Even afstand nemen… dat gebeurt als je op vakantie gaat. Het gebeurt ook wanneer je iets aan het maken bent en dan even een paar stappen terug zet om het geheel goed in ogenschouw te nemen. Past dat kleine onderdeel waar ik mee bezig ben nog wel in het grotere geheel? ‘Daar, op dat kleine stukje moet ik nog iets bijschaven’, zegt de meubelmaker, ‘dan past het er mooi bij.’
Even afstand nemen moet iedere mens. ‘Moet’, niet: ‘het is mogelijk’, of: ‘het is wel aan te bevelen.’ Even afstand nemen ‘moet’ omdat, wie we ook zijn, we nooit het grote geheel – altijd en overal - in de gaten kunnen houden. We moeten ons herbronnen. Jezus moest het ook. ‘Kom eens mee naar een rustige plek’, zegt Hij. Ze gaan met z’n allen de boot in. Het blijft voor hen slechts bij de tijd van de overtocht want aan de overkant van het meer komen zij weer al die mensen tegen die nood hebben aan compassie, aan meevoelen en meeleven. Al die mensen waarvan er vele verloren lopen.
Wat is het doel van even afstand nemen? Dat je het grotere geheel weer goed ziet. En als Jezus nu eens vandaag hier rond zou lopen en ‘ons grotere geheel’ zou zien, wat zou Hij dan zien? Ook mensen die als schapen zonder herder rondlopen? Ik vrees van wel. Want de sociale cohesie is aan het afbrokkelen, ook in onze dorpen. En daarbij: er is een gebrek aan leiderschap. Er is gebrek aan mannen en vrouwen die bewogen om mensen het voortouw willen en durven nemen Er is gebrek aan mensen die midden onder het volk willen blijven luisteren en willen blijven delen in de nood die er is. En dat is ook een nood aan visie die verbindt, nood aan de wil om mensen bijeen te houden.
We zien dit gebrek aan leiderschap op alle vlakken van onze samenleving. In de politiek zien we het, zeker wanneer er crisis in Europa heerst. Maar het gebrek aan goed leiderschap is er ook in onze kerk. Ik maak het van dichtbij mee. De gezagsdragers in onze kerk zijn vaak het contact met wat er leeft onder de gelovigen kwijt. Ik zeg het met spijt. Zij die herder moeten zijn, bijten zich vast in het controleren van de regelgeving. Zowel in de samenleving als in de kerk zijn de BOA’s, de bijzondere opsporingsambtenaren, vandaag vaak actief.
Kan het anders? Ja, het kan anders en het moet anders. Wat is er voor nodig? Jezus heeft compassie, Hij is bewogen. Op de eerste plaats met zijn vrienden, Hij zegt ze: leg de lat niet te hoog. Zorg ook voor je zelf. Want als je je zelf niet goed verzorgt, kun je anderen ook niet nabij zijn. Maar de werkelijkheid brengt roet in het eten. De realiteit gebiedt dat er zoveel mensen zijn die gebrek aan richting hebben. Ze verwachten aandacht, ze willen dat er iemand voor hen is. En dat is de opdracht van iedere christen. Jezus en zijn vrienden worden als vanzelf naar buiten getrokken bij het zien van zovelen, als schapen zonder herder.
Wat doet een goede herder, een goede leider? Hij legt de verantwoordelijkheid bij zijn mensen. Hij luistert naar de initiatieven die mensen aandragen, want hij of zij is er van overtuigd dat de bewogenheid bij ieder aanwezig is. Tot het tegendeel bewezen wordt, voeg ik er maar aan toe. Een goede herder, een goede leider, loopt dus vaker áchter de kudde dan er vóór. Hij corrigeert want met zijn hoop en geloof weet hij dat het gaat om een wereld waarin mensen elkaar tot geluk zijn. Jezus zegt: het gaat om dat Rijk van mijn Vader, het Rijk van God. Een goede herder bidt ook voor zijn mensen want bidden maakt het kanaal van goddelijke liefde vrij.
Zijn goede herders, goede leiders, nu bijzondere mensen? Kunnen wij ons er aan onttrekken door te zeggen: ik ben maar een eenvoudige vrouw en man, je moet eerder bij die en die zijn? Ik geloof – en ik hoop ook – dat wij allemaal een goede herder, een goede leider, voor elkaar kunnen zijn. Het is niet aan leeftijd of opleiding gebonden. Het is eerder gebonden aan ieders capaciteit om bewogen met een ander te kunnen zijn. Het gaat dus om liefde. En liefhebben is de gave van iedere mens. Alleen moet je die gave wel ontwikkelen…
Dat doen we ook hier, al biddend en elkaar bemoedigend.
Joost Jansen, Abdij van Berne
Overweging op 15 juli 2012.
Hoe gaan we op weg? Nu bedoel ik niet alle bagage die we in onze auto of caravan, in onze koffer of in onze fietstassen proppen wanneer we op vakantie gaan. Ook al let je nog zo op bij het inpakken, je neemt altijd te veel mee. Hoe gaan we op weg? Met welke intentie?, die vraag zouden we ons ook kunnen stellen. Dan hoeft het helemaal niet te gaan over reizen en vakantie houden. Dan kan het gaan over met welke instelling je op weg gaat. Gaat het alleen om de dolle pret en om de kratten bier waarmee je enorme muren kunt bouwen op de camping? Of gaat het om tot rust te komen en nieuwe energie op te doen? Gaat het om andere mensen te ontmoeten en je horizon te verbreden?
Met welke instelling zendt Jezus zijn vrienden op weg? Met welke instelling is Amos uit de eerste lezing gezonden naar de mensen van zijn tijd? Met welke instelling gaan wij op weg? Want zijn wij hier niet bijeen om ook wat na te denken over hoe wij in het leven staan? Die leerlingen hebben niet veel bagage bij zich. Er wordt zelfs gezegd dat ze maar het hoogst noodzakelijke mogen meenemen, hooguit een paar sandalen en de kleren die ze aanhebben. Dat maakt je wel afhankelijk van je omgeving! Je hebt niets achter de hand om je te kunnen verschuilen. Het maakt de tocht vol risico’s. Gelukkig dat ze met zijn tweeën gezonden zijn. De weinige zekerheid die ze hebben, is dat ze samen zijn. Maar is dat een zekerheid, ook vandaag? Zoveel vriendschappen en liefdes sneuvelen onderweg...
Met welke intentie gaan wij op pad? Zijn we gericht louter op ons zelf? Of is het onze intentie een ander te ontmoeten? Wat is daarvoor nodig? Op de allereerste plaats: luisteren. Pas nog hoorde ik iemand vertellen hoe goede ontmoeting zij had gehad: ‘Ik heb alles kunnen vertellen.’ Of haar gesprekspartner zich ook heeft kunnen uiten, vertelt het verhaal niet. Maar er is meer. Luisteren is belangrijk, maar je luistert ook als de mens die je bent, met al je bewogenheid, met je eigen passie. Kennen we onze eigen bewogenheid, onze eigen passie? En durven we er aan toe te geven? Als ik het nieuws volg dan kan ik me soms kwaad maken. Dat ‘kwaad maken’ zegt iets van mij, van mijn bewogenheid. Ik kan me kwaad maken als steeds opnieuw blijkt dat ondanks de crisis sommige verantwoordelijken, bijvoorbeeld bij de banken, nog steeds niets hebben begrepen en geleerd. Maar ik kan ook ontroerd worden als ik zie hoe de ene mens de ander helpt ondanks het feit dat er vroeger bedrog in het spel is geweest. Er is dus toch vergeving mogelijk, denk ik dan. Hele diepe vergeving, want anders slooft hij zich niet zo uit.
Jezus zendt zijn vrienden uit om te doen wat Hij allemaal zelf zou willen doen. God zelf heeft Amos gezonden om profeet te zijn. Om aan de mensen te vertellen wat Hij ze te zeggen heeft. Een profeet is namelijk een spreker en een doener namens God. Ook aan ons wordt dit spreken en doen toevertrouwd. Het klinkt wat groots en dat is het in wezen ook. Maar het komt hier wel op neer.
Wat wil God met ons? Dat we gelukkig zijn en dat we ons in ons netwerk, in de vele relaties waarin wij staan, veilig voelen. Het klinkt zo eenvoudig en is zo aantrekkelijk. Maar ook zo moeilijk. Want er zijn overal stoorzenders. Er zijn stoorzenders in onze economie want er is een financiële crisis. Er zijn stoorzenders in onze politiek want de verlangens liggen ver uiteen en velen keren zich naar eigen voordeel. Er zijn stoorzenders in onze kerk want het wordt er allemaal niet ontspannener op. We kunnen ons wel een andere wereld wensen, maar die is er niet Die andere wereld, met wat meer harmonie en vrede ligt wel binnen handbereik. Maar alleen als wij er aan werken. Amos werd door God gezonden om te doen zoals Hij het gedaan zou hebben. Jezus zond zijn vrienden omdat Hij het niet in zijn eentje aan kon. Vandaag heeft Hij ons nodig. Niet om geweldige wereldhervormende dingen te doen. We hoeven alleen maar te handelen vanuit onze bewogenheid om mensen, vanuit onze passie voor harmonie en vrede. Alleen maar… Dat is al uitdagend genoeg. Het gaat er tenslotte om hoe we op weg gaan. Het gaat tenslotte om de intentie…
Joost Jansen o.praem.