Dit is het HaDeejer.nl archief van: 2006 tot september 2015
Wij leven toe naar Pasen. Natuurlijk houdt Pasen in de oproep om telkens weer op te staan, maar niet vooraleer we het kruis hebben aangekeken. De Mensenzoon móét omhoog geheven worden… Dat is de crux van het verhaal, dat ‘moeten’… Niet dat het lijden moet. Het lijden in ieder leven moet niet, het gebeurt, ‘it happens’, zeggen ze. Dat een schoondochter sterft terwijl haar man achterblijft met drie kleine kinderen: dat moet niet. Het gebeurt. Dat in Oeganda tienduizenden kinderen tot kindsoldaten worden gemaakt, dat moet niet. Het gebeurt wel. Moet daarom de Mensenzon omhoog worden geheven?
Deze meditatie van de evangelist Johannes krijgen we onderweg naar Pasen. De veertigdagentijd is een leerschool, een versnelde catechesecursus waarin ieder jaar weer de vele aspecten van ons christelijke geloof de revue passeren. De vragen van het lijden, van dood en leven, van ondergang en verlossing. Maar ook van vergeven en verzoenen. Want zijn dat niet de vragen van iedere mens waarop alle grote geloofstradities een antwoord proberen te geven? Ook onze eigen christelijke traditie.
In het verhaal van Jezus van Jezus wordt wel een bijzonder antwoord gegeven. Geen wijsheden van een verlichte geest zoals bij Boeddha. Boeddha wil dat mensen het lijden overstijgen doordat ze er geen aandacht aan schenken. Niet de weg van het Hindoeïsme waarin wordt aangegeven dat het nu eenmaal je lot, je karma is. Ook niet de weg van de islam waarin wordt geleerd dat het lijden een plaats heeft in God, dat God het wil, vaak als straf. Het antwoord dat Jezus geeft, is zijn eigen voorbeeld, zijn eigen leven. Hij maakt zich één met het lijden. Hij neemt het lijden op zich. Hij aanvaardt het lijden. Hij identificeert zich met het lijden van de mensen die Hij ontmoet. En Hij zegt: kijk het lijden aan dan vind je je eigen weg door het lijden heen. Als het lijden – onverhoopt – op je weg komt, ga het niet uit de weg. Kijk het lijden aan zoals Ik mijn kruis heb aangekeken, zoals Ik het gedragen heb. Daarom moet dat kruis omhoog worden geheven, want dan kun je het aankijken.
Dit is wel een heel bijzondere weg. Een unieke weg mag je wel zeggen. Hierin onderscheidt het christendom zich echt van andere godsdiensten en levensbeschouwingen. Die moeder waarvan de schoondochter is gestorven krijgt geen andere weg aangereikt dan er mee te leren omgaan. God lijdt met haar mee, zo geloof ik. Samen hebben we daarover gesproken. Zou Gods mede-lijden haar kracht geven? Zou het samen optrekken kracht geven? Zozeer heeft God de wereld liefgehad dat Hij zelf mee is gaan trekken met ons, hoor ik de evangelist Johannes zeggen. En is God ook met de kindsoldaten van Kony’s Leger van de Heer? Ik bid dat het zo is, want anders zijn ze wel helemaal aan de kwade machten overgeleverd… Ik bid dat wereldwijd deze kinderen niet anoniem ten ondergaan maar dat mensen gewekt worden hun verantwoordelijkheid te nemen. Mensen kunnen het kwaad stoppen, God niet, daarin is Hij machteloos. Hij kan ons echter wel de kracht geven om verantwoordelijk onze stappen te zetten.
Overal zijn kruisen opgericht, vaak met een afbeelding van het lichaam van Christus er op. We zijn er aan gewend geraakt. Maar aan het lijden raken we nooit gewend. Niemand. Misschien kijken we nu wat anders naar het kruis. Kijken we met ogen die geroerd kunnen raken omdat er mensen zijn, velen, die echt lijden en een weg zoeken? Wie geroerd is door wat hij ziet, kan ook nabij zijn.
Zozeer heeft God de wereld liefgehad dat Hij ons zendt opdat geen mens verloren loopt….
Dat is wel een grote uitdaging, vandaag….
Joost Jansen o.praem.
Niet alleen vroeger, ook vandaag zijn er grote mensen. Via internet kun je zelfs met filmpjes ‘live’ deze ‘geweldenaren’ volgen. Ik denk aan een Nelson Mandela, aan een pas overleden Vaclav Havel in Tsjechië, om maar niet terug te gaan naar Kennedy, Martin Luther King of Johannes Paulus II. Wat hebben deze mensen met elkaar gemeen? Waarom zijn ze zo bijzonder?
‘Ik wil ons kindje laten dopen om hem/haar in de voetstappen van Jezus te laten gaan.’ Dit staat op een van de kaartjes in het motivatiespel bij de doopvoorbereiding. Er zijn maar weinig ouders die zich hierdoor laten aanspreken. Ze laten hun kindje eerder dopen voor een leven van normen en waarden, of omdat ze God willen danken voor het geschenk van nieuw leven.