Dit is het HaDeejer.nl archief  van: 2006  tot  september 2015

Religie

cardioloog Pim van LommelOp maandag 16 maart om 20.00u spreekt de cardioloog Pim van Lommel in de Abdij van Heeswijk-Dinther over zijn onderzoek naar bijna-dood ervaringen (BDE) na een hartstilstand.

De verbinding tussen Sterven en Leven staat in de 40-dagentijd voor Pasen centraal. Bij sterven komt altijd onbewust de vraag naar voren wat er na de dood is. Dan is even “over de grens” kijken een bijzondere ervaring.

Is er zoiets als leven na de dood? Bestaat er een ziel? Waar blijft je bewustzijn als je hersenen uitvallen? De “continuïteit van ons bewustzijn” is volgens van Lommel het antwoord op deze vragen die centraal staan. Mevrouw van Lennep-Kernkamp komt zelf vertellen over haar eigen bijna-dood ervaring.

De avond begint om 20.00 uur (kerk open 19.30 uur). De entree bedraagt € 10,= inclusief koffie/thee in de pauze. Het reserveren van kaarten is noodzakelijk om teleurstelling te voorkomen in verband met de grote belangstelling. Reserveren kan via : Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

Pim van Lommel

Cardioloog Pim van Lommel is internationaal bekend door zijn onderzoek naar bijna-dood ervaringen bij patiënten die een hartstilstand overleefden. Hij schreef er in 2007 een boek over: “Eindeloos Bewustzijn”.

Van Lommel publiceerde erover in het gerenommeerde tijdschrift The Lancet in 2001 en van zijn boek zijn inmiddels meer dan 125.000 exemplaren verkocht.

Een ‘bijna-doodervaring’ is een authentieke ervaring die niet is te herleiden tot fantasie, psychose of zuurstoftekort. Het verandert mensen blijvend. Volgens Van Lommel is de heersende visie van artsen, filosofen en psychologen op de relatie tussen hersenen en bewustzijn te beperkt om het verschijnsel te kunnen duiden. Er zijn goede redenen om aan te nemen dat ons bewustzijn niet altijd samenvalt met het functioneren van onze hersenen: het kan ook los van ons lichaam ervaren worden.

Exacte wetenschap en spiritualiteit sluiten elkaar normaal gesproken uit. Feiten en harde data zouden niet te rijmen zijn met geloof en intuïtie. Dat zien we ook terug in de huidige maatschappij. Daarom gaat deze avond ook over de confrontatie tussen de rationele wetenschap en het onverklaarbare.

Programma

Bij Berne Anders geeft Pim van Lommel een lezing over dit onderwerp, samen met ervaringsdeskundige Marga van Lennep-Kernkamp.

Na de pauze vertelt mevrouw van Lennep-Kernkamp over haar BDE. Daarna is er gelegenheid voor een uitwisseling van gedachten over dit onderwerp. Aangezien het onderwerp zowel controversieel als emotioneel vele aspecten kent, is er voor de discussie voldoende tijd beschikbaar.

Joost Jansenoverweging op 8 maart 2015 

Het is helemaal geen lieve Jezus die de bezem haalt door de Tempel in Jeruzalem. Hij jaagt als het ware de mensen de kerk uit. Je zou het vandaag eens moeten proberen rond bedevaartsoorden waar vaak de commercie welig tiert. Sommige mensen mijden daarom Lourdes of de abdij van Postel of… Ze zoeken meer de stilte en de inkeer. Maar in het portaal van de kerk van Dinther staat ook een bak met daarboven de tekst: Kauwgom hier…  

Waarom krijgen we nu deze teksten in de veertigdagentijd? Om ons een gevoel te geven dat we op onze donder krijgen? Om weer iets op te roepen van de vroegere vastenpredikers die met veel tamtam ons wilden inpeperen hoe slecht de mens toch is en hoe hij vergeving nodig heeft? Die tijd ligt achter ons. Niet dat we geen vergeving nodig hebben. Niet dat onze wereld er veel harmonieuzer uitziet dan vroeger. Integendeel! Het zou goed zijn wanneer we eens wat meer stilstaan bij de kwalen en gebreken van onze samenleving. Niet om ons een schuldgevoel aan te praten maar eerder om ons te wekken er wat aan te doen.  

Wij kunnen de woede van Jezus benadrukken als Hij met zijn zweep te keer gaat, we kunnen ook belichten dat we hier te maken hebben met een man die ontzettend bewogen is. ‘De ijver voor uw huis verteert mij!’, merkt men op. De ijver voor Gods volk, de ijver voor een gezonde gemeenschap, de ijver voor een goede samenleving. Die verteert Hem. Verteert die ook ons? Wij hoeven niet de methode te gebruiken die in dit evangelie beschreven staan, met wat touw een zweep maken en er op los meppen. Aan ons wordt echter wel gevraagd om ons met ijver in te spannen op wat goed is en recht.  

Ter voorbereiding op het doopsel is er iedere maand een bijeenkomst. De jonge ouders zitten wat onwennig in het begin. Moeten we nu examen afleggen? Gelukkig ontspant de zaak zich snel. Maar wanneer het gaat om de motivatie hun kind te laten dopen, komt er heel vaak: ‘Wij willen ons kind waarden en normen meegeven.’ Ze worden in één ruk genoemd, de waarden en normen, alsof ze hetzelfde zijn. Maar waarden zijn geen normen en normen geen waarden. Waarden blijven, de normen die er uit voortkomen veranderen steeds en passen zich aan de tijd aan. Waarden zijn verbonden aan de Tien Geboden, de Tien Woorden die we in de eerste lezing hoorden. God is één, wordt geen slaaf van andere goden, al is het maar de god van de luxe. De mens is geschapen tot vrijheid want de mens is beeld van God. Houd voldoende ruimte in je weekprogramma en neem een dag rust, met name de zondag. Eer je ouders en ouders: eer je kinderen. Vermoord niemand en blijf van andermans spullen af. Wees ook niet jaloers op anderen want dat vergiftigt je hart. We hebben zo al heel wat waarden langs zien komen. De normen zijn dan de toepassingen. 

Om die waarden was het Jezus te doen toen Hij de Tempel leeg veegde. Om die waarden zouden ook wij enthousiast moeten zijn. Hoe we dat kunnen? Niet op bestelling. Wel door iedere dag maar weer de goede keuzes maken. Ik ken mensen die de hele dag klagen. Ik ken ook mensen die ontzettend kwetsbaar zijn en toch elke dag God danken voor wat ze nog wel kunnen. Een jonge vrouw met jonge kinderen heeft al twee keer kanker gekregen. Ze blijft positief in het leven staan. Men vroeg om haar geheim. Ze zei: iedere dag drie dingen noemen waarvoor je dankbaar kunt zijn. In het begin is dat moeilijk, maar langzaamaan wordt het een persoonlijke instelling. De waarde van dankbaar-zijn nestelt zich in je hart. 

We hebben vandaag niet een lieve Jezus tot voorbeeld. Wel een mens die gewoon zegt: het moet nu maar eens ophouden met al dat gesjoemel. Als puntje bij paaltje komt, ligt hier de grens. Welke ouder doet dit niet af en toe bij zijn kinderen? Jezus heeft een ‘drive’, dat huis van God moet op orde zijn. En dan gaat het allang niet meer om dat stenen gebouw, dan gaat het om dat huis van God dat we samen vormen. De kerkgemeenschap, de parochie, dat levende lichaam van Christus. Die gemeenschap zal steeds opgeschoond moeten worden. Doordat wij elkaar aankijken en elkaar vragen: ‘Waarvoor zijn we dankbaar?’  

Waartoe leven we eigenlijk? 

Joost Jansen, pastor 

Joost Jansenoverweging op 1 maart 2015 

Voor Jan Wolkers was het verhaal van het offer van Isaäk door Abraham een bewijs dat die God van de Bijbel niet deugt. Je vraagt toch niet aan een vader, aan ouders, om hun kind op te offeren? Dat is toch onmenselijk en kan dus toch niet door God gevraagd worden? Achter zo’n God wil ik niet aan en dus haakt Wolkers af. En bleef maar steeds weer over Bijbelse thema’s schrijven… Nu kunnen we dit verhaal over Abraham en zijn zoon Isaäk afdoen met: het staat in het Oude Testament en wij zijn gelukkig van het Nieuwe Testament. Maar dan hoor ik in het evangelie dat Jezus bij het afdalen van de berg het ook heeft over zijn dood en zijn verrijzenis… Hij vertelt zijn vrienden dat mensen Hem zullen gaan doden maar dat er gelukkig een verder is aan die dood. We komen niet om die dood heen. 

Dat is zo, we komen niet om die dood heen. Dat hoort bij het menselijke bestaan. De kwestie is: hoe ga je met de dood om. Leef je vrolijk en stop je de dood maar zo ver mogelijk weg? Haal je alles uit het leven tot het niet meer kan om dan zelf maar het moment van je dood te kiezen? Of sta je er af en toe bij stil omdat dood bij het leven hoort? Of móet je er af en toe bij stil staan omdat een vader of moeder sterft (we hebben de laatste weken in onze parochies nogal wat uitvaarten!). 

In beide verhalen gaat het over een berg. Abraham gaat met zijn zoon Isaäk de berg op, de zoon moet zelf zijn hout dragen, zoals Jezus op Goede Vrijdag zelf zijn kruis draagt. Jezus gaat met drie vrienden de berg op om er samen alleen te zijn. Op die bergen gebeurt er veel. God zegt tegen Abraham: ‘Dit moet je niet doen, Abraham, je moet je zoon niet doden. Je hebt een totaal verkeerde god voor je. Die goden van die andere volken, daarvan denken mensen dat die kinderoffers van hen vragen. Zo’n god ben ik niet, Abraham.’ Ik ben geen god die kinderen een zelfmoordgordel om laat doen. Ik ben geen god die van kinderen vraagt om op een pop alvast maar een onthoofding te oefenen. Jammer dat Jan Wolkers is blijven steken in een verkeerde uitleg van het Abrahamverhaal. De ware God is een God van mededogen, een God die met mensen meevoelt, meeleeft, meelijdt. 

Over die God heeft Jezus het met Mozes en Elia. Dat kan in een verhaal, mensen met eeuwen tijdsverschil bij elkaar brengen. Dat wordt zo verteld om te laten zien dat Jezus helemaal gepokt en gemazeld is door die grote Traditie van het Oude Testament. Van deze grote geloofsgetuigen heeft Hij zijn boodschap. Zo komt die Jezus in het licht te staan. De anderen verblinken. Jezus begint sterke vermoedens te krijgen dat mensen hem uit de weg zullen ruimen. Jezus bereidt zich voor op zijn dood. Hij wordt bevestigd uit de hemel: Jij bent mijn  geliefd kind… Dat is het mooiste dat een mens kan ondervinden: dat er van hem of haar diep gehouden wordt. Dan kun je zelfs met de dood omgaan als een compagnon.  

We zijn aangekomen op de tweede halteplaats onderweg naar Pasen. De vasten, de veertigdagentijd, is een periode waarin we bij de belangrijke levenservaringen stil staan. De dood is er voor ieder, niemand uitgesloten. Maar er is een groot verschil hoe je er naar toeleeft. Ontkennend? Of met vertrouwen omdat er van je gehouden wordt? Ik maak het vaak mee dat in een laatste levensfase de partner tegen de stervende zegt: ga nu maar, het is goed zo. Het wordt gezegd uit liefde, in liefde. Het kan gezegd worden omdat zoveel andere ervaringen aan dit laatste afscheid zijn voorafgegaan. Ervaringen van even op een berg met elkaar zijn en elkaar wonderlijk in het licht te hebben ervaren. Momenten van diep geluk. Momenten waarin gebouwd wordt aan een diepe verbondenheid, aan liefde. En op zo’n momenten is God niet ver weg, maar heel dichtbij, zo geloof ik. 

Jezus en zijn vrienden komen na die verwonderlijke ervaring gewoon weer met hun voeten op de grond in de alledaagse werkelijkheid. Maar zo’n moment  blijft, niemand neemt het je af. Zal dat ook bij ons gebeuren na deze viering? Bemoediging en inzicht worden ons in dit uur geschonken. Wij ontvangen een blijde boodschap om op weg te gaan: er wordt van ons gehouden, ook in momenten van dood. En wij ontvangen tevens Brood tot eeuwig leven… 

Joost Jansen, pastor 

Joost Jansenoverweging op 22 februari 2015

Een mens is niet gemaakt om alleen door de wereld te gaan, hoewel er velen zijn die dit wel doen. Of moeten doen. Natuurlijk is het goed als je je af en toe eens terugtrekt zoals Jezus het gedurende veertig dagen heeft gedaan. Hij bereidt zich voor op zijn grote missie. Blijft echter dat ergens diep in iedere mens de overtuiging leeft dat mensen voor elkaar geschapen zijn. Om te leven onder de koepel van de regenboog, dat prachtige natuurverschijnsel waardoor wij voelen dat we overkoepeld worden en beschermd zijn. Het gaat toch om te leven in een verbond?

Maar dan beginnen de vragen… Want op het vlak van duurzame relaties is er heel wat gaande. Een op de drie huwelijken strandt in een scheiding. En ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat dit ook een van de redenen is voor jonge mensen om maar heel voorzichtig te zijn met officiële engagementen naar elkaar. Er zou eens iets mogen gebeuren en dan zit je aan zoveel regelingen vast…

Laten we meet af aan stellen: we leven niet in een perfecte maatschappij. Net zoals in de woestijn van Jezus zijn er vandaag wilde dieren én engelen. Ik lees het verhaal enigszins overdrachtelijk, merkt u wel. Wilde dieren en engelen, en alles wat daar tussen in is. De wilde dieren met hun wilde uitspreken, geruchten, insinuaties, kwaadsprekerij soms. Als je veel geld hebt, heb je veel macht. En met meer macht kun je ook weer meer geld binnenhalen. Soms op het ziekele af. Of mensen die enorme risico’s lopen en halsbrekende toeren uithalen om maar op te vallen. De wetten van de natuur worden op de proef gesteld en de mens ook. Jezus leefde veertig dagen met de wilde dieren. Hij werd beproefd door alles wat ook in onze maatschappij zo schadelijk is. Maar Hij leefde ook met de engelen, dat zijn de goede krachten. Je komt ze vandaag tegen, mensen die elkaar goed doen. Die aandacht hebben voor elkaar, elkaar vergeven, solidariteit beoefenen, bij zichzelf kunnen stilstaan, kunnen nadenken en eerlijk zijn. Een kaartje met deze waarden wordt u straks uitgereikt bij het verlaten van de kerk. Dat zijn waarden waardoor mensen licht in hun leven brengen. Omdat de engelen Jezus dienden in de woestijn, blijft Hij ook met God verbonden. Engelen zijn tenslotte verbindingswezens met God.

Dit alles wordt ons meegegeven op deze eerste halteplaats naar Pasen toe. Om ons te laten groeien in het Verbond. Tegen de verdrukking in. Want we kunnen mooi hier in deze kerk blijven spreken over het Nieuwe Verbond van God met mensen, een Nieuw Verbond dat Jezus ons heeft gebracht, het blijft loze taal als het ons niet doet groeien in de onderlinge verbondenheid. Die verbondenheid wordt niet op de eerste plaats gestimuleerd door grootse projecten en mooie verhalen, maar gewoon door dat broodnodige beetje aandacht voor elkaar. In die kleine uitingen van betrokkenheid, die kleine stapjes die je dan soms moet maken om hem of haar te benaderen waarmee het even niet lekker loopt.

Is het niet in het kleine samenleven met elkaar dat er gebouwd wordt aan een vreedzame wereld? Als we hier in HDL er niet samen aan werken, hoe moet het dan gaan op wereldvlak? Denk eens aan de regenboog: hij staat boven ons en we krijgen een gevoel van geborgenheid. Maar het mooie van dit natuurverschijnsel is ook dat het zo’n groot gebied bestrijkt, met al die andere mensen bij wie hetzelfde gevoel wordt opgeroepen. Als we het tot ons toelaten…

De vasten, die veertig dagen onderweg naar Pasen, is juist een periode om wat meer aandacht aan onze ziel te besteden: aandacht, vergeving, solidariteit, nadenken, tot jezelf komen en eerlijkheid. We kunnen echt niet de hele wereld omturnen. We kunnen wel op onze bescheiden plek hier in HDL bouwen aan meer verbondenheid. We kunnen misschien werken aan zoveel liefde dat je het ook uithoudt met elkaar als je niet veel meer voelt voor elkaar. Ook dat kan echte liefde zijn. Ik zie bijzondere staaltjes van deze houding op Laverhof. Het zegt mij veel over hoe het ook bij fysiek gezonde mensen kan gaan. In trouw liefde laten groeien en je er in oefenen, om verbonden te blijven. Jezus heeft daartoe zijn leven gegeven.

Joost Jansen

Berne-andersOp woensdagavond 25 februari is er weer een Meditatief Avonduur in de abdijkerk van de Abdij van Berne in Heeswijk. Thema deze keer : “Laat de tijd je meenemen….”

Deze avond worden tussen 20.00 en 20.45 uur de momenten van stilte afgewisseld door muziek, verzorgd door de harpiste Margaret Forrest.

Als u na het carnaval nu de rust en stilte wilt toelaten bent u van harte welkom. Na het Meditatief Avonduur is er gelegenheid om een kopje koffie of thee te drinken.

Toegang is gratis, al wordt een vrijwillige bijdrage op prijs gesteld.

Na het uitbundige van carnaval is dit de periode om stil te staan. Als je kansen ziet en veel wilt ondernemen, kun je doorschieten. Trap eens op de rem en kijk om je heen. Laat de tijd je meenemen.

Doe niet alles tegelijk, maar laat je leiden, in plaats van zelf de leiding te nemen. Niet zo ongeduldig zijn. Laat de dingen maar gebeuren. Die ruimte biedt het Meditatief Avonduur. Muzikaal wordt de avond begeleid door Margaret Forrest. Geboren in Australië studeerde zij harp in de Verenigde Staten en Nederland.

Ze is nu muziektherapeut en harpdocente in Tilburg. Veel van haar werk als harpiste is meditatief. Ze speelt tijdens yogalessen, in meditatiebijeenkomsten en in hospices.

Ezra LeegerOftewel de kunst van het loslaten. Nee, dit heb ik niet zelf bedacht. Het is de titel van een workshop die ik ergens halverwege de jaren negentig volgde en die me sindsdien is bijgebleven. Al was het alleen maar om het beeld van het ge(mantel)pakte gezelschap dat achter drie bontgekleurde ballen aanrende. Het betrof namelijk een workshop jongleren.

Jongleren is eigenlijk heel eenvoudig, kwestie van de drie ballen in de lucht houden. Maar die drie ballen blijven alleen in de lucht, als jij ze durft los te laten. Door de ballen los te laten, kan je ze vervolgens weer vangen, om zo weer verder te gaan.

Deze metafoor voor besturen, want dat was het, was juist gekozen. Want, als je wil besturen, dan moet je durven loslaten. Als je krampachtig vast blijft houden aan wat je in handen hebt, komt de boel niet in beweging. Maar, om te zorgen dat het zaakje niet uiteenvalt, moet je zorgen dat je het ook op tijd weer in handen neemt, anders ben je al je tijd kwijt bij het achterna rennen van de feiten.

Hetzelfde geldt voor het besturen van een gemeente. Wil je zorgen dat een samenleving functioneert, moet je durven loslaten, al ontkom je soms ook niet aan het stellen van kaders. Door los te laten, door ruimte te geven aan ondernemers, aan burgers met innovatieve ideeën, til je de Bernhezer samenleving naar een hoger plan. Maar, loslaten vergt lef, daar moet je ‘ballen’ voor hebben, ‘More balls than most’!

Ezra Leeger

Raadslid CDABernheze

Joost Jansenoverweging op 15 februari 2015

In de media hoor en zie ik dat Prins Joost (die van de Carnaval) met zijn adjudant Stefan overal mensen bezoekt. Mensen zonder onderscheid. Zo hoort carnaval te zijn. Alle mensen insluiten, niemand buitensluiten. Dat ik dit opmerk zegt natuurlijk ook iets over onze samenleving. Er worden wel mensen buitengesloten. Soms gebeurt het heel onschuldig: kinderen in de voorbereiding van de eerste communie bezoeken de bakker. Ze bakken wat broodjes met de bedoeling dat ze die delen. ‘Wel met die maar niet met die jongen’, zegt een kind. Passen we wat schaalvergroting toe dan zitten we midden in het conflict van de Oekraïne of in Syrië en Irak. Mensen worden buitengesloten vanwege hun kleur, of vanwege hun gedrag, of – zoals in het evangelie – omdat ze gemeden moeten worden als de pest.

Wat doet Jezus? Hij raakt die mens aan. En hij is genezen. Het lijkt eenvoudig maar dat is het natuurlijk niet. Anders zou onze wereld er wel anders uitzien. Bij de genezing van deze melaatse, deze leprapatiënt, kunnen we natuurlijk denken aan de heilige Franciscus die een melaatse omarmt, of aan pater Damiaan of de zalige Peerke Donders, maar dan hebben we deze mensen weer mooi in een bepaald kader geplaatst. Het is veel uitdagender om te kijken in onze samenleving waar mensen buitengesloten worden en waar er dus mensen aangeraakt moeten worden. Dat is niet altijd even simpel. Er is veel verborgen uitsluiting. Maar de gevolgen zijn soms desastreus. Neem een meisje van veertien dat een beetje fors gebouwd is. Men wist wel dat ze een beetje gepest werd op school, maar toen ze zich had opgehangen kwam pas aan het licht welke verschrikkelijke haatmails er op haar computer stonden. Hoe komt het toch dat zelfs jongeren elkaar de dood injagen?

Ik denk dat de reden is dat ze zelf niet tevreden zijn over hun eigen leven. Wie in harmonie is met zichzelf en in vrede is, heeft het niet nodig zich tegen een ander te keren. Hij of zij wil eerder meebouwen. Maar wie is ten volle in harmonie met zichzelf? Zijn we niet allemaal een beetje geneigd om wel sympathie te hebben voor die ene en minder voor die ander?

Het eerste dat Jezus doet is medelijden hebben met de melaatse. Er staat letterlijk: Hij wordt helemaal van binnen geroerd, kan zich dus inleven, niet alleen in de ziekte maar met name in het isolement waarin de melaatse verkeert. Jezus verplaatst zich als het ware in zijn situatie. Dat is wel een belangrijke stap. Wat je daarna ook doet – en vaak hangt dit af van de persoonlijke creativiteit van dat moment – het is allemaal goed. De een zal de ander aanraken, een ander zal dat zeker niet doen maar zorgt voor wat betere structuren. De een is bezig met te zorgen dat de WMO in een gemeente goed georganiseerd is, een ander zal de afwas gaan doen omdat iemand er een puinhoop van heeft gemaakt. U merkt: je kunt op heel verschillende manieren mensen nabij zijn.

Het speelt niet alleen in onze klein, intermenselijke kring. Uitsluiting vindt ook plaats in onze samenleving. Ik denk dat de moslims het vandaag niet gemakkelijk hebben in Nederland en andere landen. De verschrikkelijke dingen die zogenaamd uit naam van Allah worden geplaagd, slaan als en boemerang op alle vredelievende en goedwillende moslims neer. Mensen kunnen geen onderscheid maken tussen hen die hun geloof op integere manier belijden en zij die totaal verkeerd hun heilige boeken uitleggen en angst oproepen bij ons. Wat hier speelt tussen moslims en mensen uit de Westerse wereld, gebeurt ook op andere vlakken. Misschien wel in onze eigen straat. Misschien wel in onze eigen rooms-katholieke kerk…

Ons geloof is een godsdienst van insluiten en niet van uitsluiten. Ons christelijke geloof nodigt mensen uit, dwingt niet. In God is geen geweld, zei een christen honderd jaar na Jezus. Zo komen we dan weer uit bij het feest van Carnaval, het is een feest van insluiten, van mensen meenemen, van omarmen. En voor al die momenten wanneer we wel mensen buitensluiten, hen terzijde schuiven, willen we spijt betuigen. Dat doen we dan op Aswoensdag met het ontvangen van het askruisje. Omdat God ons wil insluiten!

Joost Jansen, norbertijn

Joost Jansenoverweging op 8 februari 2015

Zeker onder mensen die al wat ouder worden, spreekt men vaak over de gezondheid. Meestal niet zoals Job in de eerste lezing, maar toch. Dat prachtige verhaal van Job – leest u het maar eens na in de bijbel – is van alle tijden. Iemand heeft alles wat zijn hartje begeert: lieve vrouw, een hele reeks uit de kluiten gewassen kinderen, een paar goed lopende bedrijven. Plotseling breekt de crisis uit, de bedrijven gaan failliet, de kinderen komen om bij een vliegtuigcrash. Alleen zijn vrouw blijft over en - bij overmaat van ramp – valt hem ook nog af. De paar vrienden die hij over heeft, geven hem zelfs de schuld. En wat doet Job? Hij blijft vertrouwen. Hij geeft niemand de schuld, ook God niet. Want die God kun je heel snel de schuld geven, die zegt toch niets terug. ‘Het is toch onrechtvaardig’, hoor ik een – toch volwassen - kind zeggen als haar moeder sterft na enkele maanden ziekbed. Hoe zo onrechtvaardig? We zitten helemaal in het onderwerp waar veel mensen vandaag mee bezig zijn: ziekte en gezondheid. En dan te beseffen dat Nederland misschien wel de beste gezondheidszorg van de wereld heeft! Blijft: hoe ga je goed om met ziekte en kwetsbaarheid. Jezus hoeft maar de schoonmoeder van Petrus bij de hand te nemen en ze is weer genezen. Maar zo’n Jezus die genezend rondgaat kom ik zo snel niet tegen, vandaag.

Laten we ons realiseren dat we allemaal ’n keer sterven en dat de meesten onder ons ’n keer - of meerdere keren of chronisch - in hun leven door ziekte overvallen worden. Het gaat er dan niet om te zoeken naar wie de schuld hierin heeft, maar ‘hoe ga ik om met wat mij overkomt’. Wat is mijn geestelijk persoonsgebonden budget. Over het financiële pgb staat de krant vol en staatsecretaris Van Rijn heeft het moeilijk. Over het geestelijk persoonsgebonden budget hoor ik nergens spreken. Daar zijn wij echter nu wel mee bezig in deze viering! Wij zijn bezig in deze viering met onze geestelijke weerbaarheid. Wij worden bij de hand genomen zoals Jezus de schoonmoeder van Petrus bij de hand neemt en haar opricht. Ieder van ons valt wel eens. Ik hoop en bid dat ieder van ons ook de hand wordt gereikt om weer op te staan.

Waartoe? Dat is een tweede vraag. Want ik kom mensen tegen die uit de shit gehaald zijn en dan verder gaan met hun oude leven. Veel verandert er niet tot de volgende struikelpartij. En dan begint het hele proces opnieuw. Ik hoop en bid dat wanneer mensen de hand wordt gereikt, ze hun leven ook anders inrichten. De schoonmoeder van Petrus gaat onmiddellijk de anderen bedienen. Nu lijkt het hier of deze vrouw (en vaak zijn het vrouwen) tot haar recht komt als ze kan zorgen. Er staat evenwel in de oorspronkelijke tekst het woordje ‘diakonie’. Diakonie heeft in onze parochies een bijzondere betekenis. Onze Hulpdienst Lichtpunt is onze diakonale hand die wij mensen reiken. We helpen opdat mensen op hun eigen benen kunnen gaan staan. We helpen niet onbegrensd, maar met het oog op dat anderen zelfstandig worden en niet verslaafd raken aan de hulp die hen geboden wordt. En we willen ook instaan voor hun geestelijke pgb. Alleen al door het feit dat we mensen helpen vanuit de parochiegemeenschap, dus als gelovige mensen, verwijzen wij door naar Gods hulp die mensenhanden nodig heeft om zijn aanwezigheid helder te maken. Jezus neemt de schoonmoeder van Petrus bij de hand en richt haar op. Wij mogen dat bij mensen van vandaag doen.

Van waaruit putten wij onze kracht? Kracht om steeds maar door te gaan en niet te versagen? Jezus gaat eerst wat bidden, ’s nachts. Wat gebeurt er als je bidt? Wat gebeurt er in je hart als je stil wordt in Gods aanwezigheid, misschien wel zonder woorden? Dat is het geheim van een ieder. We weten van die Jezus alleen dat Hij het Onze Vader aan zijn vrienden heeft geleerd en dat Hij op het kruis gevraagd heeft: ‘God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten?’ Zelfs in de diepste ellende blijft Hij God aanspreken en blijft Hij met Hem verbonden. Zo’n voorbeeld behoort ook tot ons geestelijke persoonsgebonden budget. We moeten er wel aan blijven werken om weerbaar te blijven bij ziekte en gezondheid, bij voor- en tegenspoed. Bij alles wat er onder ons gebeurt, kunnen wij innerlijk gesterkte mensen zijn. Geestelijk sterk en met vertrouwen. Geestelijk sterk om ook weer anderen de hand te reiken.

Joost jansen, norbertijn

Joost Jansenoverweging op zondag 1 februari 2015

In Hilversum eist een man met een pistool tien minuten uitzending om zijn boodschap via het achtuurjournaal aan heel Nederland te vertellen. Hij is duidelijk in de war. De politie maakt hem onschadelijk. Zo lossen we het vandaag op. Er lopen meer mensen met waandenkbeelden rond. Er zijn de IS-strijders die anderen echt van het leven willen beroven. Er zijn mensen die voor zichzelf beschermd moeten worden. Er zijn ook mensen die denken dat ze louter voor zichzelf alleen bestaan. Wat kan er toch veel in onze bol (en ook in heel ons lichaam) aan de hand zijn!

In zo’n verhaal van Jezus lijkt het zo helder: een onreine geest, laten we het een verwarde geest noemen, huist in een mens. Jezus spreekt hem aan en die mens is genezen. Is het maar zo eenvoudig, denk ik dan. Natuurlijk is het niet eenvoudig. Naast deze ene mens waren er toen nog veel meer mensen die ook op de een of andere wijze verward waren en die Jezus niet met een enkel woord genezen heeft. Het is dus een voorbeeldverhaal en als voorbeeldverhaal kan het ook vandaag dienen. Wie kan dat vandaag? En hoe zou dit vandaag dan werken?

Zouden wij dit ook kunnen? Wat zou er voor nodig zijn? Ik heb er eens over nagedacht, maar ik heb ook goed geluisterd toen we deze week in het leerhuis – dat is een soort Bijbelclub – spraken over wie nu een mens is zoals God die verlangt. We kunnen leren van mensen van vroeger bij wie we zien dat ze rust brengen. Het zijn altijd mensen die midden in het leven staan, goed kijken en luisteren naar wat er onder mensen leeft, bewogen zijn met wat er zich afspeelt en dan op een gegeven moment zeggen: ‘Wat zou God hier nu van vinden?’ Wat zou God er van vinden als mensen steeds maar weer onrust stoken en anderen naar beneden halen? Wat zou God er van vinden als je grove taal gebruikt in de trant van: ‘Die kunnen ze beter opruimen.’ Wat zou God er van vinden als je wat sjoemelt met sociale voorzieningen? Eigenlijk weten we allemaal dan wel ‘wat God ín deze voorbeelden ervan vindt’. We weten dan ook dat we er aan kunnen werken opdat het niet weer gebeurt. We zorgen er dan tevens voor dat verhoudingen weer wat zuiverder worden. Of om met dit evangelie te spreken: dat er in plaats van een onreine geest er een reine geest heerst.

En als we het nu eens hebben hoe dit werkt in onze gemeenschap, hier in HDL, in Nederland, maar ook internationaal? Er is veel vuiligheid, ook vuile praat. Ik bedoel niet alleen schuttingtaal, maar ook dat mensen elkaar zwart maken, dat met woord en daad er een onzuiver klimaat wordt geschapen. Vaak door mensen die alleen hun eigen weg gaan. Wanneer we echter met elkaar optrekken, wanneer we een ander niet als een ding beschouwen maar ons indenken hoe hij of zij zelf zou reageren, dan gebeurt er gewoon wat anders. Dan gaan we er van uit dat Jan ook verlangt om gerespecteerd te worden, dat hij een potentiële vriend is. Dat Els verlangt naar een maatje om die enkele hobbels in haar persoonlijk leven te kunnen nemen. We hoeven de sores en de verantwoordelijkheid niet van een ander af te nemen maar we kunnen wel met een weerhoudende liefde zowel Jan als Els nabij zijn.

Er gebeurt zoveel moois onder ons als we tenminste luisteren en kijken met de ogen en oren van het hart. Een jonge weduwe vertelt me: mijn zoontje van vijf lijkt zo op mijn overleden man. Ik geniet dubbel van hem. Dubbel omdat hij er is en mijn man ook op een bepaalde manier. En ik denk: wat kun jij mooi van je af kijken. Die liefde is wel heel zuiver. Ik hoor van kerkmensen die zich niet verliezen in binnenkerkelijk geklaag maar die overtuigend met vreugde hun hoop en geloof uitdragen. Het zet zoveel meer zoden aan de dijk. Ik zie dat paus Franciscus een omgebouwde man tot vrouw en die ook nog getrouwd is met een vrouw, dus een lesbische relatie, ontvangt en met hem/haar bidt. Dan laat je toch even al je kerkelijke wetgeving achter je! Dat is baanbrekend.

Wij kunnen ook baanbrekend zijn. Daarvoor moet ik af toe zeggen tegen mezelf – of in liefde tegen een ander – ‘Zwijg stil, er uit slechte geest!’ Wat er dan gebeurt? Ik weet het niet. Ik weet wel dat dit goed is. Waar iets goeds gebeurt, daar ben je graag. Het werkt aanstekelijk!

Joost Jansen, Abdij van Berne

Joost Jansenoverweging op 25 januari 2015

Wanneer ik mijn neus druk op dit boeket bloemen dan zie ik maar een klein gedeelte. Om de pracht van deze bos te waarderen, moet ik wat afstand nemen. Dan pas zie ik hoe mooi het is. Ik denk dat wanneer je wat afstand neemt je beter ziet wat van waarde is. Dit moet soms ook bij de gewone gang van je leven. Dan gaat een echtpaar een weekend weg om samen de balans op te maken of doen mensen een retraite. Wat afstand kan verhelderend werken.

Voordat Jezus er op uitging om Gods Blijde Boodschap te verkondigen (dus vóór ons verhaal dat we zojuist hoorden) had Hij zich in de woestijn teruggetrokken. Een soort retraite. Toen Hij uit die veertig dagen en veertig nachten tevoorschijn kwam, zei Hij die belangrijke woorden: ‘De tijd is vervuld en het Rijk Gods is nabij; bekeert u en gelooft in de Blijde Boodschap.’ Waaraan zag Hij dat de tijd vervuld was? En is dan dat Rijk van God, die nieuwe wereld van God, nabij? Ik zou bijna zeggen: ik help het hopen. Ik ben wat sceptischer. Want ik denk bij ‘de tijd is vervuld’ en bij die komst van die nieuwe wereld van God aan iets fijns, iets moois, iets goeds. En dat zie ik niet zo vandaag met al die dreiging, al dat geweld, en het moorden in onze dagen. Ik hoor dat mensen bang zijn. Ik lees in de krant dat meer dan de helft van de mensen in Nederland vindt dat religie de oorzaak is van al dat geweld. Waaraan ze dan denken? Denken ze ook aan ons hier in deze kerk? Waarom zou Jezus die oproep aan mij gesteld hebben?

Aan mij? Aan ons? Het is toch tweeduizend jaar geleden dat Hij dat gezegd heeft? Dat is waar, maar deze verhalen uit de Bijbel, net zoals het verhaal van de profeet Jona in de eerste lezing, zijn doorverteld om in iedere tijd weer actueel te worden. Dus ook vandaag. Ook ik, ook wij, worden opgeroepen om te ontdekken waar die tijd dan zo vol van is en waar die nieuwe wereld van God voor de deur staat.

Ik denk op de allereerste plaats waar mensen zich durven om te keren. Waar mensen durven te geloven en te vertrouwen. Er gebeurt pas iets als je je tot een ander keert, als je je van jezelf afwendt en een ander op het oog hebt. Of die ander nu een mens van vlees en bloed is of God. Er gebeurt pas iets als je niet bij jezelf blijft steken, maar je toekeert. Bijvoorbeeld deze bos bloemen geeft. Dan gebeurt er iets. Wat? Dat is onvoorspelbaar, maar er gebeurt wel iets. En de tijd is daar klaar voor want er zijn veel mensen die uitzien naar een beetje aandacht en bemoediging. Van die verwachting is onze tijd wel vol. Er zijn nogal wat mensen die met hun ziel onder de arm lopen en geholpen willen worden. Maar ze durven er vaak ook weer niet voor uit te komen. Want dan loop je weer risico. En risico lopen willen we vermijden. U merkt hoe lastig het vaak is. Daarom is het ook zo goed dat we hier bijeen gebracht worden in deze kerk, in deze ruimte van God.

Het is ook niet voldoende om je naar elkaar te keren en je te richten op de mens naast je. Jezus zegt ook: geloof in de Blijde Boodschap. Dus een boodschap, een verhaal dat je blij maakt, dat vreugde brengt. Blijdschap werkt aanstekelijk. Een blij mens straalt. Wanneer je vreugde brengt dan verzamelen mensen zich. Paus Franciscus heeft een boekje geschreven enkele maanden geleden. Het heet: De vreugde van het Evangelie. Vreugde is zoveel aantrekkelijker dan alsmaar serieus zijn. Als we door ons geloof steeds met een somber gezicht rondlopen omdat de last van de hele wereld op onze schouders drukt, dan is dat geen Blijde Boodschap. Wij zijn bestemd om vreugde uit te stralen, om elkaar die vreugde te brengen. Wat is daarvoor nodig?

Nodig is vertrouwen. Vertrouwen en risico nemen. Het risico van het geloof. Soms moet je gewoon je nek uitsteken en iemand mee vragen. Als die ander voelt dat je hem of haar niet voor jezelf persoonlijk vraagt maar omdat je die nieuwe wereld van God op het oog hebt, dan lukt het vaak wel. Met wat geloof en door wat risico te nemen kunnen we samen bouwen aan wat meer vertrouwen onder mensen. Ongetwijfeld zal dan wat meer onderling begrip en vrede groeien. Dan zal die nieuwe wereld van God zich af en toe laten zien…

CommovareSerie workshops in abdij Heeswijk

Op zaterdag 21 februari start er in de Abdij van Berne in Heeswijk een nieuwe serie workshops voor mensen die zin in beweging hebben en behoefte hebben aan meer balans in hun leven en lijf. Hierbij is het lijf is de ingang om te ervaren hoe het met je is en wat je nodig hebt. Door ontspannende en inspannende oefeningen met (energetisch) lichaamswerk kun je weer meer de energie in je lijf en in je leven gaan voelen. Het zijn workshops vol beweging: minder praten en meer waarnemen en voelen. Doordat er gewerkt wordt met een vaste groep is er ruimte om aandacht te besteden aan persoonlijke ontwikkeling.

Data: 21-2, 21-3, 25-4 van 10.00 tot 12.00 uur (3x).

Ook zijn er nog twee plaatsen vrij voor de verdiepingsgroep (ervaring gewenst) die start op zaterdagmiddag 24-1, 21-2, 21-3 en 25-4 van 13.30 tot 16.30 uur (4x). Informatie en opgave: Commovare, Annemieke Brinkman, www.commovare.nl, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken., T 06-10298944.

kerktoren-haanoverweging op 18 januari 2015

Wat zou er gebeurd zijn in dat huis waar Jezus naar toe ging? Er staat dat het ongeveer het tiende uur was, dus 4 uur ’s middags. Om zes uur ’s avonds is het al donker in Israël. Dus zal Hij er wel met die nieuwe vrienden hebben overnacht. Ik zou daar wel als een muisje in de kamer mee willen luisteren. Want die drie – de broers Andrea en Simon-Petrus en een waarvan we de naam niet kennen – zullen ongetwijfeld stevig hebben doorgepraat. We weten uit boeken van die tijd dat de discussies vaak gaan over hoe je de verhalen van de Bijbel moet verstaan. Daar mag men over praten. Er is geen macht die jou zegt dat het precies zus of zo uitgelegd moet worden. Gelukkig maar. Iedere tijd brengt zijn eigen accenten aan. Vandaag ook. Er zijn onder de christenen zoveel verschillen in het verstaan van het Woord van God. Het belangrijkste is dat we goed naar elkaar luisteren.

Dat luisteren naar elkaar, net als het luisteren naar God, is niet eenvoudig. Dat horen we in de eerste lezing. Samuël hoort wel iets, maar wat is dat? De tijd was er niet naar. Mensen waren vergeten om naar God te luisteren. De onderlinge praat ging alleen maar over de nieuwtjes van het dorp of over aanslagen, en de oorlog die dichterbij komt. Dat God ook nog iets met hun leven van doen heeft, dat was men vergeten. (Soms denk ik: het lijkt alsof de tijden niet veranderd zijn.) Gelukkig was er nog een oude priester die op een gegeven moment in de gaten krijgt dat hier meer aan de hand is. ‘Samuël, als je nog eens zo iets hoort, zeg dan: “Spreek, Heer, uw dienaar luistert.”’ Toen Samuel dat deed, ging er een hele nieuwe wereld voor hem open. Later heeft hij nog koning David gezalfd en kwamen veel mensen naar hem toe om raad en steun.

Kan die hele nieuwe wereld ook voor ons opengaan? Als we goed luisteren wel. Als we de verhalen van ons geloof laten klinken, zeker. Als we samen over die verhalen praten en ze vieren zoals nu, ook dan. Geregeld, enkele keren per maand, heb ik een groepen mensen met wie ik samen de Bijbel lees. Niet alleen oude mensen, ook ouders met jonge kinderen. Ik leer veel van hen. Ik leer dat deze verhalen alles te maken hebben met je gewone alledaagse leven. Want allemaal hebben we het wel eens meegemaakt dat je met iemand mee naar huis gaat en plotseling begrijp je een situatie. Allemaal kennen we de ervaring dat een dokter echt naar je luistert en je voelt: zij weet wat ík voel, ze kan er wat aan doen. We weten wanneer we extra moeten luisteren wanneer dat ene kind je iets vraagt, word ik niet ergens ingetrokken? Het gaat onze God steeds om communicatie, dialoog tussen Hem en ons, tussen ons en Hem, en onderling als leden van zijn lichaam.

Deze week wordt van ons extra aandacht gevraagd voor de eenheid tussen christenen. Ieder jaar gebeurt dit van 18 tot 25 januari. Op 25 januari viert de Kerk namelijk de bekring van de heilige Paulus. Bekering is altijd nodig, in de zin dat mensen de strijdbijl begraven, naar elkaar gaan luisteren en met elkaar gaan praten. Meer dan noodzakelijk, lijkt me na de laatste weken met al dat vreselijke geweld. Sommigen doen hiervoor een beroep op hun godsdienst, op hun god. Als een verkeerd verstaan van godsdienst in het spel komt, wordt het lastig. Mensen hebben dan de neiging om radicaler te worden. En waar mensen radicaler worden, liggen de wapens al klaar.

Zouden die Jezus en zijn eerste drie leerlingen iets hiervan besproken hebben op die avond? Natuurlijk niet, maar ze zetten hun leven wel anders op de rails. Ze laten zich grijpen door een nieuwe visie op mens en wereld die Jezus uitdraagt. Niet het grijpen van macht, maar kiezen voor menselijkheid, dienstbaarheid en ook met een beetje humor. Onze wereld – ook hier in HDL – kan zoveel menselijker worden. Zoveel milder. Met minder scheiding tussen mensen. Het zit in ‘m in wat meer luisteren. Elkaar opzoeken en eens praten over wat ons verbindt, onderling. De rust keert echt niet terug in onze landen door meer blauw op straat en nog meer invallen in broeinesten van haat. Er komt pas meer vrede als we elkaar willen ontmoeten.

Onze samenleving geneest van terreur, waar we samen breken en delen wat ons lief is.

Joost Jansen, norbertijn