overweging op 28 augustus 2011
De ING-bank verlaagt het bedrag dat jongeren per dag kunnen opnemen tot E 250,-. De reden: voor een zakcentje gebruiken criminele organisaties de bankrekeningen van nietsvermoedende jongeren voor hun transacties. Die jongeren lenen hun bankgegevens uit voor een paar rotcenten.
Lees meer: Je leven winnen
Wie is zij? Wie is hij? Is het voldoende om je identiteitskaart of je paspoort te trekken? Of je Sofinummer te geven of een andere code? Wanneer je in een groepje die vraag stelt, stilletjes, aan je buurman, dan komt er natuurlijk een naam. Vaak wordt ook verteld wat hij doet. Over zijn familie, zijn afkomst, kortom het netwerk waarin wij de onbekende moeten plaatsen.
De identiteit van iemand is nooit los te maken van een netwerk aan relaties, familieverbanden, werkverband, de straat, de streek. Wanneer iemand echter in de war is en niet meer weet wie hij eigenlijk is, dan probeert men juist hem door zijn relaties (of gebrek aan relaties) weer in evenwicht te brengen. Zo belangrijk zijn nu relaties voor wie iemand ten diepste is.
Voor de mens Jezus is het niet anders. Het verhaal dat we zo juist horen, speelt zich af op een scharniermoment in zijn leven. Jezus heeft veel succes gehad met zijn boodschap in het noorden van Israël. Vanaf nu trekt Hij op naar Jeruzalem, als het ware voor Hem de geografische en geestelijke hoofdstad van die tijd. Dat is spannender want dan moet Hij zich verantwoorden bij het gevestigde instituut van die dagen. Net wanneer wij ons in Rome op ons geloof worden beoordeeld... We kunnen een zekere huiver bij Jezus vermoeden. ‘Wie zeggen de mensen dat Ik ben?' ‘Wat zeggen jullie?' En zoals wij dan gaan vertellen over iemand uit ons dorp dat het een echte Van Zutphen is, of een echte Driessen, of een echte Lunenburg, zo zeggen zijn vrienden: jij hebt veel weg van een Elia of een Jeremia of een David of een Mozes. Het zijn allemaal mensen die Jezus zeker veel inspiratie geboden hebben. Dan neem je wel iets van hen over. Jezus is zeker een profeet want Hij zegt waar het op aan komt. Hij weet zoals de profeten en vinger op de zere plek te leggen en te zeggen: als God een woordje mee zou spreken dan zou Hij zeker dit en dat gezegd hebben. Als God vandaag een woordje mee zou spreken dan zou Hij zeker gewezen hebben op de verantwoordelijkheid voor de armen en de zwakken in onze samenleving. Ineens zijn er wel miljarden beschikbaar voor een in het slop geraakte economie, maar niet voor de randfiguren en de kwetsbaren....
Maar Jezus is niet tevreden met antwoorden als: het is een beetje als... het klinkt als... Hij wil klip en klaar weten wat zijn vrienden denken. Iedere mens is namelijk uniek. Dat je uniek bent, kan mensen vleugeltjes geven, zo heb ik meegemaakt. Dat je hierin wordt bemoedigd en gesteund, kan mensen veel vertrouwen geven in het bestaan. Petrus belijdt: Jij bent de Christus, de Messias, de zoon van de levende God. Het blijkt een schot in de roos te zijn. Jij bent de zoon van de levende God: dat maakt dus de identiteit van Jezus uit. Een directe relatie met God. Ook al heten zijn ouders Maria en Jozef, zoon van God zijn betekent zoveel meer. Want dan heb je direct contact met dat Mysterie die God is. Dan sta je constant in relatie met Hem die leven geeft, die Liefde is. Jezus wordt ten diepste bemoedigd.
En ik? En wij? Wie in zijn jeugd voldoende bemoediging heeft ontvangen, staat sterker in het leven. Maar dat is niet alles. Onze ouders hebben ons laten dopen. En bij een enkeling is het een persoonlijke keuze op latere leeftijd. Bij het doopsel wordt aan het kind gezegd dat het nu ook een kind van God, een zoon of dochter van de levende God. Wie dit ervaart, al is het veel en veel later in zijn leven, die wordt van binnen echt bemoedigd. Die kan veel aan, de hele wereld zelfs. Want overal waar je bent: jij bent kind van God. Wat er ook in je bestaan gebeurt: jij bent kind van God. Hoe je leven ook loopt: je bent en blijft kind van God. Deze ervaring houdt ook verantwoordelijkheid in. Een Messias is iemand die door God gezonden mensen nabij wil zijn om voor hen te zorgen, om hen te redden. Niet op een spectaculaire manier maar gewoon door er te zijn.
Aan de abt van een bijna uitgeleefde abdij werd gezegd: iemand van jullie is de Messias. De broeders van die abdij begonnen elkaar met zoveel zorg en respect te bejegenen dat er ineens weer leven in die gemeenschap kwam. Wat voor die abdij geldt, geldt ook voor onze parochie. Ieder van ons - zoals we hier bijeen zijn - is kind van God.
Er is ook eentje: Messias... Wie?
Joost Jansen o.praem.