Dit is het HaDeejer.nl archief  van: 2006  tot  september 2015

Religie

kerktoren-haanDe ene partij na de andere begint zijn verkiezingsprogramma bekend te maken. Ik vroeg mij af: wat zou het verkiezingsprogramma van Jezus vandaag zijn? Zoveel verschillende mogelijkheden worden ons vandaag geboden, van links en uiterst links tot rechts en uiterst rechts. Er zijn partijen die zich bekommeren om het midden en ook is er een partij die moslims wil uitstoten. Maar wat zou het verkiezingsprogramma van Jezus binnen dit geheel zijn?

Lees meer: Jezus' verkiezingsprogramma

kerktoren-haan‘Vader en moeder zijn één’,  hoorden wij kinderen Jansen als we ons vader en moeder tegen elkaar uit probeerden te spelen om een of andere toestemming. Soms denk ik dat het ook een soort overlevingsstrategie was van mijn ouders. Natuurlijk waren ze het niet altijd met elkaar eens, natuurlijk lukten het ons heus wel om bij de een iets te ontfutselen wat de ander geweigerd had. Wie herkent het mechanisme niet? Maar onder dit alles zit natuurlijk het verlangen dat er in ons gezin saamhorigheid zou zijn. God zij dank is dat mijn ouders gelukt.

 

Lees meer: God is gemeenschap

kerktoren-haan thumboverweging op Pinksteren
Hoe de schepping in elkaar zit, hoe alles werkt in een machine, in de natuur, en ook in de mens, dat kennen we tamelijk goed. En nog steeds doen we ontdekkingen. We weten hoe het heelal uitdijt, en onze kennis ook. Maar wat doen we met al die kennis, al die wetenschap? Hoe gaan we er mee om? In welke richting ontwikkelen wij onze kennis? Hoe willen we dat we vooruitgaan, ook als samenleving?

Plotseling kan een gedachte bij je inslaan. Plotseling kan een geruis komen, eerst nog onbestemd, maar dat blijft niet zo. We zien dat bij de leerlingen van Jezus. Over hen is zo’n geruis gekomen, het leek wel een stevige wind. De Geest van God blijkt over hen gekomen te zijn. Net zoals de Geest waaide over de nog ongeordende schepping, zoals in de eerste verzen van de Bijbel in het scheppingsverhaal staat. Toen – in het begin – werd duidelijk hoe er een veelheid aan schepselen op de aarde is, planten, dieren, de mens. Alles zo verschillend en toch op elkaar betrokken. Het kwam allemaal tot stand door die Geest van God.

Op Pinksteren, de vijftigste dag van Pasen, vieren we dit elk jaar opnieuw. We vieren dat de Geest van God over ons komt, ons van angstige mensen tot vrijmoedige mensen maakt. Is dit zo? Zijn wij angstige mensen? Niet velen hier in de kerk zullen dit willen beamen. Maar als we eerlijk zijn: durven we altijd vrijmoedig voor onze mening uit te komen? Durven wij vrijmoedig te laten merken aan anderen dat we geloven, dat we geloven dat God ons liefheeft en dat Hij ons zijn Geest toevertrouwt? En maken we ons ook niet bezorgd over onze toekomst met de bezuinigingen in aantocht? Daarom is het iedere keer weer nodig dat we ons openstellen voor die goede Geest van God. Want die goede Geest brengt het besef dat je er mag zijn, in liefde. Dat brengt veiligheid en geborgenheid. En verder?

De Geest van God heeft ook een verplichtende kant. Dat is meen ik een heikel punt in onze Hadeejer samenleving. Wij kunnen overweldigd worden door de grootsheid van de natuur of het kan gebeuren bij de geboorte van een kind. Jonge ouders kiezen dan voor het doopsel, vaak om te tonen dat er rond hun kindje ‘meer is tussen hemel en aarde’. Als dan het water over het hoofd van het kindje heeft gevloeid, volgt de zalving met heilige olie, met de heilige Geest. Hoe gaat het verder? Hoe sterk is de overtuiging dat deze gave van de heilige Geest aan hun kind, hen- in naam van hun kind - verplicht?

Als we willen dat iets van waarde vruchtbaar is, dan moeten we er duurzaam mee omgaan. Voor de omgang met de natuur doen we dit al. Ook onze gemeente Bernheze gaat voor duurzaamheid. En hoe staat het met onze omgang met elkaar? Hoe duurzaam zijn onze relaties? Niet alleen de huwelijksrelaties, maar ook alle vormen van omgang met elkaar? De gave van Gods Geest is juist voor die duurzaamheid! De Geest van God verbindt, voor goed!

Wanneer nu eens de heilige Geest op ons allen zou neerdalen, nu we hier bijeen zijn in deze kerk! Mag ik die vraag wel stellen? Hebben we niet allen – op misschien een uitzondering na – het vormsel ontvangen? Dus… wat let ons? Merken mensen het aan ons? Vast wel, want velen van ons zetten zich in voor een ander. Wie van ons onderhoudt zijn relatie met God niet? En toch zijn we ons er niet vaak van bewust dat dit de werking is van de heilige Geest! Als we deze gedachte, deze overtuiging, eens toelaten in ons zelf? Wanneer we erkennen dat de heilige Geest ons stuwt dan krijgen we een extra duwtje in de rug, voor ons bidden én voor onze inzet in de gemeenschap. Zouden mensen dit gaan merken?

Wanneer nu eens de heilige Geest neerdaalt op onze grote kerkgemeenschap? Zou men niet milder met elkaar omgaan? Zou men elkaar niet wat meer bemoedigen en stimuleren in plaats van saneren en liedjes verbieden? Als Gods Geest echt neerdaalt op onze kerk, en dat doet zij, dan groeit het vrijmoedige klimaat. Dan stelt men duidelijke prioriteiten zoals de optie voor de amen en zwakkeren. Dan groeit de dank aan elkaar en aan God voor al het moois en het goede dat Hij ons geeft. Dan ervaren we met zijn allen welke kracht én liefde het geeft om bewogen te worden door Gods goede Geest. Ik bid dat deze Geest ons blijft bewegen.

 

Joost Jansen o.praem.

kerktoren-haanoverweging op 20 mei 2012
Enkele weken geleden nog in onze landelijke politiek: zeven weken vergaderen in het Catshuis in een sfeer van touwtrekken. Het mislukt. In een paar dagen tijd weten mensen die hun verantwoordelijkheid nemen, elkaar te vinden. Je voelt ineens de wil om samen er uit te komen. En dan kan het snel gaan. Hoe belangrijk is de goede chemie tussen mensen!

Wat is daarvoor nodig?

Maandagavond in de abdijkerk sprak Wim van der Donk – commissaris van de koningin -, over instituties en organisatie, over het belang van mededogen, van barmhartigheid. In ‘hoe’ we een organisatie moeten runnen zijn we voldoende bekwaam. Maar in het ‘waarom’ ook? Een voorbeeld: een verpleegkundige in het ziekenhuis heeft mevrouw Van der Pas prima verzorgd, het infuus is vakkundig aangelegd, de thee en de boterham heeft ze gekregen, de kussens zijn opgeschut. Mevrouw Van der Pas zegt dat ze bediend wil worden. ‘Maar ik heb toch alles voor u gedaan?’, is het antwoord van de zuster. Mevrouw van der Pas heeft het over een ander dienen, bedienen, het sacrament van de zieken. De echte vraag van mevrouw Van der Pas had ze niet gehoord. Die vraag hoort bij het ‘waarom’ van de zorg, bij het welzijn van de geest.

Op het allerlaatste einde van zijn aardse bestaan heeft Jezus het hierover. Hij heeft het over de binnenkant, de liefde. Hij heeft het niet over het ‘hoe’, wat zijn vrienden allemaal moeten gaan doen. Jezus heeft het over het ‘waarom’, over de chemie. En niet te vergeten over de goede Geest van God en over de waarheid. Waarheid in de Bijbel betekent dat je recht door zee en eerlijk je weg gaat. Een waar leven leidt. Dat is waar Jezus het op de vooravond van zijn dood over heeft.

We krijgen dit stukje evangelie op de zondag tussen Hemelvaart en Pinksteren. Het is van oudsher de zondag waarop de vrienden van Jezus zich verweesd achtergelaten voelen. Met het feest van Hemelvaart is Jezus van hen weggenomen. Zij moeten het hier op aarde maar zelf rooien. Wel met hulp van Boven, maar toch… De heilige Geest wordt gegeven met Pinksteren, de Helper, de kracht van God die Hem aanwezig doet zijn. Nu zitten we er tussen in, als het ware verweesd. We kijken uit naar de heilige Geest die de chemie tussen mensen moet bevorderen. We weten hoe belangrijk dat vaak kan zijn…

Hoe snijdt Jezus dit aan? Door te bidden. Hij houdt geen lang betoog tot zijn vrienden. Dat heeft Hij eerder gedaan. Hij wil nu alleen maar voor hen bidden, bidden om de heilige Geest. Wat gebeurt er als je bidt? Je opent je. Je blijft van binnen niet staan bij wat je allemaal kunt en weet. Bidden is je openstellen. Is anders luisteren, anders kijken, anders voelen. Natuurlijk is bidden ook gebeden opzeggen, je hart uitstorten bij God met woorden en gebaren. Maar bidden is op de eerste plaats je openstellen en luisteren. Luisteren naar God én luisteren naar wat er allemaal om je heen gebeurt. En dat alles plaatsen in je relatie met God. Misschien is dit laatste nog wel het moeilijkst. Alles plaatsen in relatie tot God…

Wie de dagelijkse zaken plaatst in relatie tot God, wordt milder, wordt stiller, legt niet op alle slakken zout. Ik moet vaak denken aan mijn ouders in dat grote gezin toen wij kinderen in de puberteit kwamen. Ze reageren echt niet op ieder spatje dat wij maken. Omdat ze van ons houden laten ze veel gebeuren, soms met de gedachte: als het moment daar is dan komen we er wel op terug. Zo ook bij mensen die leven vanuit hun relatie met God. Ze zitten er echt niet onmiddellijk boven op, maar mild en toegewijd wachten ze hun tijd af. Dat is echt geen softe houding. Het dient wel de chemie tussen mensen. Het is wel een teken dat de goede Geest van God aan het werk is.

Om die Geest bidden we in deze week. Tussen Hemelvaart en Pinksteren is de noveen van gebed om die goede Geest van God. De Geest van God om vrede in onze wereld. De Geest van God in ons gezin, in onze familie. De Geest van God ook in onze kerk die zou moeten sprankelen. Kom heilige Geest en vervul het hart van de gelovigen…

Joost Jansen o.praem.

kerktoren-haanPiet is werkloos, zoals er vandaag velen zijn. ‘Als ik weer een baan heb dan kan ik met mijn gezin fijn op vakantie… Als ik wat meer te makke heb, dan hoef ik niet bij alle uitgaven zo na te denken… Als…’ Wij weten allemaal dat Piet nog heel lang zich van alles kan voorstellen, maar dat het hem niets oplevert, en zijn gezin ook niet.

Wie naar boven blijft staren, verzet geen stap. Piet niet, en de leerlingen van Jezus ook niet. Natuurlijk willen zij die Jezus met wie ze zoveel hebben meegemaakt, bij zich houden. En als Hij zich dan terugtrekt, ongrijpbaar wordt, dan willen zij steeds maar blijven uitzien naar het moment waarop Hij weer terugkomt. Dat heeft hun Jezus toch beloofd? ‘Eens – als het einde der tijden  is aangebroken – zal Ik weer terugkeren, in heerlijkheid’, heeft Hij gezegd. Maar moet je hierop blijven wachten? Wie naar boven blijft staren, verzet geen stap.

Wat te doen? Als Jezus zich terugtrekt naar daar waar Hij vandaan gekomen is, dan geeft Hij zijn vrienden een laatste opdracht mee. De Blijde Bodschap uitdragen, overal, over heel de wereld. Mensen beter maken. Neen, ze hoeven niet allemaal dokter of verpleegkundige te worden. Mensen beter maken kan op veel manieren. Duivels uitdrijven? Slangen opnemen? Er is voldoende gif onder mensen dat best weggenomen kan worden. Een nieuwe taal spreken? Dus niet meer kwaadspreken of je over alles negatief uitlaten. Zieken de handen opleggen? Aandacht voor anderen verzacht veel. Wie naar boven blijft staren, verzet geen stap. Wie echter kijkt naar wat er om hem heen gebeurt, kan veel goed doen.

Maar gaat het dan alleen maar om wat we allemaal hier beneden kunnen doen? Soms lijkt het er wel op. ‘Ik heb niet zo veel aan geloof en kerk, als ik maar een goed mens ben. Dat is toch het belangrijkste?’ We moeten het toch hier beneden met elkaar opknappen? Dat staren naar boven levert niets op. Trouwens hebben de engelen bij de Hemelvaart van Jezus niet ook zo iets gezegd. Ga maar aan de slag. Doe maar gewoon, dan ben je al… Het lijkt vandaag wel of de hemel bij veel mensen niet meer bestaat of allang is opgeruimd als een relict uit een ver verleden…

Maar die hemel is niet leeg. Boven is er nog wel ‘iets’. Of mogen we, moeten we zeggen: er blijft Boven Iemand? Gelukkig wel. Jezus zegt: ‘Ik zal met jullie zijn tot aan de voleinding van de wereld.’ Het feest van Hemelvaart houdt spanning in ons bestaan. We moeten het helemaal beneden doen. We zijn verantwoordelijk gemaakt voor ons aardse bestaan en dat van de mensen die ons zijn toevertrouwd. Maar tegelijkertijd is er Boven Iemand die precies weet hoe wij ons leven leiden omdat Hij het zelf hier op aarde heeft gedaan. Jezus heeft drieëndertig jaar hier op aarde rond gelopen, Hij heeft ons bestaan gedeeld. Daarom ook kan Hij heel goed invoelen wat het is om als verantwoordelijke mensen hier op aarde te leven. Jezus is opgenomen in dat mysterie van God, maar niet om het daar rustig aan te doen. Ik zal met je zijn… overal waar je gaat, in alle levensomstandigheden. Ben je verdrietig: Ik ben er. Ben je erg blij: ik ben er ook. Wordt er een kindje geboren, dan ben Ik er als Bron van leven. Sterft er iemand, dan ontvang Ik hem in de ruimte van God. En Ik wil ook zijn bij de mensen die achterblijven en verdrietig zijn.

Hoe? Het gebeurt allemaal door mensen die niet in de lucht blijven staren. Dan verzet je geen stap en gebeurt er niets. Gods werk kan alleen maar gebeuren door mensen die zich laten grijpen door God, zich laten bezielen door Hem. Hij werkt dan met hen mee, staat er in het evangelie. Er staat ook dat Hij hen bemoedigt door tekenen die hen vergezellen. Die tekenen zijn er, ook vandaag. Het is door het werk van enthousiaste mensen dat een wat kaal stuk grond omgetoverd wordt tot een ontmoetingstuin. Het is door bezielde mensen dat er iets moois geschapen is. En de naam is ook prachtig gekozen: ontmoetingstuin. Een van de ziekten van onze tijd wordt bij de horens genomen. Tegen de vereenzaming in, die groeiende is, is hier een plek waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Maar we mogen hier ook een glimp van Gods mooie schepping ontmoeten. We hoeven niet te staren naar boven. We kunnen elkaar aankijken, elkaar in beweging houden. Stappen zetten naar elkaar en naar God. 

Joost Jansen o.praem.
 

kerktoren-haan_thumboverweging op 6 mei 2012
Het is spannend in de eredivisie van het betaald voetbal. Om de tweede plaats wordt gestreden. Zou PSV het halen? Of wordt het toch Feyenoord? Wat maakt een team winnend? Velen zullen zeggen: het hangt voor een groot deel af van enkele sterspelers. De meesten zullen zeggen: het is van belang dat daar een collectief staat. Het geheel van het team is vaak doorslaggevend. Het team is meer dan de optelsom van de afzonderlijke spelers.

Coach Jezus weet dit ook. Hij kijkt naar de groep vrienden die Hij verzameld heeft om de liefde van God uit te dragen. In de nachtelijke uren wanneer Hij zich vaak terugtrekt om te bidden, maakt Hij zich ook zorgen. Hoe zal het gaan als Ik onverhoopt er niet meer zal zijn? Zijn ze dan ook nog zo sterk? Samen? Jezus neemt het beeld van de wijnstok. Een bekend beeld in die tijd én vandaag, overal worden druiven verbouwd in het Middellandse zee gebied. Het beeld spreekt aan. Men begrijpt dat het gaat om het grote geheel en hoe het collectief bezield blijft. De sap moet wel door de ranken blijven stromen. De wijnboer moet wel goed zijn wijnrank verzorgen. En in het voorjaar blijf je onophoudelijk snoeien in een wijngaard.

Hoe moet het verder, als Ik er niet meer ben? Zijn mijn mensen voldoende toegerust? Hebben ze voldoende in huis om zelfstandig door te gaan? Ik vraag het me soms ook af met al die parochies. Wanneer de gewijden, de priesters, wegvallen, kunnen de toegewijden gelovigen zelf verder? Wat is er voor nodig?

Je kunt natuurlijk je aandacht laten uitgaan naar de organisatie. Wanneer alles goed op poten staat dan gaat een parochie door. Zorg dat de administratie goed loopt, dat de financiën geregeld zijn, dat er een goed rooster wordt gemaakt van wie wat doet, zowel voor het kerkgebouw als voor de vieringen, en klaar is Kees. We weten echter allemaal dat dit zo niet werkt, hoewel het ook allemaal gedaan moet worden. Wanneer het hele team goed functioneert, maar de geest ontbreekt en de coach weet niet de ware chemie tussen de spelers te bewaren, dan kun je internationaal voetbal wel vergeten. Er is meer nodig. Bezieling.

Jezus heeft het over: in Mij blijven, zoals Ik in de Vader/God blijf… Het gaat Jezus om bezieling, om de heilige Geest die de goede Geest van Jezus én van God is. Het gaat Jezus om de levensstroom die door onze aderen moet vloeien zoals de sapstroom in de ranken van de wijnstok. Wie openstaat voor deze bezieling heeft niet een vracht aan wetten, regels en voorschriften nodig. Wie liefheeft, weet wat hij moet doen. Augustinus zei eens: bemin en doe wat je wilt. En als je echt bemint dan gaat dat gepaard met een groot respect voor de ander. Dan wil je de ander opbouwen, niet pakken of manipuleren. Liefde opent in ons een kleurrijk palet aan mogelijkheden en aan uitdagingen.

Zijn wij voldoende aangesloten op die sapstroom, die stroom van de geest van Jezus, die stroom van genade, om met elkaar zelfstandig als kerkgemeenschap verder te gaan? Het is misschien een wat heftige vraag. Stel dat wij nu eens samen garant staan voor de boodschap van Jezus, voor zijn werk van geloof, hoop en liefde. Kunnen wij dit aan? Zijn we ieder en met elkaar verantwoordelijk hiervoor? Daar gaat het vandaag wel om. We kunnen ineens niets meer afschuiven op anderen, niet op de pastoor, de bisschop of de paus. Stel je eens voor dat die verantwoordelijkheid helemaal ons in handen wordt gelegd… De schrik slaat ons om het hart.

Maar dan is er dat wat we nu vieren in verbondenheid met elkaar. Dan is er de bemoediging die uitgaat van al de verhalen vol ervaringen van mensen die net als wij in vreugde en soms ook in verdriet hun weg gaan. Dan is er die diepe veiligheid die we – op ieder moment van de dag – bij God mogen vinden. Dat ene gebedje, dat ene kaarsje: het doet soms wonderen. Wanneer we hier aan trouw blijven en dit uitstralen naar onze omgeving, dan spelen we wellicht niet Europees voetbal, maar dan is onze bewogenheid, onze liefde wel grenzeloos. Dan zijn wij die wijnstok van de Heer. De wijn die dan geschonken kan worden, moet dan wel goed zijn!

Joost Jansen o.praem.

kerktoren-haan_thumbbij de dodenherdenking 4 mei 2012             
Vrijheid geef je door… welke vrijheid? Want als ik geloof dat mijn mening erg goed is, de beste zelfs en ik gewoon niet kan begrijpen dat iemand er anders over denkt, wat doe ik dan? Ik ben dan toch wel vrij om hem of haar te bewerken? Of dit nu is met woorden of met hardere hand…  Beste mensen, in deze wereld leven, bewegen en zijn wij. Een wereld waarin wij geroepen worden om vrijheid door te geven. Tegelijkertijd denken wij dat we weten wat vrijheid is, en een ander ook, en soms zijn we verbaasd dat er dan toch nog conflicten ontstaan. Ik denk dat dit komt omdat we het niet over de zelfde vrijheid hebben. Er zijn klaarblijkelijk verschillende vormen van vrijheid.

 

Er is de vrijheid die ik me aanmeet om alles te doen wat ik meen dat goed voor mij is. Ik zie voor me een ontzettend leuke groep-8-ter. Hij komt uit een veilig nest en beschouwt de hele wereld als zijn ontdekkingsterrein. Gelukkig heeft hij prima ouders die voordat hij over de schreef dreigt te gaan hem een halt toeroepen. Soms zijn ze net te laat…

Ik denk dat deze groep-8-ter er wel zal komen want hij is ook sociaal. Je merkt dat hij soms zijn vrijheid kan inhouden omdat hij voelt dat hij verantwoordelijk is voor een ander. Bij de vrijheid die je doorgeeft komen dus ook andere mensen in het vizier. Respect komt om de hoek kijken. Het doorgeven van vrijheid kan ook saamhorigheid tot gevolg hebben. Saamhorigheid… Waar luister je dan samen naar? Welke verhalen geef je aan elkaar door? De verhalen hoe het eens was en hoe je bevrijd bent? De verhalen van mensen die een oorlog kunnen navertellen opdat het niet nog eens gebeurt?

Vandaag wordt in de rooms-katholiek kerk over de hele wereld een stukje uit de boodschap van Jezus gelezen waarin Hij zegt: in het huis van God, mijn Vader, is ruimte voor velen. Dat is een boodschap waar je samen naar kunt luisteren. Het opent je voor de mening van een ander. Voor wie je ook ruimte laat, net zoals onze God ruimte schept. Ruimte voor de mening van een ander die gehoord mag worden. Staan wij een samenleving voor waar ruimte is voor velen? Een samenleving waarin je elkaar verrijkt?

Er staat dan geen pasvorm zoals bij Ryan Air om te kijken of je koffer wel de goede maat heeft. Er is veeleer een grote verscheidenheid zodat wanneer je met elkaar rekening houden, elkaar kunt verrijken. Waartoe men komt als men anderen te veel de maat neemt, kunnen we zien in de concentratiekampen, van Hitler-Duitsland tot in Noord-Korea toe. De vrijheid van de een wordt dan de vernietiging van de ander.

 

Aan de vrijheid die wij willen doorgeven moet steeds gewerkt worden, net zoals je steeds moet werken aan je relatie. Die naaste, hij of zij is zoals jij en vraagt ook om vrijheid. Wanneer de vrijheid van de een de vrijheid van de ander ontmoet, dan wordt je vrijheid niet ingeperkt, dan wordt je vrijheid juist veel groter. Want gedeelde vrijheid is vruchtbaar.

Laten we die vrijheid aan elkaar doorgeven. Laten we elkaar verhalen vertellen dat er ruimte is, ruimte voor velen. Laten we elkaar vertellen dat we allemaal kinderen van God zijn. Dan zijn we verbonden met elkaar. Dan bouwen we elkaar op, in vrijheid.

 

Joost Jansen o.praem.

 

 

 

 

kerktoren-haan‘Waar haal je die energie vandaan? Waarom durf je steeds opnieuw te beginnen, ook al heb je nog zo het onderspit moeten delven?’ Ik heb die vragen gekregen, ik was toen zestien, zeventien jaar oud. Het was in de jeugdbeweging. De vraag kwam van leeftijdgenoten die erg zoekend waren in het leven. Niet dat ik niet zoekend was, wie is dat niet op die leeftijd. Maar ik had ook ergens een zekerheid in me, een rust, een veiligheid. Ik was me daarvan toen niet bewust. Het heeft me aan het denken gezet. Het heeft me gebracht tot de keuze voor religieus leven.

 

Lees meer: Wie spreekt aan?

kerktoren-haanAngst is een slechte geleider. Je veilig voelen opent daarentegen perspectieven. Een vriendengroep was een weekendje weg. Een van hen is ernstig ziek, dodelijk ziek. Hij zegt tegen zijn vrienden: bij jullie voel ik me veilig. Geen angst, maar vertrouwen. En dat gevoel van veiligheid, dat vertrouwen, kan bergen verzetten.

 

Lees meer: Je veilig voelen

thumb_20070315-wvdl-kerk_heeswijk_5_mediumHet Clemenskoor zingt aanstaande zaterdag in de H. Willibrorduskerk te Heeswijk.Iedereen is van harte welkom. Aanvang 19.00u.
kerktoren-haan_thumbOverweging op Pasen
Pasen is een verhaal van liefde. Wanneer de dood in het spel is, dan valt alle prietpraat, alle geneuzel weg. Wanneer de dood in ons bestaan is binnengetreden, dan wordt alles betrekkelijk. De enige vraag die over blijft, is: heb ik liefgehad? Ben ik trouw geweest? Is er een ‘verder’, ook als de geliefde begraven is?

Maria Magdalena die in de vroege morgen naar het graf snelt, heeft intens van Jezus gehouden. We hoeven echt de Da Vinci Code open te slaan om dit te weten. We hoeven mar in de Bijbel te lezen. Jezus heeft haar uit de goot gehaald. Jezus heeft haar geopend voor een goed leven, in trouw, in zuiverheid en liefde. En nu? Is het nu allemaal voorbij voor haar? Is er nog leven ná zijn dood? Is er nog leven ná de dood?

Maar het graf is leeg. Maria Magdalena, Petrus en Johannes, ze zien het met hun eigen ogen. Nu zullen velen in die tijd gezegd hebben: ‘Gewoon zo laten, geen vragen stellen. Over en uit. Dood is dood. Gelukkig dat we niet steeds op onze huid gezeten worden door die Jezus.’ Maar ogen van liefde zien meer. Zoals ouders meer zien bij hun kinderen dan een willekeurige passant. Zoals je meer ziet bij degenen van wie je houdt. Trouwens, als degene van wie je houdt een tijdje afwezig is, herken je haar of hem dan niet in andere mensen?

Het graf is leeg op een paar doeken na, ze zijn wel met aandacht opgerold en de plek waar ze zijn neergelegd is met zorg gekozen. Alles spreekt van een vooropgezet plan. Dat geeft te denken. Dat denken, dat overwegen heeft de laatste dagen niet stil gestaan bij deze vrienden van Jezus. Ik hoop bij ons ook niet. Want Paaspop kan dan wel zijn klanken over ons uitstorten, velen van ons zijn toch bezig geweest met Witte Donderdag, Goede Vrijdag en de Stille Zaterdag van gisteren. Pasen blijft het belangrijkste feest binnen het christendom. Als Jezus niet uit de doden is opgewekt, is ons geloof zonder inhoud, zegt de apostel Paulus ergens, slechts enkele jaren ná Pasen. Pasen is het feest waarop God zijn bestaan verbindt aan een mens zoals wij, Jezus de Christus. Zonder Pasen was er geen Kerstmis geweest. En Pasen moet gevolgd worden door Pinksteren, want wij moeten wel verder als gemeenschap bezield door die goede Geest van God en zijn Zoon.

Het graf is leeg. Het lijkt net – in het verhaal – of Jezus geholpen is om zich van zijn lijkwade te ontdoen. God, zijn Vader, kan het niet verkroppen dat zijn Zoon bij de doden is. Eens en vooral wil Hij duidelijk maken dat de dood niet het laatste woord heeft. Onze werkelijkheid kan niet de Levende opgesloten houden. God doet het om ons zijn boodschap mee te geven. De boodschap: wie valt kan weer opstaan. Wie de dood tegemoet gaat mag weten dat er een Verder aan de dood is. Gelovige mensen sterven anders. En dit is niet alleen voor dit feest van Pasen. Het is een levenshouding. Pasen is voor iedere dag van het jaar. Daarom kennen sommige gelovigen geen rem om zich steeds maar weer te geven aan de goede zaak. Daarom werken ze onverminderd door aan het verminderen van angst, van twijfel, van wanhoop. We hoeven echt geen hallelujachristenen te worden om toch bij iedere breuk weer te kiezen voor wat heelt. Je kind kan nog zo’n gekke weg inslaan, onze deur mag geopend blijven omdat we geloven dat voorbij de horizon nog een nieuwe mogelijkheid ligt. Voor haar én voor ons. We kunnen nog zo uitgeblust raken, Pasen zegt ons dat ons perspectief niet ophoudt bij het hier en nu. Mensen kunnen nog zo met elkaar vechten, christenen blijven kiezen voor vrede en dragen oplossingen aan. Pax Christi, een vrede die verder gaat dan al wat doodt.

Als Christus uit de dood is opgewekt, geeft ons dit zicht op ‘goed leven’. Niet een lollig leven waarin men soms niet stil staat bij de ernst van het bestaan. Het gaat de Opgewekte Heer Jezus om een goed leven, alle strubbelingen voorbij. Maar zoals ik gisteren nog op WanFM zei: er is één belangrijke bottleneck: je moet je wel durven en willen toevertrouwen. Wie zich toevertrouwt aan Pasen, wie dus gelooft in een verrezen Heer, die kan steeds opnieuw een nieuw begin maken. Pasen is een levenshouding. Een goed leven wordt ons gegund. Laten we ons dan toevertrouwen aan Pasen.
Joost Jansen o.praem.
kerktoren-haanoverweging op Goede Vrijdag – 2012  Bestaat God nog? Ik voel niets meer. Ook geen weerstand, geen kwaadheid, ik voel gewoon niets. Het zegt me ook niets meer. De man met wie ik spreek heeft heel wat meegemaakt. Ik kan met hem meevoelen. Je kunt op zo’n moment ook niet anders dan luisteren en een intens respect hebben.

Deze ervaring komt in mijn herinnering nu ik dit verhaal van Jezus’ laatste gang door onze tijd heb gehoord. Het proces van Jezus, de langzame dood, tergend langzaam, en zo absoluut. En dan die kreet: ‘God mijn God waarom hebt Gij mij verlaten.’ Wanneer je in je leven zo op God hebt vertrouwd en alles voor Hem over hebt gehad, dan is het dubbel pijnlijk. Hij heeft zijn leven geheel op de kaart van God gezet, en nu voelt Hij niets meer. Alleen de pijn. Dan kan een kindje tijdens de Witte Donderdagviering mooi zeggen dat de Goede Week zo heet omdat Jezus opgestaan is, maar zo ver is het nog niet. Ons geloof houdt ons al twintig eeuwen voor dat Jezus echt gestorven is. Dat moet je wel tot je door laten dringen! Wie de dood ontkent of wegwuift of zijn kop in het zand steekt, leeft niet echt. De dood hoort onlosmakelijk bij het menselijke bestaan.

Maar is dit alles? Blijven we nu staan bij de dood? Gelukkig niet. Wij die hier bijeen zijn gekomen, zetten stappen, gaan verder. Natuurlijk blijft de eerste stap dat je echt stil staat bij de dood van deze man van God, deze man van het lijden. Maar we willen ook verder. Hoe? Hoe gaan we verder? Geeft het verhaal daarover ook uitsluitsel?

Voordat Jezus de laatste adem uitblaast, doet Hij nog iets heel belangrijks. Hij blijft denken aan de anderen. Velen van ons zouden op zo’n moment, met zo’n welhaast ondragelijk lijden, genoeg hebben aan zichzelf. Niet Hij. Zoals Hij in zijn hele bestaan alleen aan anderen heeft gedacht, zo doet Hij dat op het kruis ook. Hij ziet zijn moeder Maria en is bewogen om haar. Zij blijft – ze is al weduwe - geheel alleen achter. Hij ziet zijn jongste leerling Johannes, waarschijnlijk toen achttien jaar oud. Hij koppelt hen aan elkaar. Een laatste gebaar van verzoening. ‘Vrouw, daar uw zoon.’ En naar Johannes toe: ‘Zie daar uw moeder.’ En vanaf dat moment nam de leerling haar bij zich in huis…, staat er in het verhaal.

Als je God niet meer voelt, als je meent dat je door Hem verlaten bent, dan blijven er nog andere mensen over om bewogen om te zijn. De verbondenheid waaraan hier gewerkt wordt, is duurzaam gebleken. Want de beweging die over enkele dagen loskomt, is een beweging van bewogenheid. Van zorg voor elkaar. Van elkaar trouw blijven ook als de dood een aanslag doet op ons bestaan. Zo is de Kerk, die beweging voortgekomen uit Jezus sterven en verrijzen. Zo hoort de Kerk te zijn. Deze bewogenheid, deze Liefde wordt uiteindelijk op het kruis geboren. De niet aflatende bewogenheid om alles en ieder. Misschien moet Liefde wel door de dood heen, wil de Liefde blijken duurzaam te zijn.

Wij gaan nu de stilte in van de Stille Zaterdag met het oog op de doorbraak van Pasen. Maar wel met dit gebaar van gegeven worden aan elkaar, in zorg en bewogenheid. We gaan verder met dit gebaar van Liefde, op het kruis geboren.

Joost Jansen o.praem.