kwaad, over de kracht en de onmacht van geloven.

Met Robert de Niro en Jeremy Irons. De muziek van Ennio Moricone wordt ook gespeeld door de Harmonie Sint Servaes.

24 maart 2015  ccServaes – Dinter 20.00 uur   Toegang gratis

Joost Jansenoverweging op 15 maart 2015 

Wanneer je lange tochten maakt, te voet of op de fiets, dan ben je blij als op een gegeven moment je je doel ontwaart. Bijvoorbeeld wanneer in de meimaand velen naar Den Bosch trekken. Ineens zie je de kathedraal oprijzen: daar moeten we naar toe. Maar het kan ook heel klein zijn. Bij de vormselvoorbereiding mogen de jongeren een voorwerp meenemen dat ze nooit kwijt willen. Een kettinkje van oma, een voetbalshirt van PSV met de handtekening van Depay. Zo geeft God ons ook heilige tekenen in handen. Bijvoorbeeld met de sacramenten. Zeven hebben we er. Een beetje brood, een beetje wijn, wat water, een klein beetje zalfolie om een kruisje te maken. U begrijpt: dingen staan voor veel meer. Het kettinkje van oma is op zich niet waardevol maar de aanwezigheid van deze gestorven lieve vrouw maakt het van hoogste belang. Daarom dat we in onze kerken ook het kruis met eerbied omgeven. ‘De Mensenzoon moet omhoog worden geheven zoals eens Mozes een slang omhoog hief in de woestijn’, hoorden we in het evangelie. Het was de slang die al veel mensen had vergiftigd met zijn beet. Kijk het kwaad maar aan, schijnt Mozes te bedoelen, dan kun je er mee omgaan. Is dat ook zo bij het kruis? Ja. Vraag het maar aan de christenen van Irak of Syrië in IS-gebieden. Als je ze nog kunt vragen en ze intussen niet onthoofd of gekruisigd zijn. In deze wereld leven wij. Voor deze wereld willen we onze ogen niet sluiten. 

‘Zo zeer heeft God de wereld liefgehad dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven opdat alwie in Hem gelooft niet verloren zal gaan maar eeuwig leven zal hebben.’ Zo’n bewering kan je veel troost en bemoediging geven. Mensen kunnen ook sceptisch worden. Mensen die reageren in de trant van: ‘Het zal wel, maar ik merk er niet veel van! Die Jezus kom ik toch niet tegen ‘in het echt’?’ Die Jezus kom je niet tegen ‘in het echt’, dat is waar. Maar je komt Hem wel op een andere manier tegen, een Jezus die je in mensen ontmoet en ook een Jezus die in verhalen, tekenen, gebaren, gebeden naar ons toekomt. Verhalen en tekenen die vol leven zitten. Leven dat met God van doen heeft, de Eeuwige. Dus: eeuwig leven.  

De sacramenten die we in onze Traditie met veel aandacht en eerbied omgeven zijn die heilige tekenen van God. God komt in die gebaren, in die sacramenten, onder ons aanwezig. Onlangs heb ik nog bij jonge ouders die om de doop van hun kindje vroegen, gezegd: ‘Jullie vragen wel het sacrament van het doopsel voor jullie kind. Maar zelf vinden jullie dat de tijd nog niet gekomen is voor het sacrament van het huwelijk…’ U begrijpt: sacramenten, of het nu het doopsel is, of de communie, of het vormsel, of welk ander sacrament ook: het zijn allemaal heilige tekenen waarin God ons laat zien dat Hij bij ons wil zijn. Dat hij met ons zijn aandacht en liefde wil delen. Zozeer heeft God de wereld liefgehad… Eigenlijk zijn het allemaal gebaren die Hij ons stelt vanaf het kruis. Op het kruis heeft Jezus zijn armen wijd uiteen gespreid. Hij zegt als het ware: kom maar, Ik wil je omarmen. Ik wil mijn leven met je delen. Je hoeft alleen maar een eerste stap in mijn richting te zetten. Dan volgt de rest. 

We blijven onderweg naar Pasen. Dat is meer dan wat extra aandacht schenken aan het Vastenaktieproject, dat is meer dan in je persoonlijke leven het soberder aan doen, dat is meer dan wat extra gebed. Onderweg naar Pasen betekent met name dat je wat meer leert je te openen voor God die bij ons aan de deur klopt en met ons mee wil trekken. God kan dan wel de hele wereld liefhebben en zijn Zoon zenden, als zijn cadeau niet wordt aangenomen en uitgepakt, dan gebeurt er niet veel. Door te profiteren van het aanbod van God met zijn sacramenten zoals het doopsel, zoals deze eucharistie, zoals de jongeren bij het vormsel én de stelletjes die zich voorbereiden op hun huwelijk, groeien wij in ons geloof. Wie groeit in geloof, kan ook beter het leven aan. Wie beter het leven aan kan, groeit in geluk. Niet dat je dan steeds in een juichstemming verkeert en veel lol hebt. Je kunt zelfs tegenslagen te incasseren hebben, je kunt zelf een kruis dragen. Maar wie van binnen op orde is, wie met geloof en vertrouwen in het leven staat, is in voor- en tegenspoed, bij ziekte en gezondheid geborgen en veilig. En hij zal dit, hij zal zijn leven met anderen delen. Zoals die Jezus. 

Joost Jansen, pastor