Dit is het HaDeejer.nl archief  van: 2006  tot  september 2015

Religie

overweging op 2 september 2012

We worden overstelpt met cijferskerktoren-haan en getallen in de aanloop naar de verkiezingen. Iedere partij heeft wel reden om te zeggen dat zij het beste resultaat afleveren. Wie stelt het meeste de koopkracht veilig? Waar is de zorg het voordeligst? Wie kijkt naar de ouderwordende mens? Cijfers liegen niet, zegt men. Maar… zijn cijfers zaligmakend? Welk resultaat heeft men voor ogen? Hoe bouw je aan een samenleving die ook op langere termijn duurzaam is? Dat zijn de vragen die ik mij stel.

En ik word geholpen door het verhaal van Jezus. Dat is trouwens vaak het geval. Je hoort soms mensen zeggen: die bijbel is maar een moeilijk boek, daar begrijp ik niets van. Ik zelf begrijp de bijbel pas als ik ook mijn eigen bestaan probeer te begrijpen en de tijd waarin ik leef. Als ik niet oppervlakkig over de dingen heen leef en tegelijkertijd opensta voor de ervaringen van mensen die vóór mij geleefd hebben. Veel ervaringen hebben wij gemeen. In de bijbel lees ik dan hoe zij hun ervaringen koppelen aan de wereld van God, aan de kracht van Boven.

Dit verhaal van Jezus gaat over buitenkant en binnenkant. Cijfertjes en getallen behoren nog tot de buitenkant, de binnenkant gaat over met welke instelling je in het leven staat. Natuurlijk kun je de twee niet helemaal scheiden. Een jonge vrouw zei me dat ze haar uiterlijk goed verzorgt vanwege haar binnenkant…. Toch minmaal een half uur…. Maar wij allen begrijpen echt wel dat Jezus met recht de vinger legt op een zere plek in zijn tijd, en ook in onze tijd. Veel buitenkant, weinig binnenkant. Is daar wat aan te doen?

Natuurlijk moet de buitenkant goed verzorgd worden, zowel bij het uiterlijk van een mens (vrouw én man!), maar het gaat ook om de cijfers en getallen van onze economie, van het samenleven binnen de Eurozone. Tegelijkertijd is het van wezenlijk belang dat we van binnen laten groeien welke samenleving wij willen. Willen wij een wereld waarin het recht van sterkste heerst, of hebben we ook oog voor de zwakkere mens? Gaan we voor de ontplooiing van de meest succesvolle? Of gaat het om een samen optrekken van jong en oud, van getalenteerden en zij die maar moeilijk kunnen meekomen?

In het evangelie noemt Jezus een waslijst op van boze gedachten op: diefstal, moord, echtbreuk, ontucht…. Ik zal ze maar niet allemaal herhalen. We hoeven de kranten maar open te slaan en we hebben voorbeelden genoeg. Slechtheid is nieuws. Met alle boosheid in de wereld haal je hogere kijkcijfers. Maar uit het binnenste van een mens kunnen ook goede gedachten voortkomen. We kunnen ze in ieder geval een kans geven en ze ontwikkelen. Uit het binnenste van een mens kunnen ook voortkomen: goedheid, mildheid, mededogen, verbinden, verzorgen, aandacht hebben, vergeven, liefhebben. Dat zijn gedachten die aantrekkelijk zijn en waarvan we verlangen dat ze geregeld bij ons opkomen. Wanneer we deze gedachten werkzaam maken dan krijgen we een andere samenleving. We bouwen dan aan een maatschappij die, ook op den lange duur, leefbaar blijft. Omdat gemeenschapszin en liefde de drijfveren ervan zijn.

Om zo’n wereld was het Jezus te doen. En nog steeds is het Hem daar om te doen. Nog steeds bezielt Hij velen, bezielt Hij ons, om de goede krachten die in ons binnenste leven ook naar buiten te laten komen. Ze met elkaar te delen.

We leven in een klimaat waarin er velen zijn voor wie ‘the sky the limit’ is, alleen de allerhoogste top is het doel. Die begeerte leeft ook in ons. Maar dan mogen we ons wel eens afvragen wat voor ons ‘the sky’ is, wat voor ons de hemel is? Om welke waarden gaat het? Horen de werken van barmhartigheid hier ook bij? Kunnen we samen een partij vormen waarbij de innerlijke waarden de richting bepalen, een partij die zich ook hard maakt voor de meest kwetsbaren?

Innerlijk en uiterlijk, de motivatie en het handelen: we mogen de hemel laten meespreken. Díe hemel mag dan ‘the limit’ zijn.

Joost Jansen o.praem.

kerktoren-haan thumbHet viel mij op vorige week hoe leeg de schappen bij de C1000 hier in het dorp begonnen te raken. De winkel van C1000 wordt een Coöp en de winkel moest leeg. We zijn zo gewend geraakt aan volle schappen, aan overdaad. Soms weten we niet te kiezen. En toch moeten we keuzes maken. Heftiger wordt een keuze als iemand zich de vraag stelt of zij met haar vriend of haar man verder wil. Ook die vragen worden gesteld, niet alleen in de kennismakingstijd bij een jongen en een meisje maar ook na zoveel jaar huwelijk. Keuzes moeten we steeds maken, gewone keuzes, levenskeuzes.

Lees meer: Kiezen

kerktoren-haan‘Ik zou je wel op willen eten’, zegt een oma tegen een kleinkind. We hebben het hier niet over kannibalisme. Die oma zegt alleen dat ze dit kindje wil knuffelen, er gewoon gek van is. En wie is dit af en toe niet? We zoeken dan naar uitdrukkingen die vaak veel te groot of te extreem zijn. Maar iedereen weet wel wat we er mee willen zeggen.

Lees meer: Soms kost het kruim...

kerktoren-haanOverweging op 12 augustus 2012. Er is heel wat gemor, ook in onze tijd. Sommige politieke partijen in de aanloop van de Tweede Kamerverkiezingen spinnen er garen mee. Als er gekort moet worden dan maar bij hen die het wel kunnen missen… Ook in onze rooms-katholieke kerk wordt er gemord.

Lees meer: Brood dat echt voedt

kerktoren-haanEven afstand nemen… dat gebeurt als je op vakantie gaat. Het gebeurt ook wanneer je iets aan het maken bent en dan even een paar stappen terug zet om het geheel goed in ogenschouw te nemen. Past dat kleine onderdeel waar ik mee bezig ben nog wel in het grotere geheel? ‘Daar, op dat kleine stukje moet ik nog iets bijschaven’, zegt de meubelmaker, ‘dan past het er mooi bij.’

Even afstand nemen moet iedere mens. ‘Moet’, niet: ‘het is mogelijk’, of: ‘het is wel aan te bevelen.’ Even afstand nemen ‘moet’ omdat, wie we ook zijn, we nooit het grote geheel – altijd en overal - in de gaten kunnen houden. We moeten ons herbronnen. Jezus moest het ook. ‘Kom eens mee naar een rustige plek’, zegt Hij. Ze gaan met z’n allen de boot in. Het blijft voor hen slechts bij de tijd van de overtocht want aan de overkant van het meer komen zij weer al die mensen tegen die nood hebben aan compassie, aan meevoelen en meeleven. Al die mensen waarvan er vele verloren lopen.

Wat is het doel van even afstand nemen? Dat je het grotere geheel weer goed ziet. En als Jezus nu eens vandaag hier rond zou lopen en ‘ons grotere geheel’ zou zien, wat zou Hij dan zien? Ook mensen die als schapen zonder herder rondlopen? Ik vrees van wel. Want de sociale cohesie is aan het afbrokkelen, ook in onze dorpen. En daarbij: er is een gebrek aan leiderschap. Er is gebrek aan mannen en vrouwen die bewogen om mensen het voortouw willen en durven nemen Er is gebrek aan mensen die midden onder het volk willen blijven luisteren en willen blijven delen in de nood die er is. En dat is ook een nood aan visie die verbindt, nood aan de wil om mensen bijeen te houden.

We zien dit gebrek aan leiderschap op alle vlakken van onze samenleving. In de politiek zien we het, zeker wanneer er crisis in Europa heerst. Maar het gebrek aan goed leiderschap is er ook in onze kerk. Ik maak het van dichtbij mee. De gezagsdragers in onze kerk zijn vaak het contact met wat er leeft onder de gelovigen kwijt. Ik zeg het met spijt. Zij die herder moeten zijn, bijten zich vast in het controleren van de regelgeving. Zowel in de samenleving als in de kerk zijn de BOA’s, de bijzondere opsporingsambtenaren, vandaag vaak actief.

Kan het anders? Ja, het kan anders en het moet anders. Wat is er voor nodig? Jezus heeft compassie, Hij is bewogen. Op de eerste plaats met zijn vrienden, Hij zegt ze: leg de lat niet te hoog. Zorg ook voor je zelf. Want als je je zelf niet goed verzorgt, kun je anderen ook niet nabij zijn. Maar de werkelijkheid brengt roet in het eten. De realiteit gebiedt dat er zoveel mensen zijn die gebrek aan richting hebben. Ze verwachten aandacht, ze willen dat er iemand voor hen is. En dat is de opdracht van iedere christen. Jezus en zijn vrienden worden als vanzelf naar buiten getrokken bij het zien van zovelen, als schapen zonder herder.

Wat doet een goede herder, een goede leider? Hij legt de verantwoordelijkheid bij zijn mensen. Hij luistert naar de initiatieven die mensen aandragen, want hij of zij is er van overtuigd dat de bewogenheid bij ieder aanwezig is. Tot het tegendeel bewezen wordt, voeg ik er maar aan toe. Een goede herder, een goede leider, loopt dus vaker áchter de kudde dan er vóór. Hij corrigeert want met zijn hoop en geloof weet hij dat het gaat om een wereld waarin mensen elkaar tot geluk zijn. Jezus zegt: het gaat om dat Rijk van mijn Vader, het Rijk van God. Een goede herder bidt ook voor zijn mensen want bidden maakt het kanaal van goddelijke liefde vrij.

Zijn goede herders, goede leiders, nu bijzondere mensen? Kunnen wij ons er aan onttrekken door te zeggen: ik ben maar een eenvoudige vrouw en man, je moet eerder bij die en die zijn? Ik geloof – en ik hoop ook – dat wij allemaal een goede herder, een goede leider, voor elkaar kunnen zijn. Het is niet aan leeftijd of opleiding gebonden. Het is eerder gebonden aan ieders capaciteit om bewogen met een ander te kunnen zijn. Het gaat dus om liefde. En liefhebben is de gave van iedere mens. Alleen moet je die gave wel ontwikkelen…

Dat doen we ook hier, al biddend en elkaar bemoedigend.

Joost Jansen, Abdij van Berne

kerktoren-haanOverweging op 15 juli 2012.

Hoe gaan we op weg? Nu bedoel ik niet alle bagage die we in onze auto of caravan, in onze koffer of in onze fietstassen proppen wanneer we op vakantie gaan. Ook al let je nog zo op bij het inpakken, je neemt altijd te veel mee. Hoe gaan we op weg? Met welke intentie?, die vraag zouden we ons ook kunnen stellen. Dan hoeft het helemaal niet te gaan over reizen en vakantie houden. Dan kan het gaan over met welke instelling je op weg gaat. Gaat het alleen om de dolle pret en om de kratten bier waarmee je enorme muren kunt bouwen op de camping? Of gaat het om tot rust te komen en nieuwe energie op te doen? Gaat het om andere mensen te ontmoeten en je horizon te verbreden?

Met welke instelling zendt Jezus zijn vrienden op weg? Met welke instelling is Amos uit de eerste lezing gezonden naar de mensen van zijn tijd? Met welke instelling gaan wij op weg? Want zijn wij hier niet bijeen om ook wat na te denken over hoe wij in het leven staan? Die leerlingen hebben niet veel bagage bij zich. Er wordt zelfs gezegd dat ze maar het hoogst noodzakelijke mogen meenemen, hooguit een paar sandalen en de kleren die ze aanhebben. Dat maakt je wel afhankelijk van je omgeving! Je hebt niets achter de hand om je te kunnen verschuilen. Het maakt de tocht vol risico’s. Gelukkig dat ze met zijn tweeën gezonden zijn. De weinige zekerheid die ze hebben, is dat ze samen zijn. Maar is dat een zekerheid, ook vandaag? Zoveel vriendschappen en liefdes sneuvelen onderweg...

Met welke intentie gaan wij op pad? Zijn we gericht louter op ons zelf? Of is het onze intentie een ander te ontmoeten? Wat is daarvoor nodig? Op de allereerste plaats: luisteren. Pas nog hoorde ik iemand vertellen hoe goede ontmoeting zij had gehad: ‘Ik heb alles kunnen vertellen.’ Of haar gesprekspartner zich ook heeft kunnen uiten, vertelt het verhaal niet. Maar er is meer. Luisteren is belangrijk, maar je luistert ook als de mens die je bent, met al je bewogenheid, met je eigen passie. Kennen we onze eigen bewogenheid, onze eigen passie? En durven we er aan toe te geven? Als ik het nieuws volg dan kan ik me soms kwaad maken. Dat ‘kwaad maken’ zegt iets van mij, van mijn bewogenheid. Ik kan me kwaad maken als steeds opnieuw blijkt dat ondanks de crisis sommige verantwoordelijken, bijvoorbeeld bij de banken, nog steeds niets hebben begrepen en geleerd. Maar ik kan ook ontroerd worden als ik zie hoe de ene mens de ander helpt ondanks het feit dat er vroeger bedrog in het spel is geweest. Er is dus toch vergeving mogelijk, denk ik dan. Hele diepe vergeving, want anders slooft hij zich niet zo uit.

Jezus zendt zijn vrienden uit om te doen wat Hij allemaal zelf zou willen doen. God zelf heeft Amos gezonden om profeet te zijn. Om aan de mensen te vertellen wat Hij ze te zeggen heeft. Een profeet is namelijk een spreker en een doener namens God. Ook aan ons wordt dit spreken en doen toevertrouwd. Het klinkt wat groots en dat is het in wezen ook. Maar het komt hier wel op neer.

Wat wil God met ons? Dat we gelukkig zijn en dat we ons in ons netwerk, in de vele relaties waarin wij staan, veilig voelen. Het klinkt zo eenvoudig en is zo aantrekkelijk. Maar ook zo moeilijk. Want er zijn overal stoorzenders. Er zijn stoorzenders in onze economie want er is een financiële crisis. Er zijn stoorzenders in onze politiek want de verlangens liggen ver uiteen en velen keren zich naar eigen voordeel. Er zijn stoorzenders in onze kerk want het wordt er allemaal niet ontspannener op. We kunnen ons wel een andere wereld wensen, maar die is er niet Die andere wereld, met wat meer harmonie en vrede ligt wel binnen handbereik. Maar alleen als wij er aan werken. Amos werd door God gezonden om te doen zoals Hij het gedaan zou hebben. Jezus zond zijn vrienden omdat Hij het niet in zijn eentje aan kon. Vandaag heeft Hij ons nodig. Niet om geweldige wereldhervormende dingen te doen. We hoeven alleen maar te handelen vanuit onze bewogenheid om mensen, vanuit onze passie voor harmonie en vrede. Alleen maar… Dat is al uitdagend genoeg. Het gaat er tenslotte om hoe we op weg gaan. Het gaat tenslotte om de intentie…

Joost Jansen o.praem.

kerktoren-haanJezus is maar de zoon van de timmerman. Waarschijnlijk zelf ook timmerman, zo was dat in die dagen. Nu vind ik timmeren een prachtig ambacht, net zoals metselen, of een ander handwerk. Maar we denken bij timmerlieden of metselaars of caissières of… vul zelf maar in, niet onmiddellijk aan mensen die de richting van een samenleving grondig bepalen en veranderen. Daarvoor moet je gestudeerd hebben, toch minstens HBO, liever de universiteit hebben doorlopen, nog beter gepromoveerd. Zo is dat in onze huidige maatschappij.

Lees meer: Hij is maar een timmerman…

kerktoren-haan thumbTegen kleine kinderen wordt vaak gezegd: met de ogen kijken! Want ze willen graag met hun handen overal aanzitten. De risico’s zijn groot…. Hoe anders is het wanneer je in de Sint Pieter in Rome bent en mensen raken even met hun hand de voet van Petrus aan die daar monumentaal staat. Of wanneer je in Santiago de Compostela aankomt na een lange pelgrimstocht en je legt je hand op de centrale pilaar van de ingangsdeur als teken van veilige aankomst. Hoeveel pelgrims hebben dat niet eerder gedaan.

Er is pakken en aanraken. Er is grijpen en met liefde de hand uitsteken om een ander wellicht te strelen. Er kan veel uitgezegd worden met je handen. In dit evangelie – we hoorden het - gebeurt veel met de handen. Er gebeurt geloof. Het gaat om dood en leven, zowel bij de vrouw die al zoveel jaar ziek is, als bij het dochtertje van Jaïrus. Maar het gaat wel om geloven…

Jezus is namelijk geen tovenaar of magiër. Dat zou voor ons wel gemakkelijk zijn. Je leert een aantal trucjes, je kent wat zegenspreuken, je doet wat magisch en ‘klaar is kees’. Magie ligt altijd op de loer, bij iedere godsdienst. Je wilt namelijk graag de hand kunnen leggen op de werkelijkheid, je wilt de realiteit naar je hand zetten. Maar we vermoeden het al: dat is niet de goede weg. Zo werkt het niet. Wat is er dan meer nodig?

Ik denk niet dat het gaat om iets ‘meer’. Het gaat om iets totaal ‘anders’. Het gaat om een nieuwe houding, een houding van geloof, een houding van hoop, een houding van liefde. Jezus gaat op een bevrijdende wijze in beide situaties met de brute realiteit om. Het is niet alleen dat deze vrouw ziek is, ze is ook nog – volgens de opvatting van die tijd – onrein en elk contact met haar maakt de ander ook onrein. Deze vrouw, ze heeft geen naam dus het kan iedere vrouw, iedere mens zijn, heeft zoveel geloof dat zij weet dat dit bij Jezus niet zo werkt. Hij is vrij en Hij maakt vrij, ook haar. En zij voelt dat haar lichaam van binnenuit genezen is. Bij het dochtertje van Jaïrus evenzo. We zien dat de dood niet het laatste woord heeft, althans niet voor deze man van God, deze Jezus. Hij pakt de dode bij de hand en zij leeft. Het meisje van twaalf dartelt weer rond. Liefdevol aangeraakt.

Je hoeft echt niet aan bloedvloeiing te lijden of op stervensna dood te zijn om te voelen dat ons hier iets heel fundamenteels wordt verteld. Het kan dus dat mensen heel diep van binnen worden aangeraakt, aangeraakt door God. Natuurlijk kennen vele van ons de ervaring dat je van binnen geraakt wordt. Ontroering. Emotie. Er is echter ook een aangeraakt worden door God. Er gebeurt dan iets anders. Een voorbeeld: een vrouw heeft nog steeds moeite met de opstelling van haar vader naar haar toe. Die vader is al twintig jaar dood, en toch. Ze heeft ook moeite met het bidden van het Onze Vader: vergeef ons onze schuld zoals wij ook anderen hun schuld vergeven. Neen, niet haar vader. Maar meer nog meer dan vergeving, is er verzoening. Je verzoenen met wat er eens gebeurd is. Ook met die vader die al lang dood is. Kan dat? Ja dat kan, als je voelt dat je aangeraakt wordt door een grotere Liefde die je helemaal omarmt. Je ontdekt dan dat er meer is dan jouw verstoorde relatie met je vader (of met wie dan ook). Er is veel meer liefde dan wij kunnen vermoeden. Er is een God van Liefde die ons wil aanraken, van binnen.

Onze samenleving heeft hier moeite mee. Onze samenleving is bepaald door wat je met je handen kunt bepalen, wat je zelf in handen kunt nemen. De mens die de weg van geloven gaat staat open voor die aanraking van binnen. Het kan ons bestaan fundamenteel veranderen. Want je kijkt dan met milde ogen naar alles wat op je weg komt, het goede en wat je eens heeft beschadigd. Je sluiten voor die aanraking leidt tot de dood. Je openen voor liefde die van Elders komt: het geeft leven. De twee mensen in het evangelie zijn beiden tot leven gebracht. Veel omstanders hebben toen wat meesmuilend staan lachen. Een kleine groep liet zich raken én sloeg dezelfde richting in. Want is het niet van het grootste belang dat mensen geraakt worden om echt te blijven leven? Zijn wij die kleine groep omstanders?

Joost Jansen o.praem.

kerktoren-haanJohannes de Doper heeft naam gemaakt als voorloper van Jezus. ‘De wegbereider’ wordt hij genoemd. ‘Zie ik zend mijn gezant voor u uit om u de weg te bereiden’, staat er ergens in de Bijbel. De gelovige traditie heeft deze woorden op Johannes de Doper laten slaan. Maar was dat nodig? Kon Jezus dan niet op eigen kracht beginnen? Het lijkt wel een teken van zwakte dat je eerst een zetje in de rug moet krijgen om zelf aan de slag te gaan. Wij mensen hebben dat vaak nodig, maar die Jezus, die is toch Gods Zoon? Die zou dat toch niet nodig moeten hebben?

Lees meer: Het Werk voorbereiden

Abdij van_BerneAbdij van Berne: open kloosterdag – zondag 24 juni 2012
De Abdij van Berne doet haar deuren open!
Van 14 – 17 uur!
Om 14 uur gaan de deuren open van de Abdij van Berne te Heeswijk.

Broeder Hans ontvangt u vriendelijk en wijst u de weg.
In een rondgang wordt u geleid door de gangen, de refter, de binnentuin, de kapittelzaal, de geheel gerenoveerde abdijkerk.

Er is voldoende gelegenheid om met de norbertijnen in gesprek te gaan.
In de Abdijkerk wordt twee keer een kort orgelconcert gegeven.

De norbertijn Klaas Fongers houdt een inleiding over de plek die norbertijnen innemen in de Kerk en in de samenleving.

De Uitgeverij en de Boekhandel zijn open: Berne Media
Men kan iets gebruiken, voor oud en jong.

En niet te vergeten: de half-wilde abdijtuin is te bezoeken en IVN-ers wijzen hier op de rijkdom van plant en dier.
Om 16.30 uur sluiten we deze Open Kloosterdag af met een vieren van de Vespers in de Abdijkerk.

Voor iedereen toegankelijk.

Allen hartelijk welkom.

Heilige CuneraBij de viering van de heilige Cunera – Meijerijsche Museumboerderij 2012

Lezing uit de Bijbel Johannes 10, 11- 15

Ik ben de goede herder. Een goede herder geeft zijn leven voor de schapen. 12 Een huurling, iemand die geen herder is, en die niet de eigenaar van de schapen is, laat de schapen in de steek en slaat op de vlucht zodra hij een wolf ziet aankomen. De wolf valt de kudde aan en jaagt de schapen uiteen; 13 de man is een huurling en de schapen kunnen hem niets schelen. 14 Ik ben de goede herder. Ik ken mijn schapen en mijn schapen kennen mij, 15 zoals de Vader mij kent en ik de Vader ken. Ik geef mijn leven voor de schapen.

Het gaat in dit stukje evangelie over schapen, over dieren. Het gaat om zorg voor de dieren, zorg voor het kwetsbare in ons midden, van dier tot mens, van mens tot dier. Alles en ieder heeft met elkaar te maken in Gods mooie schepping. In het verhaal van Jezus, het verhaal van de Geide herder, gaat het verder om je leven te geven. Totale inzet, betrokkenheid, zorgzaamheid. Vandaag is dit meer dan actueel. Megastallen? Plofkippen? Wat is goed voor het dier én wat is goed voor de mens op den lange duur. Omgang met het milieu. Bernheze als de plek waar de grootste fijnstofconcentratie is.

Zoals we hier bijeen zijn rond deze museumboerderij zijn we ons er wel van bewust. Oplossingen moeten ons geboden worden door de specialisten van de landbouwuniversiteiten. Het intellect van geleerde mensen werkt op volle toeren. Je hoeft hiervoor niet bij Cunera terecht. Deze maagd en martelares uit de vijfde eeuw geeft de oplossingen niet voor onze hedendaagse milieuproblemen. Die geeft ook het Bijbelse verhaal niet. We moeten de onderscheidingen wel goed leggen. Maar als het gaat om je houding? Hoe stel je je op? Met welk hart, met welke instelling ga je de problemen te lijf? Er zijn volksstammen mensen die er van uitgaan dat alles door intelligente mensen kan worden opgelost. En als ze dan nog in God geloven, dan is het slechts God als een eerste oorzaak die alles in gang heeft gezet en daarna zich niet meer met zijn schepping bemoeit.

Maar los je hiermee alles op? Waar zijn de gevoelens gebleven? En als je meeleeft met je dieren, als je verantwoordelijk voor hun welzijn wilt zijn? Je bewogenheid: hoe ga je daar mee om? Wanneer je zelf in een kwetsbare positie komt, dan wordt alles relatief. Word je geconfronteerd met ziekte van je vee, of van dat ene paard dat je dochter of kleidochter berijdt, dan zul je van de ene kant de veearts moeten raadplegen, maar tevens zul je ook met je zorg goed moeten omgaan. En dan heb je mensen nodig die je de goede richting wijzen.

Cunera is zo’n voorbeeldfiguur, maar ook mensen die zich door haar laten inspireren. Cunera is een vrouw geweest die zich totaal aan God gegeven heeft. Deze mensen worden vaak gezien als ‘eng’, want ze zijn soms een aanklacht tegen de middelmatigheid van anderen. Je zou ze graag een beetje op afstand houden want het hoeft toch allemaal niet zo heftig in ons bestaan.

Toch verlangen we naar heiligen. Want we zijn jaloers op mensen die zich geheel en al geven aan een goede zaak. Stiekem verlangen we dat we ook iets van hen hebben. Wij zouden ook wel die totale zorg willen geven aan al wie ons gegeven zijn. We zullen samen een beetje die richting moeten opschuiven van de zorg wordt op den duur onbetaalbaar. De wurgdoek van de bezuinigingen begint al onze nek dicht te drukken.

En met deze wurgdoek zijn we terug – opnieuw – bij onze heilige Cunera. Zij is om het leven gebracht met een wurgdoek, uit jaloezie, die verkeerd uitgevallen liefde. Haar instelling van volledige toewijding, haar bereidheid om haar leven te geven voor God en de ander, stellen wij nu centraal. Wij laten ons inspireren door haar om in de complexiteit van ons bestaan, zorg en toewijding centraal te stellen. Cunera lost onze vragen niet op. Cunera, als volgelinge van Jezus, wijst wel de weg. Toewijding en zorg, en dat duurzaam, het is haar boodschap. Die boodschap vertrouwt zij ons toe.

kerktoren-haanEr is een lied: het zijn de kleine dingen die het doen, het zijn de kleine dingen die het doen… Niet iedereen zal dit een mooi lied vinden, maar het past wel heel goed bij het Evangelieverhaal van vandaag: een verhaal over de ‘kleine dingen’. Even soep maken voor de buren omdat oma is overleden en haar kinderen bezig zijn met het regelen van de begrafenis. Of zoals in de eerste lezing van vandaag wordt verteld: een twijgje van een reusachtige boom wordt in de grond gestopt en groeit uit en wordt zelf weer een grote boom. En in het evangelie gaat het om een graankorrel die in de aarde valt of een minuscuul klein mosterdzaadje. Het stelt allemaal – ogenschijnlijk - niet veel voor en toch neemt Jezus deze beelden op om iets te vertellen over dat Rijk van God. Dat Rijk kan niet gevestigd worden met bruut geweld. Dat Rijk kun je niet veroveren met een groot leger. Dat Rijk moet groeien vanuit de ‘kleine dingen’.

Deze gedachte staat haaks op onze huidige maatschappij. Heeft de boodschap van Jezus ons iets te zeggen nu we midden in een economische crisis beland zijn? De miljarden euro’s vliegen over de wereld. Het grootkapitaal roert zich. De vakbonden in veel landen mobiliseren hun leden om zich te verzamelen in grote demonstraties. Is dat de weg van het evangelie? Neen, dat is het niet.

Het christendom onderscheidt zich van andere wereldgodsdiensten juist door de weg van de ‘kleine dingen’. Dat is een weg van zaaien van bescheiden woorden, van kleine gebaren, van de uitgestoken hand die de ander nabij is. Het is een weg van de kleine stappen. Werkt dit?

Ja, deze weg van de kleine stappen werkt in heel verschillende omstandigheden. Hoeveel ouders volgen die weg niet wanneer hun kinderen gaan puberen? Met de harde hand je kinderen op die leeftijd in het gareel houden, lukt niet of maar even. Veel ouders kiezen er voor om met veel geduld en liefde een warm klimaat thuis te behouden, met hier en daar een suggestieve opmerking. Vrijwilligers in een vereniging of in een parochie kun je ook niet drillen, maar wel bemoedigen en stimuleren. De weg van de kleine stappen wordt ook door christelijke bewegingen gebruikt om - internationaal - vechtende partijen met elkaar tot vrede te brengen. De San Egidio-beweging heeft op deze manier vrede in Mozambique gebracht. Gewoon door in gesprek te gaan met de krijgsheren en hen van binnenuit te laten groeien tot het besef dat er voordeel te behalen valt bij vrede in het land. En ook voordeel voor hen persoonlijk… Dit zijn enkele voorbeelden die laten zien hoe de weg van Jezus, de weg van de ‘kleine dingen’, zijn uitwerking heeft.

Die weg van de kleine stappen gaat niet vanzelf. Die weg moet kunnen groeien in ons hart. Hoe? Bij mij hoop ik dat het groeit wanneer ik mij met deze parabels van Jezus over het Rijk van God inlaat en me niet laat verleiden om groots te gaan denken. Die weg kunnen we laten groeien door de kleine initiatieven in onze buurt te ondersteunen. Bemoedigen dat wat goed is, dat wat verder brengt, is van cruciaal belang.

Cruciaal… in dat woord zit het Latijnse woord crux besloten. Cruciaal heeft met ‘het kruis’ te maken, het kruis van Christus. Als we op een bepaalde manier tegen het leven van Jezus leven aankijken, lijkt het een mislukking. Zijn bestaan is bijna voor niets geweest. Omdat zijn weg totale liefde is, daarom heeft God, zijn Vader, Hem niet voorgoed ten onder laten gaan. Dat is de kleine, smalle weg van geloof. Geloof in de ander en geloof in God. Het is de kleine weg van de hoop dat het anders kan, van liefde die door eenvoudige mensen wordt gedeeld. Wie liefheeft, heeft weet van het kleine gebaar dat bergen kan verzetten.

Vandaag kunnen we er mee beginnen. We kunnen op dit vlak niets voorschrijven, we kunnen wel stimuleren en bemoedigen. We kunnen zelf die kleine stappen zetten…

Joost Jansen o.praem.